Wim Kok (1938-2018) wilde minister-president zijn van alle Nederlanders
Wim Kok kon partijen die ogenschijnlijk ver van elkaar stonden bij elkaar brengen. Dat deed hij als voorzitter van de FNV, en dat deed hij als premier van twee paarse kabinetten. Zaterdag overleed hij.
Het verschil tussen de wijze waarop Wim Kok als premier aantrad en de huidige minister-president Mark Rutte kon niet groter zijn. Beiden traden aan met een coalitie die nagelnieuw was in de politiek. Voor Kok was dat reden vooral niet tegen schenen te schoppen. Voor Rutte was het aanleiding zijn achterban te laten weten dat ze een prachtcadeau gekregen hadden.
‘Ik wil minister-president zijn voor alle Nederlanders’ was de eerste zin van Kok toen hij zijn eerste persconferentie gaf. Rutte hield zijn gehoor voor dat hij een kabinet ging leiden waar ‘rechts de vingers bij zou aflikken’. Voorzichtigheid en bescheidenheid bij de één, triomfalisme bij de ander. Wim Kok werd minister-president van het eerste kabinet zonder christen-democraten in decennia, Rutte leidde een kabinet waarin Geert Wilders’ PVV ging participeren, zij het via een gedoogconstructie.
De openingszin op zijn eerste persconferentie typeerde Wim Kok. Hoewel hij als oud-voorzitter van de FNV gewend grote massameetings toe te spreken en daarbij de ‘mannen’ op te jutten (‘als ze strijd willen dan kunnen ze hem krijgen’), wilde hij als politicus vooral zaken doen.
Klap van jewelste
Toch kwam de coalitie met de VVD in 1994 niet zo maar tot stand. Kok maakte dat jaar slechte verkiezingen. De PvdA kreeg een klap van jewelste. Voor het CDA, onder leiding van Lubbers’ opvolger Elco Brinkman, was de klap echter nog zwaarder. Kok werd op de partijbijeenkomst op de uitslagenavond in het Amsterdamse Paradiso onthaald als een held. Iets wat hij jaren later nog niet begreep. “We waren door het oog van de naald gegaan, die euforie, dat enthousiasme, dat had ik helemaal niet verdiend”, zei hij daar later over.
Als vice-premier en minister van financiën in het derde kabinet-Lubbers had Kok al contacten gehad met VVD-leider Frits Bolkestein. Aan de keukentafel van VVD-prominent Frank de Grave maakten de twee met elkaar kennis, maar het was liefde tussen twee egeltjes. Heel voorzichtig en bang zich ergens aan te bezeren.
De kiezer had echter besloten dat die voorzichtige toenadering in een snelkookpan tot wasdom komen moest. De droom van D66-voorman Hans van Mierlo zou en moest uitkomen. Paars I zag het levenslicht en werd enthousiast onthaald. Ook door de economie. Vanaf het begin ging het beter met de Nederlandse economie en dus ook met het kabinet dat nu eens niet bezuinigen als eerste doel had.
Nek uitsteken
Wim Kok heeft een geschiedenis waarin hij ogenschijnlijk ver van elkaar staande partijen bij elkaar wist te brengen. Dat deed hij als voorzitter van de FNV, een fusie tussen de katholieke vakcentrale en de sociaal-democratische NVV, en dat deed hij als premier van, uiteindelijk, twee paarse kabinetten.
Het was niet de eerste spontane reactie van Kok om zijn nek uit te steken, maar de omstandigheden dwongen hem op een aantal beslissende momenten dat wel te doen. In het diepst van de crisis van het begin van de jaren tachtig sloot hij als FNV-voorzitter een verbond met de toenmalige werkgeversvoorman Chris van Veen. Kok beloofde dat de vakcentrales de looneisen zouden matigen en in ruil daarvoor kreeg hij arbeidstijdverkorting en de toezegging dat de hierdoor opengevallen arbeidsplaatsen zouden worden opgevuld met nieuw personeel. Het Akkoord van Wassenaar, naar de woonplaats van Van Veen bij wie de onderhandelingen plaatsvonden, was geboren en hield gedurende de jaren tachtig stand. Het was leidend voor het te voeren sociaal-economisch beleid van de kabinetten-Lubbers.
Het kwam Kok in eigen gelederen en vanuit de PvdA uiteraard te staan op verwijten dat hij de eigen mensen verraden had. Maar dergelijke kritiek gleed Kok langs de schouders af. Voor ideologische scherpslijperij was hij te pragmatisch, een houding die hij mede had overgehouden aan zijn opleiding aan Nyenrode, voor velen het kamp van de vijand.
Voortouw
Tot ergernis van velen, maar niet van Joop den Uyl. Hij zag in Kok, na de zoveelste mislukte PvdA-poging een verkiezingsuitslag te bewerkstelligen waar het CDA niet omheen kon, in 1986 zijn ideale opvolger. Destijds ging de opvolging van een PvdA-leider nog redelijk soepel. Kok werd Kamerlid en dus fractievoorzitter van de grootste oppositiepartij. Maar dat metier lag hem toch duidelijk minder. In 1989 kon hij eindelijk weer bestuurlijk aan de slag als vice-premier en minister van financiën.
Het boegbeeld van de PvdA trad echter aan terwijl de economie opnieuw richting een crisis ging. Hij werd de PvdA-voorman die het voortouw nam bij nieuwe bezuinigingen en zelfs in wilde grijpen bij het almaar groeiende aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Nederland is ziek, stelde premier Ruud Lubbers, toen het aantal WAO’ers dreigde naar één miljoen te gaan.
Ook Kok was ervan overtuigd dat het zo niet door kon gaan en stemde uiteindelijk in met ingrijpen in de WAO, in wat het bami-akkoord is gaan heten. Thuis bij Bert de Vries, minister van sociale zaken, met eten van de afhaal-Chinees, werd uiteindelijk het akkoord gesloten.
In de achterban van de vakbeweging en in de PvdA brak echter een opstand uit. Het kabinet en het leiderschap van Kok hingen aan een zijden draadje. Kok ging het land in en werd overal opgewacht door verongelijkte WAO-gerechtigden. Hen uit de weg gaan was niet zijn stijl, zoals hij ook de partij met opgeheven hoofd tegemoet trad. Op het crisiscongres in Nijmegen hield Kok uiteindelijk een speech die door vriend en vijand als indrukwekkend werd betiteld. Er was geen andere uitweg volgens Kok, het was a-sociaal al die mensen zomaar in de WAO af te schuiven. Het was juist sociaal-democratisch daar wat aan te doen.
Srebrenica
Kok kreeg zijn partij om en de diepste crisis die hij in de loopbaan meemaakte was voorbij. De volgende crisis betekende uiteindelijk het einde van zijn loopbaan. In 1995 viel de Bosnische ‘veilige’ enclave Srebrenica zonder dat de Nederlandse militairen ter plaatse er ook maar iets tegen konden doen. Kok was in Zagreb om de Nederlandse soldaten op te vangen. Toen was nog niet in volle hevigheid duidelijk wat er allemaal was gebeurd nadat de compound in Potocari overrompeld was en de Bosnisch-Servische militairen mannen en vrouwen van elkaar gingen scheiden. Dat er ook duizenden mannen geëxecuteerd werden werd pas later echt duidelijk.
Uiteindelijk viel het tweede kabinet-Kok jaren later alsnog over Srebrenica. Na het verschijnen van het onderzoek van het Niod naar de gang van zaken was duidelijk dat ook de beleidsmakers in de jaren voor 1995 en bij de val van het Bosnische dorp hadden gefaald. Het was uiteindelijk ook Koks eigen nederlaag toen zijn kabinet niet de schuld maar wel de verantwoordelijkheid voor de Srebrenica-drama op zich nam.
Ideologische veren
Uiteindelijk was Kok tot het einde van zijn paarse kabinetten in de eigen partij onomstreden als leider. Ook zijn beroemde Den Uyllezing en de daarop volgende discussie overleefde hij. PvdA-ideoloog en burgemeester van Rotterdam Bram Peper liet Kok in die lezing zeggen dat elke partij er af en toe behoefte aan heeft de ideologische veren af te schudden. Koren op de molen van hen die altijd al vonden dat Kok geen echte sociaal-democraat was maar eerder een full time-bestuurder.
De uitdrukking was afkomstig van Peper’s toenmalige levenspartner Neelie Kroes. Daarmee bedoelde zij dat het goed is af en toe het stof er uit te slaan. Uit de veren en, in het geval van een partij, uit de ideologie. Kok’s speech werd echter uitgelegd als een poging de sociaal-democratische gedachten maar helemaal overboord te gooien bij de PvdA.
Hoewel dat niet zijn bedoeling was, leidde het beleid van Paars en dus ook van de PvdA wel tot een neo-liberaal beleid. Desondanks ook een beleid dat prominente politici als Tony Blair in Groot-Brittannië en Bill Clinton in de Verenigde Staten als voorbeeld namen. Het beleid van Kok werd bekend als de derde weg. De weg tussen liberalisme en socialisme. Ruimte voor het bedrijfsleven en daarmee meer welvaart en ruimte om sociaal beleid te voeren. Het neo-liberalisme is echter vooral blijven hangen. Mede door de opkomst als antwoord op paars van Pim Fortuyn en, later, Geert Wilders.
Lees ook:
Oud-premier Wim Kok overleden
Dat maakte zijn familie bekend. De oud-PvdA-leider overleed in zijn woonplaats Amsterdam op tachtigjarige leeftijd aan de gevolgen van een hartkwaal. Kok was in aanwezigheid van zijn vrouw Rita, kinderen en kleinkinderen.
Verpletterende nuchterheid
De nuchterheid van Wim Kok is bijna letterlijk verpletterend geweest. Nog even achterom kijken, en dan vooruit.
Balkenende, Kok en Van Agt praten openhartig over premierschap
Wat deden ze als eerste, toen ze voet zetten in het Torentje? En van welke beslissingen hebben ze spijt? In de nieuwe en voorlaatste reeks ‘Kijken in de ziel’ voelt journalist Coen Verbraak oud-premiers aan de tand. “Het was ontwapenend hoe Van Agt over zijn bijles vertelde.”
Toch openhartigheid in deel 2 van ‘Kijken in de ziel: Premiers’
Tv-recensie: Premier Wim Kok was in 1994 na de loodzware verkiezingscampagne en formatie zo moe dat hij in het Torentje op de grond ging liggen, ‘want er was geen bank’. Van Agt had aan het einde ‘zijn buik vol’ van het premierschap en was ‘bekaf, totaal leeggepierd’. Balkenende sliep maar drie, vier uur per nacht na een werkdag van zestien uur plus thuis ’s nachts nog stukken lezen.
Een burgerlijke minister-president
De sociaal-democraten wezen in 1913 het aanbod van liberalen en vrijzinnig-democraten af om samen een kabinet te vormen, omdat zij absoluut niet wensten deel te nemen aan een ‘burgerlijke regeering’. De vierde sociaal-democratische premier van deze eeuw, Wim Kok, presenteerde overmorgen echter zonder aarzeling zijn kabinet op het bordes van de koningin.