Wilders mag drie getuigen horen

Geert Wilders had grootse plannen met zijn rechtszaak. Door maar liefst achttien personen – juristen, islamexperts én radicale moslims – op te roepen als getuige-deskundige wilde de PVV-leider de rechtbank laten inzien dat hij simpelweg de waarheid sprak, toen hij de uitspraken deed waarvoor hij aangeklaagd is. Want wat waar is, kan niet strafbaar zijn, redeneert Wilders. De PVV-leider moet terechtstaan voor haatzaaien en het beledigen van moslims.

De meest opmerkelijke getuigen die de politicus wilde laten komen, waren een aantal radicale moslims. Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, bijvoorbeeld. Die zou volgens Wilders ’het levende bewijs’ zijn dat de islam een inspiratiebron is voor geweld. Om dezelfde reden wilde Wilders ook Sheik Al-Qaradawi (Egyptisch ideoloog van de Moslim Broederschap) en de Iraanse Ayatollah Yazdi oproepen als getuige.

Maar de Amsterdamse rechtbank besloot gisteren anders: slechts drie van de achttien getuigen worden toegestaan. Geen radicale moslims, wel drie islamdeskundigen: de arabisten Hans Jansen en Simon Admiraal, en de Syrisch-Amerikaanse publiciste Wafa Sultan, een ex-moslima. Alle drie zijn zij uiterst kritisch over de islam.

Aan radicale moslims als getuige heeft de rechtbank geen behoefte. Want dat er mensen bestaan die met de Koran in de hand oproepen tot geweld, is algemeen bekend, vindt de rechtbank. Ook de juristen die Wilders wilde oproepen, hoeven niet te getuigen. Volgens de rechter kan Wilders zelf juridisch advies inwinnen en is dat voldoende.

De PVV-leider kreeg nog een tegenslag te verwerken: alle getuigen worden achter gesloten deuren ondervraagd. Het proces krijgt daarmee een heel ander karakter dan Wilders voor ogen had – de politicus wilde zeer uitgebreid, in het openbaar, aan de hand van sprekende voorbeelden laten zien dat zijn kritiek op de islam volledig terecht is. Het Kamerlid reageerde gisteren teleurgesteld: „Deze rechtbank is blijkbaar niet geïnteresseerd in de waarheid. Ik kan niet anders concluderen dan dat de rechtbank mij geen eerlijk proces gunt.”

Het duurt nog maanden voor de zaak inhoudelijk behandeld wordt.