'Wij zijn echt geen Mickey-Mouse parlement'
De Europese verkiezingen staan voor de deur, maar weinig kiezers hebben enig idee van wat zo'n Europarlement uitspookt. De parlementariërs worstelen met een slecht imago. Negen Nederlandse Europarlementariërs over 'de zin van hun bestaan'.
Soms zegt een tweet meer dan duizend boeken."Verbazingwekkend hoe media je vier jaar lang nauwelijks weten te vinden en de afgelopen dagen plotseling de deur/telefoon bij je platlopen", twitterde Europarlementariër Lucas Hartong (PVV) op 23 maart.
Hij werd opeens bestookt door de pers vanwege de ophef over de Marokkanen-uitspraken van partijleider Geert Wilders en het opstappen van onder anderen Hartongs delegatieleider in het Europarlement, Laurence Stassen, op 21 maart.
Er schuilt enige frustratie in de tweet van Hartong over het gebrek aan media-aandacht. Met de Europese verkiezingen van 22-25 mei in aantocht, weten journalisten iets beter de weg te vinden naar de parlementsgebouwen in Brussel en Straatsburg, maar doorgaans worden burgers warm noch koud van wat hun Europese volksvertegenwoordigers uitspoken. Áls ze al hebben gestemd: de Nederlandse opkomst lag in 2009 op 36,5 procent.
"Het Europees Parlement, een onsuccesvolle poging om Europa's democratische tekort te repareren, wordt zowel genegeerd als verguisd", schreef het Britse weekblad The Economist begin maart terloops in een groot essay over de moeilijke tijden die het democratische systeem wereldwijd doormaakt.
Verwijten de Nederlandse Euro-parlementariërs de Nederlandse pers iets?
"Absoluut niet", zegt Peter van Dalen (ChristenUnie, lijsttrekker op de gecombineerde lijst CU/SGP). "Het ligt altijd aan de Europarlementariërs zelf. Ik ga niet zeggen: in Den Haag krijgen ze alle aandacht, en wij niet. Dat zullen we ook nooit krijgen en dat vind ik ook niet erg."
Van Dalen ziet zelfs de voordelen van de gebrekkige media-aandacht en het gebrek aan hypes. "Omdat je niet elke keer een microfoon onder je neus krijgt als er een deur open gaat, kun je hier bestuurlijker opereren."
Ook de meeste Nederlandse Europarlementariërs leggen de 'schuld' voor hun vaak geringe bekendheid niet bij de pers, maar bij zichzelf en de allesbehalve mediagenieke besluitvormingsprocessen in de Europese Unie. "De opdracht ligt in eerste instantie bij onszelf", zegt Esther de Lange (CDA).
"Er is juist meer media-aandacht dan vijf jaar geleden", onderstreept Sophie In 't Veld (D66). "Ik krijg af en toe wel buikpijn van de toon van het debat, maar ik ben blij dat het er is."
Ik krijg af en toe wel buikpijn van de toon van het debat, maar ik ben blij dat het er is
Toine Manders (voorheen VVD, nu 50Plus) onderstreept het primaat van de nationale politiek in de pers: alle schijnwerpers staan op Den Haag. "In de media domineert de nationale politiek, en die heeft er een mode van gemaakt om bij alles wat fout gaat Europa de schuld te geven. Als iets goed gaat, is dat een nationale verdienste. Als dat constant wordt gecommuniceerd naar de burger, dan ontstaat het beeld van Europa als een ding dat niet werkt."
Ook Bas Eickhout (GroenLinks) heeft niets te klagen over de pers, maar ziet wel een typisch Nederlandse hebbelijkheid. "Als ik door de Nederlandse media word uitgenodigd, vragen ze me niet als politicus maar als expert, om Europa uit te leggen. Je ziet ze denken: je hebt daar die onneembare vesting Europa, we moeten iemand hebben die voor ons zo'n geheim deurtje openmaakt. Terwijl je hier gewoon naar binnen loopt: hier ligt de politieke arena. Op de BBC of de ZDF vragen ze me naar mijn politieke standpunt."
Dat herkent ook De Lange. "Je merkt verschil tussen een Nederlandse actualiteitenrubriek en 'Terzake' (van de Vlaamse publieke omroep, red.), waar je je argument kunt neerzetten. Dat gaat net een laagje dieper."
