Woorden als stapstenen naar God
Het werk van de twaalfde-eeuwse mystica Hildegard van Bingen is lastig te vertalen. Pas één deel is als boek in het Nederlands te lezen.
Is het de stunteligheid van haar Latijn? Of toch omdat ze niet serieus genomen wordt als vrome vrouw? Van 'Scivias' (te vertalen met: 'Ken de wegen'), het monumentale werk in drie delen van de Duitse mystica Hildegard van Bingen (1098-1179), bestaat nog altijd geen volledige Nederlandse vertaling.
Pas een deel van Scivias is vertaald in boekvorm uitgekomen, van classicus en filosoof Mieke Kock-Rademakers. Ook twee andere vertalers buigen zich op dit moment over Hildegard.
In Scivias beschrijft de eigenzinnige abdis Hildegard (vorig jaar officieel heilig verklaard en erkend als kerklerares) de visioenen die ze rond haar 43ste kreeg. Het zijn zo'n 600 pagina's met soms taai, soms saai en soms fascinerend proza.
"De teksten van Hildegard zijn als een akker die ontgonnen moet worden, een akker met verborgen groeikracht", zegt Mieke Kock-Rademakers. "Ik zag als meisje hoe de boeren de weerbarstige klei van het West-Brabantse land bewerkten. Die beleving komt steeds op wanneer ik hier in Dieren het Latijn van Hildegard in Nederlandse zinnen omzet. Vier uur per dag. De eerste twee delen heb ik nu af. Deel drie hoop ik over twee jaar vertaald te hebben.
"Met de teksten van Hildegard kwam ik in aanraking toen een muziekgezelschap me vroeg om een Nederlandse vertaling van haar liederen. Tijdens een congres in Gent in 2011 over Hildegard als abdis, arts, mystica, geleerde en componist, kwam ik in contact met de Belgische Studiegroep Hildegard van Bingen (SHB). Die vertaalt haar medische werk. Deze studiegroep verzocht mij om de Scivias te vertalen.
"Via haar taal probeer ik in het middeleeuwse gedachtegoed door te dringen. Het lichaam is belangrijk in haar werk. Hildegard ziet seksualiteit als een rijk geschenk van God. Haar mystiek is lijfelijk en zinnelijk. De vrouw is het ontvangend element. Haar uitgebreide aanwijzingen bijvoorbeeld dat een man geen omgang mag hebben met een vrouw die zwanger is of ongesteld of net bevallen was gezien de hygiëne van die tijd nog niet zo'n gek idee. Hildegard had praktische ervaring als arts. Menigeen kwam naar haar toe voor advies. Zo trok ze veel publiek in het klooster van de Disibodenberg, waar ze als tiende kind van een adellijk gezin was ondergebracht. Zelf heeft Hildegard waarschijnlijk in kuisheid geleefd.
"In haar Latijn ontdek je een diepere betekenislaag. Zo toont vi in Scivias (Ken de wegen) de kern van haar mystiek. Met deze letters begint een woord als viriditas, dat ik vertaal met groene groeikracht: uitbottende energie. Datzelfde vi klinkt door in virgo, 'maagd', en vis, 'levenskracht', en virtus, 'deugd'. En in vides: 'je ziet', wat uitmondt in fides 'geloof' en daarna facies, 'je gaat doen'. Bij het vertalen merk je dan dat ze woorden en hun volgorde welbewust gekozen heeft. Neem haar aanduiding van de Bijbel. Ze schrijft: het boek van Hem, en niet: Zijn boek. Zo legt ze de nadruk op God. Dat is geen stunteligheid, maar theologie. Het is geen klassiek Latijn. Je moet haar teksten niet naast die van Caesar leggen. Maar een kenschets als 'Latijn in een Duits jasje' doet haar ernstig tekort.
"Ik probeer in mijn vertaling zo dicht mogelijk bij haar manier van schrijven te blijven, inclusief de woordvolgorde en de lange zinnen, waarin, zoals ze zegt, Gods stem doorklinkt. Als je er makkelijk leesbaar proza van wil maken, ervaar je niet meer hoe woord, beeld, klank en betekenis onlosmakelijk samenhanen. Want woorden zijn voor haar stapstenen naar God."
Boris Todoroff : Er zitten pareltjes tussen
"Ik heb de 'Scivias' niet helemaal vertaald. Het lastige ervan is dat het gigantisch is qua omvang. Hildegards Latijn zou ik bizar willen noemen. Er staan rare uitdrukkingen in, waarbij meerdere interpretaties mogelijk zijn, net als in haar visioenen. Hildegards commentaren op die visioenen zijn oersaai, vervelend en tegelijk revolterend.
