Wit of zwart? Kiezen tussen twee kampen
Dat haar teint wel eens invloed zou kunnen hebben op het verloop van haar dag, was Trouw-journalist Jeannine van Julen zich niet bewust. Totdat Nederland een half jaar geleden in een raciale discussie belandde. Ze kreeg het gevoel dat ze moest kiezen: vóór of tegen Zwarte Piet.
Ik meen me namelijk te herinneren dat je een kleurtje hebt." Zo eindigde een oud-collega zijn mail toen hij me vroeg een reactie te schrijven over mijn 'beleving van het raciale gehalte van het Sinterklaasfeest' voor de krant. "Wat vind jij er eigenlijk van, die Zwarte Piet?" appte een klasgenootje dat ik maanden niet had gesproken. "Kon er geen 'hoe gaat het eigenlijk met jou' vanaf?" appte ik terug.
En dan dat raadslid uit Amsterdam-Zuidoost dat ik interviewde over het onderwerp. "Wat knap", onderbrak hij me. "Knap?" vroeg ik hem. "Ja, knap dat je als zwarte vrouw bij een landelijke krant werkt. Daar ben ik ontzettend trots op", aldus de Surinaamse politicus.
Structureel racisme?
Ik werd nooit wakker met het besef dat ik donkerbruin ben en dat die teint weleens invloed zou kunnen hebben op het verloop van mijn dag. Totdat Nederland ruim een half jaar geleden in een raciale discussie belandde die het land in tweeën dreigt te rijten. Ik moest kiezen, leek de samenleving te zeggen. Kamp pro Zwarte Piet of contra Zwarte Piet. Kamp bounty of kamp afro-activist. Maar ik wist niet eens zeker of ik wel gediscrimineerd werd. Of er überhaupt sprake was van structureel racisme in Nederland? Ik wilde weten waar de woede van tegenstanders van Zwarte Piet vandaan kwam en vroeg het aan drie aanzwengelaars van het publieke debat. Waarom zijn ze boos?
Maar als ik Mitchell Esajas die vraag op de Amsterdamse Nieuwmarkt voorleg, begint hij hartelijk te lachen. "Boos? Zie ik er boos uit? Ik ben hartstikke relaxed." Als voorzitter van het multiculturele netwerk voor studenten en young professionals NUC schrijft Esajas opiniestukken, houdt hij lezingen en organiseert projecten over het onderwerp racisme. Het zijn vooral de honderden reacties van blanke Nederlanders die agressief van aard zijn. Hij leest ze allang niet meer. "Als ik alles zou lezen, zou ik er depressief van worden . Het is net alsof je het tegen een stel kinderen hebt. Je geeft ze hun zin niet en ze worden boos, beginnen te schelden en te blèren. Het debat over racisme wordt niet op een rationele, maar zeer emotionele toon gevoerd."
Er wordt niet naar inhoudelijke argumenten geluisterd, vult academicus Patricia Schor hem aan. De criticus is in het rassendebat vaak zelf onderwerp van gesprek. Ze ervoer het toen ze een keer op grond van wetenschappelijk onderzoek zei aan te kunnen tonen dat Zwarte Piet een raciale stereotypering is. Schor kreeg haatmails en zelfs doodsbedreigingen. Maar dat een nationale krant als Trouw bij zou dragen aan de kromme dynamiek van het rassendebat, verbaasde haar.
Illusie
In haar woning in Amsterdam-Oost vraag ik haar naar een reactie die ze een paar weken geleden schreef op een artikel van voormalig Trouw-journalist Wim Jansen. Jansen bezigde in zijn stuk het woord neger om aan te geven dat de Braziliaanse variant 'negro' in het WK-land veel minder beladen is dan in Nederland. Dat hij toch het stuitende woord neger gebruikte, is een uiting van de witte suprematie, schreef de Braziliaans-Nederlandse Schor. "Jansen viel me persoonlijk aan, ging niet in op mijn inhoudelijke argumenten. De hoofdredacteur nam het een paar dagen later voor hem op. Hij had goede intenties, maar ik werd weggezet als lichtgeraakt." Typisch, vindt ze. "De witte Nederlander leeft in de illusie tolerant te zijn, zich niet schuldig te maken aan racisme. Als je iets anders aankaart, raak je een gevoelige snaar."