Of het nu door de media komt of niet, burgers geven zelf toe dat ze weinig tot niets weten van het Europees Parlement en andere EU-instellingen, zegt Paul Tang (PvdA). Hij is, naast Marcel de Graaff (PVV), de enige Nederlandse lijsttrekker zonder Europarlementaire ervaring. "Er was een tijdje terug een onderzoek van Eurobarometer, die de geënqueteerden de vraag stelde: wat weet u van de EU-instellingen? Mensen gaven zichzelf toen een 4. Dat is niet wezenlijk veranderd. Ook verregaande hervormingen of democratiseringsmaatregelen zullen daar weinig aan doen."
Eickhout heeft wel begrip voor de dagelijkse worstelingen van de EU-journalist. "Dat is ook het probleem voor de pers: het is niet altijd een genot om met een Europarlementariër te praten, omdat je er vaak de politiek uit moet trékken."
Laurence Stassen, die met Trouw sprak vóór ze besloot uit de PVV te stappen en tot de verkiezingen aan te blijven als onafhankelijke Europarlementariër, is wel kritisch over de pers. "In de media wordt de toon bepaald door de Europese instituties en de gevestigde partijen. Laat ook eens de andere kant van het verhaal zien."
Is het Europees parlement wel een écht parlement, met échte politici?
Eickhout noemde het al: de politieke arena. Veel Europarlementariërs constateren dat de meeste Nederlandse burgers niet beseffen dat er in Brussel en Straatsburg harde politiek wordt bedreven, met felle debatten en moeilijke keuzes over thema's die de levens van 500 miljoen Europeanen beïnvloeden.
"Mensen denken bij Europa aan een grijze massa", zegt Eickhout. "Brussel, dat zijn gebouwen; bij Den Haag denken ze aan mensen. Maar hier vechten fracties elkaar ook de tent uit."
Je merkt verschil tussen een Nederlandse actualiteitenrubriek en 'Terzake', waar je je argument kunt neerzetten. Dat gaat net een laagje dieper
Ook hier is het parlement echter zelf deels verantwoordelijk voor die beeldvorming, vindt Eickhout. "Vooral de oude garde wil hier nog een institutioneel gevecht leveren. Dat zijn degenen die hier te lang zitten. Denk aan parlementsvoorzitter Martin Schulz, maar ook aan Guy Verhofstadt (prominente Europarlementariër, oud-premier van België, red.) Die denken: we moeten nog met de Raad van ministers onderhandelen, dus moeten we als parlement zo sterk mogelijk staan en een zo ruim mogelijke meerderheid achter de voorstellen krijgen. Je krijgt dan een breed gedeeld, verwaterd standpunt. Alleen maar om sterker te staan tegenover de Raad. Maar dat interesseert geen mens."
Zowel Eickhout als In 't Veld wijst erop dat grote belangengroepen goed in de gaten hebben dat het Europarlement belangrijke politieke besluiten neemt. "De conservatieve religieuze groeperingen hebben zwaar geïnvesteerd in het belobbyen van de Europese instellingen tijdens debatten over abortus en prostitutie", zegt In 't Veld. "Er was zware druk van evangelisten, met veel geld uit de Verenigde Staten. Dat doen ze niet voor de lol, dat doen ze omdat ze zien dat hier iets gebeurt. Dat neem ik ze ook niet kwalijk. Maar het zou mooi zijn als ook groeperingen met een wat progressievere opvatting zich hier in die discussie zoudenmengen."
De tabakslobby is berucht. "Dat fabrikant Philip Morris in Brussel 161 types heeft rondlopen, laat zien wat de belangen hier zijn", zegt Eickhout. "Je vraagt je af hoe het komt dat de publieke opinie denkt: ach, dat Europees Parlement, dat is een beetje een Mickey-Mouse-parlement. Terwijl de lobbyisten beter weten."
Hans van Baalen (VVD) merkt op dat het Europarlement buiten de EU gezag heeft en ook daar dingen voor elkaar kan krijgen. Van Baalen was tijdens de Oekraïne-crisis geregeld op het Maidan-plein in Kiev te vinden. "Veel buurlanden van de EU in Noord-Afrika, Oost-Europa en het Midden-Oosten zijn instabiel. We krijgen daar als Europarlementariërs soms makkelijker dingen gedaan dan ministers. In de Verenigde Staten schakelt de president ook vaak het Congres in om bijvoorbeeld naar Noord-Korea te gaan."