Zoals ik haar lees, stelt Hildegard zich heel onderdanig op, onderdanig aan de kerk. Zij hangt haar visioenen eraan op, vernauwt ze tot een teken van hervorming van de kerk. Ze herhaalt dit eindeloos in haar commentaren, al zitten er wel een paar pareltjes tussen. In haar tijd, de twaalfde eeuw, hadden vrouwen altijd een raadsheer of een biechtvader naast zich wanneer ze Latijn schreven. Voor vrouwen was het, omdat ze geen opleiding kregen, ontzettend moeilijk, die taal te leren.
Hildegard zegt wel dingen die in haar tijd weinig geschreven zijn, ze is heel uniek. Ik wil mijn vertaling eerst afkrijgen en laat me daarbij meeslepen door de vraag wat ze precies wil zeggen."
Boris Todoroff (54) is een Vlaamse schrijver en classicus. Zijn vertaling van delen van de Scivias staat op zijn website www.todoroff.info/nl.
Simon Slijkhuis: Bij haar voelde ik me thuis
"Met haar bevlogenheid en wonderlijke taal heeft Hildegard me twaalf jaar geleden gegrepen en niet meer losgelaten. Ik ben haar op het spoor gekomen tijdens mijn studie klassieke talen. Zonder christelijke achtergrond was ik wel spiritueel aan het zoeken. Ik ben toen mystiek gaan lezen. Hildegard sprong eruit, bij haar voelde ik me thuis. Ze speelt met taal, maakt eigen woorden zoals viriditas dat letterlijk groenheid betekent, en gebruikt woorden op haar eigen manier. Dat maakt het zo lastig om haar werk te vertalen.
In haar werk klinken verschillende stemmen. Een traditionele waarin je veel herkent van de Bijbel en de kerkvaders. Daarnaast ook een oorspronkelijke met een rijke beeldspraak. Die laatste spreekt tegenwoordig mensen meer aan dan de traditionele. Ik denk dat ze het allebei is en vind het ook daarom belangrijk dat de complete tekst vertaald wordt.
De Scivias is een enorme hoeveelheid tekst, met af en toe taaie en lastige stukken. Ik ben niet van plan iets weg te laten, al is die verleiding soms groot. Wel probeer ik zo te vertalen dat haar tekst voor de moderne lezer toegankelijk en begrijpelijk is. Daarbij gaan soms subtiliteiten verloren. Ik maak haar zinnen korter en probeer vooral tot een heldere tekst te komen."
Simon Slijkhuis (35) is docent klassieke talen en verbleef drie jaar in een Benedictijner klooster. Deel 1 en 2 van zijn Scivias-vertaling komen in 2015 uit bij uitgeverij Damon.
Drie vertalingen van een fragment uit Scivias I proloog
Maar ik, hoewel ik dit zag en hoorde, weigerde toch vanwege een zekere besluiteloosheid en mogelijke laster, en vanwege de toon, zo verschillend van de woorden der mensen, het op te schrijven, niet in halsstarrigheid maar in beoefening van nederigheid, zolang ik tot in het ziekbed terechtkwam, door de gesel Gods overweldigd; zó dat ik eindelijk, door vele ziekten ertoe gedreven, met als ooggetuigen een meisje, van adellijke familie en goede zeden, en die man die ik heimelijk, zoals tevoren is gezegd, had gezocht en gevonden, mijn mijn hand tot schrijven zette.
Ofschoon ik dit echter zag en hoorde, weigerde ik toch te schrijven, omdat ik twijfelde en een geringe opvatting van mijzelf had en omdat deze woorden zoveel verschilden van die der mensen. Het was geen weerspannigheid van mij, maar werkelijke geringschatting van mezelf. Toen, door Gods hand getroffen, viel ik op het ziekbed neer en ik kreeg allerlei smarten te verduren. Op aandringen van een edel en braaf meisje en van de man die ik, zoals gezegd, in stilte had gezocht en gevonden, begon ik te schrijven.
Dit kreeg ik te zien en te horen, en tòch weigerde ik lange tijd om te schrijven. Dit kwam door mijn twijfel en verkeerde voorstelling en door verschillende opmerkingen van mensen. Het was geen koppigheid van mij, maar een oefening in nederigheid. Tot ik door Gods gebiedende hand op het ziekbed werd geworpen. Mijn aflatende gezondheid was zo een eerste dwangmiddel, maar de aansporingen van twee mensen deden mij uiteindelijk overstag gaan: een edel en vroom meisje, en de man die ik in stilte gezocht en gevonden had, zoals ik eerder heb verteld. Ik begon te schrijven.
undefined