Maar is de toon van de huidige criticus in het rassendebat wel de juiste? Termen als 'witte Nederlander', 'racisme', 'suprematie' veroorzaken bij menigeen een kortsluiting en slaan het debat meteen dood. "Ik ben geen racist, want ik geloof niet in biologische rassen onder mensen. Zwarte Piet kan dus ook nooit racisme zijn", foeterde journalist Rob Wijnberg in een van zijn columns een paar maanden geleden.
"Trek toch niet steeds die racismekaart", was de ietwat geïrriteerde reactie van mijn huisgenoot op de discussie. "Mensen zijn niet racistisch. Ze zijn er gewoon klaar mee dat ze continu van alles moeten inleveren. We houden rekening met de ramadan, schilderijen van varkens bannen we uit het ziekenhuis en nu moeten ook de Pieten ineens in een andere kleur. Het gaat hier wel om onze traditie, onze identiteit. En als dan die Quinsy met een T-shirt met de tekst 'Zwarte Piet is racisme' bij de optocht van Sinterklaas verschijnt... Dan vraag je er zelf om."
Die Quinsy, de 29-jarige kunstenaar Quinsy Gario, vindt zijn actie van drie jaar geleden helemaal niet zo provocerend. Hij omschrijft het als een kunstproject dat Nederlanders ertoe moest verleiden eindelijk te praten over het taboe dat Zwarte Piet heet. Dat lukte. En nog steeds. Dat sommigen er aanstoot aan nemen, jammer dan. Dat anderen vinden dat de Nederlandse identiteit daarmee in het geding komt, boeien. "Ik ben zo klaar met dat soort non-argumenten. Ik hoor niemand zeggen: 'Pindasaus is een beperking van de Nederlandse cultuur en had nooit geïntroduceerd moeten worden.' We moeten ermee ophouden dingen mooier te maken dan ze zijn. Als er sprake is van racisme, moet je het ook gewoon benoemen."
Obstakels
Niemand wil racist genoemd worden, nuanceert Esajas. Maar dat neemt niet weg dat er nog steeds sprake is van racisme in Nederland. Mensen associëren de term met de slavernij, de Tweede Wereldoorlog of de apartheid in Zuid-Afrika. Extreme vormen van onderdrukking en pijn. Maar het hedendaagse racisme is subtieler, onderhuids zelfs. Het zit verscholen in uitspraken als: "Wat spreek je goed Nederlands." Of: "Ja, je bent geboren in Nederland. Maar waar kom je echt vandaan?" Het is te zien aan grotendeels witte gymnasia, universiteiten en colleges van burgemeester en wethouders. Te merken aan politieke debatten waarin het geoorloofd is om te spreken van 'Marokkanen die vernederd moeten worden voor hun eigen volk'. "Dan zegt nota bene de linkse Hans Spekman dat het hier om feiten gaat. Maar je zet zo wel een hele groep jongeren weg als crimineel", aldus Esajas.
Het gebeurt vaak onbewust, zegt Schor. Door gebrek aan kennis, maar ook door ontkenning van de waarde van het koloniale verleden. "Mensen met privileges leven in een bubble. Ze betalen niet voor institutioneel racisme, maar plukken er de vruchten van. Zij ondervinden minder obstakels. Maar als niet-westerling moet je harder werken, je meer bewijzen. Je hoort erbij, maar ook weer niet. Je verkeert in een kwetsbare positie."
Racisme komt ook van de andere kant, weet ik. En obstakels kun je ook zelf opwerpen. Zo snelde vorig jaar een donkere jongen naar me toe tijdens de hoorzitting over Zwarte Piet in een volgepakte Amsterdamse raadszaal. "Mag je niet zitten van ze?", vroeg hij met een ernstig gezicht. "Het is goed zo", antwoordde ik beleefd. "Je moet je door hen niet laten vertellen wat je wel en niet mag, hoor. Als je wil zitten, kom je gewoon naast mij zitten." Toen ik hem vertelde dat ik als journalist toch echt in het krappe persvak moest blijven staan, droop hij snel af.
Heel subtiel hoor ik mezelf aan de geïnterviewden vragen of ik gediscrimineerd word. Het voelt niet zo, maar strookt mijn ervaring wel met de realiteit? "Dat kan ik niet voor je doorgronden. Ik weet niet wat je allemaal precies hebt meegemaakt", zegt Schor. "Daarnaast is jouw persoonlijke ervaring niet het 'ultieme bewijs' voor het wel of niet bestaan van racisme in Nederland. Het gaat hier om processen die een groot aantal mensen aantasten. Je vertelde me dat je de kop van het stuk van Wim Jansen had aangepast op internet? 'Ik schrijf neger, omdat het schijnt te moeten', was het toch geworden? Dat de krant het belangrijk vond om te zeggen dat jij, een Surinaamse vrouw, dat erboven hebt gezet, is eigenlijk al veelzeggend."
Bountykamp
Ik maak me niet echt druk om het onderwerp racisme, vertel ik Gario. Hij twijfelt. "Weet je het zeker? Ik las jouw blog over de Brabo- neger - een donkere, Tilburgse cabaretier die de kritiek krijgt 'wit' te zijn van binnen - van een paar jaar geleden. Daar was je behoorlijk uitgesproken."
Ben ik nu dan hypocriet? "Nee, dat zeg ik niet. Dat weet ik ook niet. Maar er zijn wel mensen die net als alle anderen streven naar huisje-boompje-beestje. Om dat te bereiken in Nederland denken velen dat je bepaalde dingen over je heen moet laten gaan. Ze bagatelliseren de uitsluiting, worden minder meelevend, nemen het op voor mensen die racisme in stand houden. Dat gebeurt soms. Of het gek is? Nee, natuurlijk niet. Je bent opgegroeid in de Nederlandse maatschappij. Dan is het niet zo raar dat je bepaalde dingen simpelweg niet ziet of weet omdat we het daar vaak niet over mogen hebben."
Behoor ik dan toch tot het bountykamp? Wit van binnen, zwart van buiten?
Ik vraag het Esajas niet, maar hij geeft indirect antwoord. "Mensen zijn niet alleen maar zwart of wit. We houden ervan om dingen simpel te maken door ze in hokjes te stoppen. Mijn identiteit bestaat uit veel meer dan mijn huidskleur. Ik ben ook Amsterdammer, man, heteroseksueel, Surinamer, Afrikaan en voetbalsupporter. Ik juich voor Ghana, maar ook voor Nederland. Zo is een Nederlander die uit onwetendheid houdt van Zwarte Piet niet per definitie racist, maar bestaat hij net als jij en ik uit allerlei componenten. We moeten durven praten over de pijn die wordt gevoeld én over racisme. Niet wegkijken, maar elkaar leren begrijpen. Dan ontstaat er een dialoog en zijn er geen hokjes meer."
Zucht. Een verademing. Ik hoef niet te kiezen.
Mitchell Esajas
Pas afgestudeerd antropoloog Mitchell Esajas is vooral bekend als voorzitter van de studentenvereniging New Urban Collective voor multiculturele studenten en young professionals. Als voorzitter houdt hij lezingen en organiseert projecten over het onderwerp racisme en bespreekt hij de erfenissen van de slavernij.
Patricia Schor
Patricia Schor is onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Daar bekijkt ze Portugees kolonialisme binnen de Portugese en Braziliaanse cultuur. Binnen de literatuur, maar ook binnen de publieke sfeer wordt de Afrikaan geportretteerd als minder dan zijn blanke Portugese overheerser, ontdekte ze. Sinds kort doet Schor ook onderzoek naar Nederlandse denkbeelden.
Quinsy Gario
Quinsy Gario is kunstenaar, dichter en schrijver. Toen hij in 2011 bij de intocht van Sinterklaas verscheen in een T-shirt met daarop 'Zwarte Piet is racisme', werd hij gearresteerd. Het was het begin van een langdurend debat. Vorig jaar kwam hij weer in de schijnwerpers te staan toen hij bij 'Pauw & Witteman' opnieuw aankaartte dat het fenomeen Zwarte Piet racistisch is.
Correctie
Het in dit artikel genoemde citaat van journalist Rob Wijnberg is niet correct. Wijnberg heeft nooit de woorden gebruikt "Ik ben geen racist, want ik geloof niet in biologische rassen onder mensen. Zwarte Piet kan dus ook nooit racisme zijn." De column waarop werd gedoeld werd gepubliceerd door 'de Correspondent' onder de titel 'Wat we niet zien'.