Wonen in een abstract schilderij
Het huis dat Theo van Doesburg liet bouwen bij Parijs, is nog steeds in gebruik als kunstenaarswoning. Een verblijf in dit monument van De Stijl dwingt wel tot een spartaanse leefstijl.
Zes weken woonde en werkte kunstenaar Katja Mater in het huis dat Theo van Doesburg in 1929-1930 bouwde in een voorstadje van Parijs. Het was heel bijzonder, zegt ze, maar ze vindt het ook niet erg dat de logeerpartij er bijna weer op zit. "Ik zou hier niet voor langere tijd willen wonen. Het huis is zó dwingend."
Theo van Doesburg (1883-1931) woonde zelf maar kort in zijn eigen ontwerp: hij overleed twee maanden nadat hij er met zijn vrouw Nellie in was getrokken. Toch ademt de strakke witte woning in Meudon-Val-Fleury in alles de idealen van de rechtlijnige medeoprichter van de kunstbeweging De Stijl, ondervond Mater.
Ze verbleef als 'artist-in-residence' in de atelierwoning met knalgele garagedeur, blauwe voordeur en rode terrasdeur op het platte dak. Het huis, dat bestaat uit twee in elkaar geschoven kubussen, ligt wat verscholen aan de slaperige Rue Charles Infroit. Je zou er zo aan voorbij lopen, als er op de stoep ter hoogte van nummer 29 niet een bordje had gestaan. Dat wijst op de "bijna perfecte synthese van een minimalistisch architecturaal ontwerp". Het hadden de woorden van de kunsttheoreticus Van Doesburg zelf kunnen zijn, en misschien zijn ze ook wel ontleend aan een van zijn geschriften.
Atelierwoning
Zo beroemd als het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht is - een ontwerp van architect Gerrit Rietveld - zo onbekend is het dat er nóg zo'n vermaard kunstenaarshuis uit De Stijl-periode bewaard is gebleven. Nu 2017 helemaal in het teken staat van deze kunstbeweging, die honderd jaar geleden werd opgericht, mag het huis van 'Does' ook weleens belicht worden, vindt Beja Tjeerdsma. Zij is de beheerder van het pand, dat eigendom is van de Nederlandse staat. Samen met haar Franse partner woonde ze er ook ruim twee jaar als 'oppas'.
In tegenstelling tot het Rietveldhuis, dat de status van museum kreeg, heeft het Van Doesburghuis nog altijd de oorspronkelijke functie van atelierwoning. Na het overlijden van Van Doesburg bleef zijn weduwe Nelly er tot haar dood in 1975 wonen. Haar enige erfgename en nicht Wies van Moorsel schonk het vervolgens aan de Nederlandse staat. In de geest van Theo en Nelly is toen besloten om het als woon- en werkplek blijvend beschikbaar te stellen voor kunstenaars, architecten en onderzoekers. Nadat het huis in 1981 de monumentenstatus had gekregen, was er eerst nog een grote restauratie nodig. Maar vanaf 1983 hebben tientallen kunstenaars er gewoond en gewerkt, onder wie Emo Verkerk en recent David Bade, de componist Elmer Schönberger en de schrijvers K. Schippers en Hugo Brandt Corstius. Ook bivakkeerden er architectuurstudenten, in tenten in de tuin.
Privacy
Katja Mater geeft vlak voor haar vertrek nog een rondleiding door het huis. Op de begane grond bevinden zich de garage, keuken en een inpandig terras, dat grenst aan de achtertuin. De voordeur is op de eerste verdieping. Binnen vallen meteen de kenmerken van De Stijl op. Met enige fantasie waan je je in een abstract schilderij. In de visie van Van Doesburg is een huis niet een opeenstapeling van kamers, maar een constructie van strakke vormen en kleurvlakken: blauw, geel en rood in combinatie met wit en zwart. De gang, met aan weerszijden badkamer, slaap-, studeer- en muziekkamer, komt uit op een hoge woonruimte annex atelier met een enorme glaswand. In het atelier bevindt zich ook de trap naar het dakterras.
Alle kamers staan in open verbinding met elkaar, deuren zijn er niet. Wel kan met behulp van draaiende panelen van twee kamers en een deel van de gang een afgesloten ruimte worden gecreëerd voor wat meer privacy, intimiteit en ook warmte. Mater: "Toen ik hier aankwam, was het nog erg koud. Toen heb ik veel in die afsluitbare ruimte gezeten."
Dat het geen comfortabel woonhuis is blijkt ook uit de ervaringen van andere bewoners, opgetekend in de publicatie 'Het Van Doesburghuis, ontmoetingen in Meudon'. "Ongemakkelijk en hoekig", zo beleeft architectuurhistoricus Bart Lootsma zijn verblijf. Schrijver en dichter K. Schippers, die Nellie de laatste tien jaar van haar leven vaak bezocht en in de jaren negentig terugkeerde, merkt op dat het huis weliswaar door Theo is ontworpen, maar door Nelly tot leven is gewekt. Kunsthistoricus en Van Doesburgkenner Evert van Straaten vindt dat de ervaring van de ruimte voorrang heeft gekregen boven privacy.
Tekst loopt door onder afbeelding
Lekkages
De klachten over kou zijn begrijpelijk, want het huis is slecht geïsoleerd en vatbaar voor lekkages, omdat de buitengevels zijn gemaakt van een betonnen draagconstructie die is opgevuld met geperste stroplaten. Dat bespaarde kosten en zo veel had Van Doesburg niet te besteden. Maar je kunt je ook afvragen, zegt beheerder Tjeerdsma, of hij met zijn tomeloze vernieuwingsdrang wel een huis voor de eeuwigheid wílde bouwen.
Ondanks deze gebreken beoordeelt zij haar verblijf als "prettig en inspirerend". "Het huis is gebouwd als een atelierwoning en zo heb ik het ook ervaren. Ik voelde me er echt thuis en tegelijkertijd is het ook een ideale werkplek. Die twee functies vloeien naadloos in elkaar over."
Ook kon ze goed leven met de dwingende indeling, het gebrek aan privacy en de soberheid. "Ik heb het juist als een uitdaging ervaren om om te gaan met de spartaanse leefstijl die het huis je oplegt. Het huis dwingt je ook om na te denken over de vraag wat je nu echt nodig hebt. Dat is in deze tijd waarin we omkomen in de spullen, reuze actueel." Wel zou ze, als ze voor langere tijd in het huis zou kunnen wonen, beslist investeren in een paar mooie vloerkleden. "Ik had natuurlijk ook een simpel tapijt van Ikea kunnen neerleggen, maar daar vind ik dit geen huis voor." Maar wat zou de strenge Theo van Doesburg van een duur en behaaglijk kleed in zijn minimalistische ontwerp hebben gevonden? Tjeerdsma: "Toen zijn weduwe Nelly er woonde, lagen er ook tapijten op de vloer."
Het Van Doesburghuis is elke eerste zaterdag van de maand te bezichtigen van 13 tot 17 uur. Dat kan alleen op afspraak via de Stichting Van Doesburghuis: info@vandoesburghuis.com
Lees ook: 'In Drachten ligt De Stijl op straat'