Rechtszaak

Wilders: 'Wie mij wil stoppen, moet me vermoorden'

Geert Wilders, bij zijn proces. Beeld ANP
Geert Wilders, bij zijn proces.Beeld ANP

Drie camera's draaien naar hem toe, vóór hem hurken acht fotografen, met wild klikkende lenzen: Geert Wilders neemt plaats in zijn strafbank. Het is half drie 's middags, voor het eerst sinds eind september maakt de PVV-leider zijn entree in de beveiligde rechtszaal op Schiphol. Vandaag is de laatste zitting in het proces tegen hem om zijn 'minder Marokkanen'-uitspraken uit maart 2014.

Wilfred van de Poll

Wilders komt om het laatste woord te voeren, het recht van iedere verdachte. Maar hoeveel media-aandacht er ook voor is, verrassend zal die toespraak niet zijn. Wilders heeft zijn mening over dit proces de afgelopen maanden bepaald niet onder stoelen of banken gestoken, hooguit werden zijn bewoordingen steeds iets radicaler.

Dan krijgt Wilders het woord. De fotografen, die tijdens het betoog van Wilders' advocaat Knoops de rechtszaal hadden verlaten, hollen snel terug de zaal in. "Misschien heeft u mij al veroordeeld", begint Wilders. "Maar ik sta hier toch. Ik geef nooit op. Ik zal me door niemand de mond laten snoeren."

Hij noemt het proces, zoals hij eerder zo vaak al deed, een 'politiek proces'. Het is 'walgelijk', een 'aanfluiting', een 'blamage'. Zijn meningsvrijheid is, zegt hij, het 'laatste beetje vrijheid dat hij nog heeft'. En hij beschrijft zijn leven als bedreigde politicus. "Vanochtend bijvoorbeeld: ik word wakker in een safehouse van de staat. Ik stap in een bepantserde wagen en ga op weg naar een beveiligde rechtbank." De beveiligingsmaatregelen, iedere dag opnieuw. "Het is een hel. Na twaalf jaar beveiliging weet ik wat onvrijheid is. En ik hoop dat het u, leden van de rechtbank nooit zal overkomen. Dat u nooit dag en nacht bewaakt moet worden."

Maar zwijgen zal hij niet. "Mensen die me willen stoppen, zullen me eerst moeten vermoorden." Hij vervolgt: "Ik móet spreken. Om Nederland te beschermen. Tegen de islam, tegen het terrorisme, en ja ook, tegen het megamarokkanenprobleem dat dit land nog steeds kent. Ik móet dat benoemen, ik móet daarvoor waarschuwen, ik moet er oplossingen voor aandragen. Dat is mijn plicht als volksvertegenwoordiger. Ik heb mijn vrijheid daar voor opgeofferd."

Hij staat hier niet alleen, zegt hij. Hij staat namens alle Nederlanders die op hem stemmen in de rechtszaal. "U vonnist over miljoenen. Spreek mij vrij. Spreek ons vrij."

"Wij zullen winnen. Het Nederlandse volk zal winnen. En zal zich goed herinneren wie aan de goede kant van de geschiedenis stond. Het vrije woord laat zich niet opsluiten. Het vrije woord schreeuwt het uit. Overal spreken mensen zich uit. Overal waait de wind van verandering. Een 'democratische revolte' van mensen die 'durven te zeggen wat ze denken'."

null Beeld ANP
Beeld ANP

OM: grote woorden van verdediging

Eerst spraken vanochtend de advocaten van de benadeelde partijen. Daarna was het woord aan het OM voor zijn zogeheten 'repliek': een reactie op het pleidooi van de verdediging. Wilders' advocaat Geert-Jan Knoops beargumenteerde maandag en vorige week vrijdag uitvoerig waarom zijn cliënt niet veroordeeld moet worden.

Officier van justitie Wouter Bos wilde in zijn repliek het proces terugbrengen naar zijn 'juiste proporties'. "De verdediging heeft grote woorden gebruikt. Bij een veroordeling zou uw rechtbank dit mooie vrije land om zeep helpen. Dan vestigt u zelfs een totalitaire staat." Maar zo veel staat er niet op het spel, zegt Bos. "Er bestaat in Nederland geen onbegrensde vrijheid van mengingsuiting als u vrijspreekt, en we gaan niet naar een totale onderdrukking als u veroordeelt."

Rechters Elianne van Rens, Hendrik Steenhuis en Sijbrand Krans in de rechtbank op Schiphol in de zaak rond de minder Marokkanen-uitspraken van de PVV-leider. Wilders maakt gebruik van zijn recht op het laatste woord in het proces. Beeld ANP
Rechters Elianne van Rens, Hendrik Steenhuis en Sijbrand Krans in de rechtbank op Schiphol in de zaak rond de minder Marokkanen-uitspraken van de PVV-leider. Wilders maakt gebruik van zijn recht op het laatste woord in het proces.Beeld ANP

'Niet ter zake doen'

Knoops gebruikte in zijn betoog allerlei bronnen die niet ter zake doen, zei Bos. Zoals het Amerikaanse recht en 'achterhaalde minderheidsstandpunten van Europese rechters'. Die zijn 'heus interessant', maar ze zeggen niets 'over het recht zoals dat in Nederland gold op 12 en 19 maart 2014'.