Is de Europese Unie te weinig democratisch?
Zeer uiteenlopend zijn de antwoorden van de politici op de vraag of er een democratisch tekort is in de Europese Unie, oftewel: hebben de Europese burgers wel voldoende zeggenschap bij de besluitvorming, via hun nationale of Europese volksvertegenwoordigers?
"Het democratische tekort is niet voorbehouden aan het Europees Parlement", zegt Tang (PvdA). "Het geldt voor alle EU-instituties. Volgens mij is er in Europa niet zozeer een democratisch tekort, als wel een sociaal tekort. Er is te veel nadruk op die eis van maximaal 3 procent begrotingstekort. Wij pleiten voor een werkloosheidsnorm van maximaal 5 procent. Als Brussel zich niks aantrekt van burgers, trekken burgers zich ook niks aan van Brussel."
Dat fabrikant Philip Morris in Brussel 161 types heeft rondlopen, laat zien wat de belangen hier zijn
Dennis de Jong (SP) ziet een eventueel democratisch tekort niet in Brussel maar in Den Haag. "Wij leggen de democratie vooral in de Tweede Kamer. Die heeft vaak geen zicht op wat een minister doet in Brussel en moet hem op zijn woord kunnen geloven. Het is voor de Tweede Kamer ook ondoenlijk om alles hier tot in detail te volgen. Daarom speelt het Europees Parlement een belangrijke bijrol. Maar als de Tweede Kamer niet aan de knoppen kan zitten bij Europese dossiers, is er een democratisch tekort."
Ook Van Dalen (ChristenUnie) vindt dat de controle op Europese besluiten vooral bij de nationale volksvertegenwoordigingen moet liggen. "Ik geloof niet dat hier een democratisch tekort is. Den Haag moet zorgen dat de bewindslieden in Brussel een goed mandaat krijgen en de consequenties van fouten dragen. Bovendien kunnen de nationale parlementen sinds het Verdrag van Lissabon meer invloed uitoefenen op Europese besluitvorming. Zo kunnen ze een zogeheten gele of oranje kaart trekken als ze vinden dat een wetsvoorstel bij de Europese Commissie moet worden weggehaald. Die procedure wordt te weinig gehanteerd in Den Haag."
Stassen (ex-PVV) is het meest uitgesproken. "Natuurlijk is er een democratisch tekort, omdat het Europarlement niet het volk van Europa vertegenwoordigt. Dat volk bestaat ook helemaal niet, er is geen 'demos', en dat gaat er gelukkig ook nooit komen. We zijn allemaal anders. Er wordt hier regelgeving bepaald voor 500 miljoen mensen, maar dat staat heel ver af van wat de man op de straat ervan vindt."
Manders (50Plus) zoekt het democratisch tekort in een andere hoek. "Veel Nederlandse Europarlementariërs zijn nauwelijks betrokken bij wetgevende commissies. Ze willen heel graag in de commissie buitenlandse zaken zitten. Dan kun je naar het Maidan-plein en roepen dat Oekraïne bij de EU moet komen. Daar hebben wij als parlement helemaal geen zeggenschap over."
Volgens Van Baalen (VVD) is er geen democratisch tekort. "De regeringsleiders in de Europese Raad worden gecontroleerd door de nationale parlementen. Ministers zitten in hun eigen vakraden en moeten daarover verantwoording afleggen aan hun eigen parlement. En EU-wetgeving gaat tegenwoordig allemaal via het Europees Parlement."
De Lange (CDA) wijst op de grote stappen die door de jaren heen zijn gezet om de parlementaire invloed, en dus die van de burgers, te vergroten. "De instanties hebben veel vooruitgang geboekt, maar de perceptie van het democratische tekort is eigenlijk nog dezelfde als vijftien jaar geleden. Toen mocht het Europees Parlement niet meer dan een adviesje geven. Die tijd is voorbij. Er is nog wel veel verbetering mogelijk in de fase dat een aangenomen wet wordt uitgewerkt. Dat is een technische zaak tussen nationale ambtenaren van economische zaken en ambtenaren van de Europese Commissie. Niemand heeft daar zicht op."
Ik geloof niet dat hier een democratisch tekort is. Den Haag moet zorgen dat de bewindslieden in Brussel een goed mandaat krijgen en de consequenties van fouten dragen
Eickhout (GroenLinks) heeft vooral democratische legitimiteitsproblemen zien ontstaan in het hele beleid rond de eurocrisis. "Daar nemen we echt een verkeerde afslag, democratisch gezien. Alle oplossingen, zoals de bankenunie, zijn door de regeringsleiders in elkaar geflanst, vaak bewust buiten de EU-instituties om."
In 't Veld (D66) noemt het democratische tekort 'een term van vroeger'. "Europa is zich aan het ontwikkelen tot een politieke unie, al moeten er nog heel wat stappen worden gezet. Een politieke unie is democratisch. We zitten nu in de nadagen van de Europese Unie als een samenwerking van diplomaten, we zijn op weg naar een politieke unie van burgers. Dat er nu zoveel gediscussieerd wordt over Europa, is onderdeel daarvan. Als er debat is - zelfs als mensen zeggen wat ze allemaal niet willen - maken ze zich Europa eigen. Burgers beginnen er dan zelf vorm aan te geven, in plaats van het over te laten aan diplomaten."
De D66-politica ziet een wereldwijd wantrouwen tegen autoriteit dat in sterke mate, maar niet uitsluitend, de Europese Unie treft. "Het Europees Parlement moet weliswaar meer doen om een echte volksvertegenwoordiger te worden. Er gebeuren nog steeds veel dingen die niet deugen. Maar aan de andere kant: de meeste politici zijn gewoon serieuze, integere en hardwerkende mensen die hun best doen. Ook hier. Laten we dat nou ook eens een keertje zeggen."
Wat deugt er niet aan het Europees parlement?
Je hebt Europarlementariërs en Europarlementariërs, en wie zijn oor goed te luisteren legt, krijgt de indruk dat de Nederlanders goed staan aangeschreven. Ze werken doorgaans hard, spreken hun talen en zijn goede onderhandelaars. Waarmee opnieuw de vraag rijst waarom hun noeste werk zo onderbelicht is en negatief geassocieerd blijft worden met dat voor velen wanstaltige parlement en zijn beruchte maandelijkse verhuiscircus tussen Brussel en Straatsburg.
Waarom herkennen burgers zich niet in het Europarlement?
"Dat komt in de eerste plaats door een paar symbolische dingen", zegt De Jong (SP). "Dat zijn dat verhuiscircus en het idee dat we allemaal corrupt zijn. Als je daar doorheen bent, kom je bij de echte discussie. Als je kijkt wat we in zo'n week Straatsburg allemaal besluiten: een kastje in de auto dat automatisch 112 belt bij een ongeluk; liberalisering van het spoor; strafbaar stellen van prostitueebezoek... als je dat allemaal afzet tegen de mening van een meerderheid van de Nederlanders, word je niet vrolijk. Die besluiten zijn cadeautjes voor de PVV. In alle gevallen hadden we kunnen besluiten om het door te schuiven naar de lidstaten of te verwerpen. Maar nee, we nemen dat allemaal maar aan. Vind je het raar dat de burgers denken: 'zijn ze nou helemaal gek geworden?'"
Ook Van Baalen (VVD) vindt dat het Europarlement zich met te veel zaken wil bemoeien. "Neem nou zo'n resolutie over het daklozenbeleid. Dat is iets wat je in Madrid moet regelen, of Glasgow, of Rotterdam. Dat het parlement zich met al die details bemoeit, ergert burgers enorm. Regels over wat er op een pakje sigaretten moet staan kunnen de lidstaten zelf bepalen. Het Europarlement moet zich beperken tot drie grote dossiers: interne markt, handel en de munt."
Als je kijkt wat we in zo'n week Straatsburg allemaal besluiten: een kastje in de auto dat automatisch 112 belt bij een ongeluk en het strafbaar stellen van prostitueebezoek...
Stassen (ex-PVV) laakt vooral het gebrek aan transparantie. "Alles wordt in achterkamertjes besloten. Dieptepunt vind ik om te zien hoe Nederland delen van zijn soevereiniteit overdraagt aan de EU. Ik wil niet dat mijn kleinkinderen straks aan mij vragen: waarom heb je dat toen niet geprobeerd tegen te houden?"
Tang (PvdA) ziet het Europarlement als een belangrijke tegenmacht van de uitvoerende macht in de EU.
"Dat is een uitstekende functie, maar we zijn er nog niet. Vooral als het om publiek geld gaat moet het parlement die taak beter gaan vervullen. Je ziet dat de Europese Rekenkamer nog een tandeloze tijger is. Daar wil het parlement gelukkig wat aan doen." Van Dalen (ChristenUnie) ziet het gebrek aan financiële verantwoording als een van de grote zwakke plekken van het parlement. "Europarlementariërs krijgen naast hun salaris een onkostenvergoeding van 4200 euro per maand. Dat hoeven ze op geen enkele manier te verantwoorden. Ik vind dat schandalig. Waar dit parlement verder slecht in slaagt, is om de handhaving van de gemaakte afspraken goed te regelen. Zo lopen de boetes voor chauffeurs die de rij- en rusttijden niet respecteren, enorm uiteen per lidstaat: van 586 euro in Letland tot 30.000 euro en een jaar voorwaardelijke gevangenisstraf in Frankrijk."
Gebrek aan echte hervormingen in het landbouwbeleid is voor Eickhout (GroenLinks) de grootste gemiste kans van de afgelopen vijf jaar. Er is wel wat geld van het enorme budget afgegaan, maar het subsidiestelsel blijft overeind. "Dat was een teleurstelling. Het parlement heeft hier verzaakt. Dankzij het Verdrag van Lissabon konden we voor het eerst medebeslissen over het landbouwbeleid. Maar in de landbouwcommissie was er geen doorkomen aan."
De Lange (CDA) is het minst te spreken over de geringe vooruitgang op het gebied van financiële verantwoording van de grote Europese uitgaven. "Daarin zijn we net zo ver als vijf jaar geleden. 80 procent van de EU-gelden wordt niet door Brussel beheerd, maar door de lidstaten. Maar die leggen nog steeds onvoldoende verantwoording af."
Hoe bang zijn Europese politici voor de opkomende euroscepsis?
De verwachte opkomst van de eurosceptische partijen zal het nieuws rond de verkiezingen domineren: in veel landen staan zij bovenaan in de peilingen. Wellicht bundelen zij voor het eerst hun krachten in een pan-Europese parlementaire groepering. Daarmee staan ze sterker.
"Ik juich dat toe", zegt In 't Veld (D66). "Laat ze maar komen, dan hebben we tenminste een tegenstander in het debat. Nu zitten ze alleen maar te roepen langs de kant en met vlaggetjes te zwaaien. Ik kan daar niks mee. Laten ze maar standpunten innemen, onderhandelen over compromissen of niet, en dat vervolgens uitleggen aan de kiezers."
Alles wordt in achterkamertjes besloten. Dieptepunt vind ik om te zien hoe Nederland delen van zijn soevereiniteit overdraagt aan de EU
De Lange (CDA) legt uit waarom in Nederland de eurokritische publieke opinie zich de laatste jaren zo sterk heeft ontwikkeld. "Nederland heeft Europa eigenlijk heel lang, tot begin jaren negentig, prima gevonden. Het sentiment was: 'het is allemaal wel goed, doe maar'. We hebben ons er ook niet zo veel in verdiept. Rond het referendum over de grondwet in 2005 is die houding omgeslagen. Men dacht: 'ho eens even, wat is hier allemaal gebeurd?'. Vervolgens is het doorgeslagen naar het andere uiterste. De uitdaging is: hoe voorkom je een groot ja-nee-gevecht tussen de extremen. De meeste Nederlanders beseffen nog steeds dat we een klein land zijn met een groot buitenland. Je terugtrekken achter de dijken is geen optie."
Eickhout (GroenLinks) vindt dat de middenpartijen in Nederland de euroscepsis meer aanjagen dan de PVV van Geert Wilders. "Die heeft een duidelijke rol, helder en consistent. Ik ben het niet met hem eens, maar hij houdt in ieder geval hetzelfde verhaal in Den Haag als in Brussel. Terwijl premier Rutte een beetje meeleunt met de euroscepsis, dan weer niet, dan weer wel... Hij praat mee in Brussel maar legt het in Den Haag weer anders uit. Dat gekonkel, daar hebben de mensen nou net genoeg van. Daar komt het chagrijn vandaan. De angst voor euroscepsis bij regeringsleiders creërt nog meer moeilijke oplossingen, waardoor je alleen maar meer euroscepsis krijgt. Dat neem ik de grote middenpartijen VVD, PvdA en CDA kwalijk."
Ook wijst Eickhout erop dat er ook eurosceptici van een ander soort zijn, namelijk degenen die juist vinden dat de Europese samenwerking tekortschiet, bijvoorbeeld op de terreinen van justitie en politie. Die willen juist méér Europa. "Maar alle Europa-kritiek wordt op één hoop gegooid, en in de beeldvorming wordt dat dan: doe maar minder."
Moeten er meer politieke zwaargewichten naar het parlement?
Een andere veelgehoorde klacht: Nederlandse politieke partijen nemen het Europees Parlement niet zo serieus als andere landen, die vaak oud-premiers, ex-ministers of andere politieke coryfeeën sturen. Kijk naar België: de oud-premiers Jean-Luc Dehaene en Guy Verhofstadt vinden het een eer om naar Straatsburg te gaan. Ze geven het parlement bovendien een smoel.
Zou Nederland dat ook niet moeten doen? Komt het Europarlement niet vanzelf wat vaker in het nieuws als Jan Peter Balkenende, Wouter Bos, Femke Halsema of André Rouvoet met al hun parlementaire ervaring Europa in zouden trekken?
Wat dat betreft is de mening van de huidige Europarlementariërs eensluidend: bijna al die zwaargewichten waar we zogenaamd een voorbeeld aan moeten nemen, voeren geen steek uit in het parlement, met uitzondering misschien van Verhofstadt.
"Het gaat niet om de poppetjes, het gaat om de inhoud", zegt Stassen.
"Voor mij is het criterium: ben je bevlogen bezig met je werk. En ik denk dat de Nederlanders dat intensiever doen dan sommige anderen", zegt Van Dalen.
Oud-ministers en oud-premiers zijn hier bezig met hun zwanenzang
Van Baalen: "Oud-ministers en oud-premiers zijn hier bezig met hun zwanenzang. Al hoop ik wel dat minister Frans Timmermans (PvdA) zich nog eens meldt. Die zou hier veel kunnen betekenen, met zijn talenkennis, en hij is een goed politicus."
Eickhout: "Andere landen sturen inderdaad meer prominenten, maar dat zijn meer rentenierende prominenten. Die zijn hier aan het afvloeien. Het Europarlement zou ook niks zijn voor iemand als Alexander Pechtold (D66). Inhoudelijk is hij niet echt bijzonder, maar hij is een goede debater, heeft goede interrupties. Nou, in het Europarlement... forget it."
Tang: "Ik denk dat de PvdA een buitengewoon goede lijst heeft. Ik ben zelf Tweede Kamerlid geweest, en onze nummer twee is toch wel degelijk een echte prominent: oud-FNV-voorzitster Agnes Jongerius. We hebben een mooie mix van jong en ervaren."
De Lange: "Je moet hier twee dingen goed kunnen: de vertaalslag maken tussen je eigen land en dit parlement. Je moet je thuisbasis kennen en niet opgaan in de Brusselse bubbel. Aan de andere kant moet je je talen spreken, goed kunnen onderhandelen. Die zogenaamde zwaargewichten zijn vaak maar goed in één van die twee."
De Jong: "Er zitten hier heel veel van die grote namen geld te verdienen zonder dat ze iets doen. Wij staan er ook anders in en zien het Europarlement als aanvulling op de Tweede Kamer."
In 't Veld: "In Nederland wordt dit parlement minder dan in andere landen gezien als een stap in je politieke carrière. In andere landen is er meer heen-en-weer-verkeer van het Europarlement naar de nationale politiek. Daar is Nederland een vreemde eend in de bijt."
Manders: "Het is een mix: om hier iets voor elkaar te krijgen, moet je de procedures kennen, maar om draagvlak te creëren, moet je bekende politieke kopstukken hebben die makkelijk bij 'Pauw & Witteman' terechtkomen. Iemand als Hans van Baalen doet dat heel goed. Ik ben van de afdeling productie, Van Baalen is van de afdeling verkoop."
