Wilders haalt uit, de rechters blijven stil
Sinds zijn veroordeling valt Geert Wilders de rechterlijke macht fel aan. Rechters hebben nauwelijks mogelijkheden te reageren. 'Wilders maakt een speelbal van de rechtspraak.'
"Onbetrouwbaar, onprofessioneel, politiek gedreven. Zij staan aan de verkeerde kant van de geschiedenis. Alle drie." Zo reageerde Wilders op zijn veroordeling voor het aanzetten tot discriminatie en groepsbelediging. Hij was het slachtoffer van een politiek proces. De elite, in dit geval de drie rechters, had door hem te veroordelen, het volk veroordeeld. De rechters werden meegezogen in een tweestrijd: het volk en Geert Wilders aan de ene kant en de elite met de rechters daar lijnrecht tegenover. De rechtspraak werd zo van zijn kostbaarste bezit ontdaan: de onafhankelijkheid.
Na de uitspraken van Wilders bleven de juridische instituten stil. De Raad voor de rechtspraak, de organisatie van de rechterlijke macht, geeft geen commentaar op de rechtstreekse aanval op kwaliteit en integriteit van de rechters. Niet dat niet met enige zorg wordt gekeken naar de effecten van Wilders' woorden. Maar de zaak-Wilders dient nog in hoger beroep, is dus nog onder de rechter en dat noopt tot terughoudendheid. En daarbij geldt als adagium: 'Wat rechters te zeggen hebben, doen zij bij vonnis'.
Dat niet voluit wordt ingegaan op de aanval van Wilders is ook omdat de rechterlijke macht de scheiding der machten serieus neemt. Dat de rechters de door Wilders gekozen proceshouding 'een gekozen volksvertegenwoordiger onwaardig' vonden, was al een hele stap. Op de wandelgangen van rechtbanken klonk hier en daar zelfs dat dit oordeel over Wilders beter achterwege had kunnen blijven. Immers, Wilders had de handschoen geworpen door openlijk te twijfelen aan de rechters en door er op te reageren, werd die handschoen juist opgenomen.
Meer uitgesproken zijn enkel oud-rechters. Zo klinken in de woorden van oud-rechter Jan-Willem Nieuwenhuijsen (74) behalve kwaadheid ook vrees door: "De heer Wilders maakt een speelbal van de rechtspraak. Hij weigert als verdachte te verschijnen, twittert beledigingen over de rechters en verschijnt alleen als hem geen vraag meer wordt gesteld en het podium voor hem alleen is - bij zijn laatste woord. De integriteit van de rechterlijke macht wordt door een politicus die minister-president wil worden te grabbel gegooid."
Volgens de oud-rechter ontkent Wilders een van de meest elementaire beginselen van de rechtsstaat: de scheiding der machten. "Die scheiding is verankerd in de Grondwet. Als Wilders stelt dat hij de uitspraak niet erkent en niet zal erkennen dan stelt hij zich als persoon en als politicus boven het rechtssysteem en boven de Grondwet."
"Zeer gevaarlijk", zo kwalificeert Nieuwenhuijsen het gedrag van Wilders. "Hij verstaat de taal van de straat en spreekt die met verve. Die taal van de onderbuik is de taal van het absolute gelijk van het eigen gevoel. Het is een taal die geen tegenspraak duldt en dat is nu precies waar de democratie eindigt: als er geen plaats meer is voor tegenspraak."
Nieuwenhuijsen: "Er schuilt ook een nauwelijks verhuld dreigement in het laatste woord van Wilders: Het volk zal zich herinneren wie er aan de goede kant van de geschiedenis stond. Dat volk dus, waar ik niet toe hoor en waar nog steeds een meerderheid van de Nederlandse kiezers niet toe hoort..."
Al eerder sprak Geert Corstens, oud-president van de Hoge Raad zich uit over het gedrag van Wilders. Door de elite, met de rechters, tegenover het volk te zetten, ondermijnt Wilders de rechtsstaat, zo oordeelde Corstens (70) in een aantal regionale dagbladen. "Neem de tweet waarin hij het over een neprechtbank heeft. Neprechtbank, dat kun je niet zeggen. Deze man is een politicus, hij is onderdeel van ons parlementaire democratische systeem en essentieel daarin is een onafhankelijke rechtspraak die door de andere twee machten (de uitvoerende en wetgevende macht) wordt gerespecteerd."
undefined
rechtspraak onder vuur vOLOP VOORBEELDEN VOOR wILDERS
Het Wilders-proces vindt plaats in een tijd dat ook elders aan de onafhankelijkheid van de rechtspraak wordt geknaagd. Zo heeft het ENJC, het Europese netwerk van raden voor de rechtspraak, vorige week de waarnemerspositie van Turkije, in ieder geval tijdelijk, ontnomen. Reden: de Turkse rechtspraak is te veel in de greep gekomen van president Erdogan.
Zorgen zijn er ook over het rechtssysteemin Hongarije. Zo is er twijfel over de kwaliteit van het gevangeniswezen en er wordt met argusogen gekeken naar de Hongaarse president Orbán en de manier waarop hij omgaat met de democratische instellingen in zijn land, waaronder de rechtspraak.
En sinds kort zijn er bij de verenigde rechters ook twijfels over de onafhankelijkheid van het Constitutioneel Hof in Polen. Jan Watse Fokkens, oud-procureur-generaal bij de Hoge Raad en Kees Sterk, vicevoorzitter van de Raad voor de rechtspraak kwamen vorige maand terug met een alarmerend verhaal. De Grondwet wordt in Polen frequent geschonden; parlementslid Jaroslaw Kaczynski ontvangt wekelijks de president en de regering in zijn woning. De Poolse parlementariër heeft zo de strijd aangebonden met het Constitutioneel Hof, met als enig doel de rechterlijke macht om te vormen tot een instrument dat loyaal is aan de nationalistische politieke agenda.
En dat zijn stappen die verder gaan dan de aanval van Wilders op de Nederlandse rechtspraak.
undefined