Bos: "Waar het OM stelt: zo luidt de Nederlandse wet, reageert de verdediging met: wij zouden dat graag anders zien. Uw rechtbank is gebonden aan de wet. Zolang de wet niet is veranderd, is ook Wilders daaraan gebonden. Toetsen wij zijn uitlatingen aan die wet, dan zijn deze strafbaar. Zo eenvoudig is het."

De vele filosofische uiteenzettingen van Knoops laat Bos dus links liggen. Maar Knoops ging maandag ook iets concreter in op beschuldigingen van het OM aan het adres van Wilders. Die tegenargumenten ging Bos één voor één langs.

Knoops voerde aan dat Wilders' speech in café De Tijd, op 19 maart, in zijn bredere context moet worden gezien. Wilders vatte gewoon zijn partijprogramma samen. Dat blijkt wel uit het feit dat hij direct erna voor de NOS-camera verklaarde dat hij met 'minder Marokkanen' minder criminele Marokkanen bedoelde.

Maar dat interview pleit hem niet vrij, vindt Bos. Een voltooid delict kan niet worden teruggedraaid, en bovendien: de speech werd door meer camera's vastgelegd dan alleen die van de NOS. Voor die ándere camera's gaf Wilders zijn nuanceringen niet: veel kijkers kregen die dus niet mee.

Het OM citeerde tien aangevers om te laten zien dat velen die context inderdaad ook niet kenden. De scène waarin het café om minder Marokkanen werd al snel zelfstandig verspreid: ze ging een 'eigen leven' leiden, zei Bos. Je kunt niet van mensen die de scène zagen verlangen dat ze daarna nog zin hebben om zich te verdiepen in de 'context' van Wilders' gedachtegoed.

Geert-Jan Knoops, de advocaat van Geert Wilders komt aan bij de rechtbank op Schiphol in de zaak rond de minder Marokkanen-uitspraken van de PVV-leider. Wilders maakt gebruik van zijn recht op het laatste woord in het proces Beeld ANP
Geert-Jan Knoops, de advocaat van Geert Wilders komt aan bij de rechtbank op Schiphol in de zaak rond de minder Marokkanen-uitspraken van de PVV-leider. Wilders maakt gebruik van zijn recht op het laatste woord in het procesBeeld ANP

Discriminatie wegens ras?

Cruciaal argument van Geert-Jan Knoops was dat Wilders zich niet schuldig maakte aan discriminatie 'wegens een ras'. Wilders had het over nationaliteit, en niet over ras. Hij zag in 'nationaliteit' iets anders als 'nationale afkomst' - de woorden die het VN-verdrag gebruikt om het begrip ras uit te leggen. De Nederlandse wet is op dat verdrag gebaseerd. Maar, zei Knoops: nationaliteit is iets anders. Dan ging het niet om herkomst, maar om iemands huidige staatsburgerschap.

"Wij hebben Wilders in geen van beide uitlatingen ook maar iets horen zeggen dat verband houdt met staatsburgerschap", reageerde officier van justitie Bos. En zelfs als Wilders het over staatsburgerschap had: voor Marokkanen in Nederland is hun tweede nationaliteit geen keuze maar een intrinsiek kenmerk, aldus Bos. En daar gaat het om bij racisme in juridische zin: gediscrimineerd worden om eigenschappen waar je niets aan kunt doen.

Het onderscheid strookt ook niet met eerdere discriminatiezaken, zegt Bos. En voor Marokkanen in Nederland is het sowieso fictief, vindt hij. Hij citeerde weer tien aangevers, die zich gediscrimineerd zeggen te voelen om hun 'Marokkaanse afkomst'.

Onverdraagzaamheid

Een laatste twistpunt is wat het zaaien van haat en discriminatie precies inhoudt. Volgens het OM gaat het daarbij ook om het vergroten van de 'onverdraagzaamheid' in de samenleving. Het woord was in het requisitoir geen hoofdargument, maar speelde wel een bijrol. De verdediging ging er vol op in en besteedde veel aandacht aan dat woord. Dat was een 'buitenwettelijk criterium', dat pas ná Wilders' speech op 19 maart door de Hoge Raad werd geïntroduceerd. Wilders had dus niet kunnen weten dat hij iets strafbaars deed, en dat druist in tegen het legaliteitsbeginsel: je moet kunnen weten dat wat je doet strafbaar is op het moment van je delict. Anders kun je er niet om veroordeeld worden.

In zijn repliek zei Bos dat de verdediging het belang van het 'onverdraagzaamheidscriterium' schromelijk overdrijft. "Het zou het OM hebben aangezet tot vervolging, er de basis van zijn. Niets is minder waar." De rechters hoeven het hele begrip niet te gebruiken om Wilders te kunnen veroordelen, zei Bos. Dat de Hoge Raad het opvoerde ziet hij meer als een 'prettige bijkomstigheid'.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden