Zeeuwse bouillabaisse
Waar kwamen kunstenaars vroeger bij elkaar om te werken en te ontspannen? Waar aten en dronken zij? En kan dat nu nog?
Ze komen naar Domburg voor het licht, Jan Toorop en Piet Mondriaan, Jacoba van Heemskerk en Charley Toorop, dochter van Jan. Wanneer de zon naar het westen neigt, weerkaatsen haar stralen op de zee, waardoor de atmosfeer van Domburg volgezogen lijkt van rijk, sprankelend licht.
Toorop is de eerste die rond 1900 neerstrijkt in het dan nog rustige dorp. Het pad door de duinen langs zee is nog maar net aangelegd. Badgasten laten zich in een dicht koetsje de zee inrijden, en betreden van daaruit het zilte nat in gestreepte soepjurken.
Ook vandaag hangt er bijzonder licht over de badplaats: het licht van een zon die schuilt achter de wolken. Regendruppels pukkelen de vlakke zee. Zomer in Holland. Dan breekt aan de horizon de grauwe hemel open en zilvert het wateroppervlak in miljoenen bewegende streepjes. Badgasten die narrig in strandtenten verscholen zaten veren op en rennen naar de branding. Eindelijk zon.
In 1900 is Domburg misschien wel de bekendste badplaats van de Nederlanden. Vanuit heel Europa komen adellijke lieden naar het dorp in Zeeland; daar houdt dr. Mezger praktijk in Villa Irma, een wonderdokter die aan massages doet en 'baden in zee' propageert als middel tegen ongeveer alles. Dat slaat aan in de wereld van de rijken. Mezger raakt bekend als 'de vorstenwrijver'.
Waarschijnlijk is Toorop ook naar Domburg gekomen ook wegens het 'baden in zee' - geruchten willen dat hij leed aan syfilis.
Villa Irma bestaat niet meer, maar Mezger staat altijd nog in Domburg: voorzien van een enorme snor prijkt zijn borstbeeld in 't Groentje, een plantsoen aan de noordrand van het dorp. Mezger staat tussen Mexicaans restaurant El Fuego en pannenkoekenhuis Vierwegen in. In zijn tijd bestond massatoerisme niet, maar dat is veranderd. De hoofdstraat is een lange darm vol eettentjes, boetiekjes en souvenirwinkels. Verderop steekt de kerktoren van Domburg zijn spits in de wind, die door Mondriaan in vele tinten is vereeuwigd.
Het chique zit hier verborgen achter de gevels. Achterin een steegje blinken witte planken en een bordje met 'tentoonstelling' erop. Daar wacht een beeldentuin vol bloemen en een ouderwets houten gebouw met een hypernieuwe aanbouw van steen en glas. Dit is het Marie Tak van Poortvliet Museum, vernoemd naar een verzamelaarster van kunst die dan modern is: van Toorop, van Mondriaan. Marie Tak van Poortvliet woont dan in Domburg.
Strenge dames bewaken de balie en de doorgang naar een kleine ruimte waar de grote kunst hangt. Wie haast heeft, is in vijf minuten klaar. De sfeer is er, de schilderijen ook, maar het museum is niet het echte 'Kotje van Toorop' maar een replica, uit het begin van de twintigste eeuw.
Wanneer Toorop het rijke volk door de straten van Domburg ziet paraderen beseft hij dat er zeer gevulde portemonnees rondlopen. Op zijn initiatief verrijst een paviljoen in de duinen, waar vijftien schilders een tentoonstelling houden die goed wordt bezocht. 'De Domburgse groep' worden zij inmiddels genoemd, hoewel van enige samenhang, stijl of kunstopvattingen geen sprake is. Ze hangen wel graag met zijn allen in deze houten expositieruimte.
Maar dan wordt het winter. Het stormt. Het kotje verandert in een stapel planken. Ook de opvolger, iets steviger van constructie, gaat in de winter ten onder. Het bouwsel in het centrum is pas in 1994 opgetrokken.
Tijd wordt het om te eten, want kunst is mooi maar niet op een lege maag. Om de kunsthistorie van deze plaats te eren staat Het Badpaviljoen tot mijn beschikking. In Toorops tijd en die van Mondriaan is dit de verblijfplaats van prinsen en baronnen. Er zijn bals in de danszaal en partijtjes op het terras. Nog steeds waakt Het Badpaviljoen over Domburg, met torentjes en pinakels, als een duinkasteel.
Aan het terras dat uitkijkt op zee is niets ouds te vinden. Meubels van steigerhout vormen een lounge aan de noordkant, op de plavuizen staan tafeltjes met eenvoudige maar gemakkelijke stoelen, vanwege de koelte branden de straalkacheltjes.
Ook de kaart heeft niets ouderwets. Veel oesters, kreeft en plateaus fruits de mer, ofwel zeevruchten. De plateaus zijn voor twee personen, en ik ben in mijn eentje, de kreeft en oesters zijn nogal aan de prijs. Gelukkig staat er ook een heel betaalbare Zeeuwse bouillabaisse op. De kok is kennelijk nogal vissig, van de hoofdgerechten komen er vier uit zee. De andere twee, tournedos en runderribsteak zijn net weer wat voor de hand liggend.
Mijn stemming is vegetarisch vandaag. Daar past een bietensalade met geitenkaas bij, die met zijn cashewnoten en yoghurtdressing de aandacht trekt. Onder aan het lijstje van vier desserts, waaronder huisgemaakte sorbet en chocola met gekarameliseerde banaan, staat 'assortiment boerenkaas'. Dan is de keuze snel gemaakt.
Het wachten begint maar dat duurt niet lang. Het attente personeel houdt een tempo aan dat het mijne is. Eerst de bouillabaisse. Heerlijke soep, rijk gevuld met zeedieren, vergezeld van toast en aioli, Spaanse mayonaise met knoflook. Veel knoflook! Dat gaat erin als paling in een fuik.
De bietensalade is een ruim bord vol donkere frietjes en arabesken van witte saus, waarop een geitenkaasje ligt als een gegrilde kroon. De cashewnoten smaken opmerkelijk goed met de bietjes, de frisse yoghurt geeft een lichte toets.
En dan het kaasplankje. Vijf soorten, geschikt in oplopende smaaksterkte, van wit (brie) tot blauw (bleu d'Auvergne). Heerlijke kaasjes, die goed op elkaar zijn afgestemd. De zoete siropen langs de rand van het bord hoeven niet voor mij, maar gelukkig blijft de kaas onbesmeurd.
Het Zeeuwse licht
Domburg is rond 1900 pleisterplaats voor verscheidene Nederlandse kunstenaars. In het kielzog van Jan Toorop komen onder anderen dochter Charley Toorop, Piet Mondriaan en Jacoba van Heemskerk naar Domburg om te werken. Een echte groep met een gemeenschappelijke stijl is het niet, maar een liefde voor het Zeeuwse licht delen ze wel.
undefined