Om hier iets voor elkaar te krijgen, moet je de procedures kennen, maar om draagvlak te creëren, moet je bekende politieke kopstukken hebben die makkelijk bij 'Pauw & Witteman' terechtkomen
De grootste wapenfeiten volgens negen Nederlandse Europarlementariërs
'Wat wij hebben bewerkstelligd, is de bewustwording dat wat Europa doet niet altijd goed is. Wij hebben een voortrekkersrol gespeeld bij de discussie rond de Europese Unie.'
Laurence Stassen (Sittard, 1971) Onafhankelijk Europarlementariër (ex-PVV) sinds 2009
'Ik heb me sterk gemaakt voor transparantie, zoals een gedragscode voor Europarlementariërs en regels voor het aannemen van giften. Ook heb ik veel aandacht besteed aan onder meer godsdienstvrijheid en het ondersteunen van het midden- en kleinbedrijf. Die bedrijven moeten niet gehinderd worden door Europese regels.'
Dennis de Jong (Delft, 1955) Lijsttrekker SP Europarlementariër sinds 2009
'Het mooiste is als je een wet voor elkaar krijgt. Dat is mij gelukt met de bestrijding van f-gassen, hele heftige broeikasgassen. Eind vorig jaar was er een deal met de Raad, zodat die gassen in 2030 met bijna 80 procent gereduceerd moeten zijn. Zelfs de New York Times had er een commentaar over.'
Bas Eickhout (Groesbeek, 1976) Lijsttrekker GroenLinks Europarlementariër sinds 2009
'Ik heb veel aandacht besteed aan de muntunie en ben actief betrokken geweest bij handelsverdragen. Daarnaast heb ik veel tijd gestoken in de brugfunctie tussen Den Haag - de VVD in de Tweede Kamer, VVD-ministers in het kabinet, premier Rutte - en het Europees Parlement.'
Hans van Baalen (Rotterdam, 1960) Lijsttrekker VVD Europarlementariër sinds 2009
'Samen met SP-collega De Jong heb ik een voortrekkersrol gespeeld in het vastleggen van richtlijnen voor bescherming van godsdienstvrijheid. Daarover was in 2009 nog helemaal niets geregeld.'
Peter van Dalen (Zwijndrecht, 1958) Lijsttrekker ChristenUnie/SGP Europarlementariër sinds 2009
'Ik heb me zeven jaar hard gemaakt voor universele opladers voor onder meer mobiele telefoons. Dat begint nu eindelijk vruchten af te werpen. Verder heb ik de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties weten uit te breiden met verpleegkundigen en architecten.'
Toine Manders (Stiphout, 1956) Lijsttrekker 50Plus (ex-VVD) Europarlementariër sinds 1999
'Namens het CDA en onze Europese EVP-fractie ben ik trots op de stappen die zijn gezet op het gebied van financiële crisisbestrijding. Ik heb me hard gemaakt voor handhaving en controle van bestaande regels. Heb voor het eerst in de EU het thema voedselfraude op de agenda gezet.'
Esther de Lange (Spaubeek, 1975) Lijsttrekker CDA Europarlementariër sinds 2007
'Ik maak me al heel lang sterk voor een 'Europa van waarden'. Zoals de bescherming van persoonsgegevens. Tien jaar geleden zei iedereen: 'ach, die In 't Veld met haar privacy, een ongevaarlijke geitenwollen sok'. Maar privacy staat nu bovenaan de agenda.'
Sophie In 't Veld (Vollenhove, 1963) Lijsttrekker D66 Europarlementariër sinds 2004
'Als de bankenunie straks goed blijkt te functioneren, is dat voor mij het grootste wapenfeit van het Europarlement van de afgelopen vijf jaar. Een belangrijke stap om een nieuwe financiële crisis te voorkomen. Het parlement heeft terecht bezwaar gemaakt tegen de complexiteit ervan.'
Paul Tang (Haarlem, 1967) Lijsttrekker PvdA, hoopt voor het eerst zetel te bemachtigen in het Europees Parlement
Als de bankenunie straks goed blijkt te functioneren, is dat voor mij het grootste wapenfeit van het Europarlement van de afgelopen vijf jaar