Framing
Wie snuift, maakt zich schuldig aan milieuvervuiling, moord en doodslag
In het debat over de legalisering van drugs, spreken de tegenstanders de laatste tijd veel sterker de individuele gebruiker aan.
Wie een lijntje snuift of pillen slikt, zou moeten bedenken dat de productie van die drugs gepaard gaat met zware milieuvervuiling; denk aan het illegaal dumpen van drugsafval.
De productie gaat ook gepaard met moord en doodslag.
Wie drugs gebruikt, houdt dat alles in stand.
Bij iemand als Tweede-Kamerlid Madeleine van Toorenburg (CDA) moeten de ‘yogasnuivers’ het ontgelden: mensen die door de week verantwoord leven, en in het weekend los gaan met geestverruimende middelen.
Wat is de kracht van deze redenering?
Je zet drugsgebruik in eenzelfde frame als kinderarbeid. Veel mensen - zeker wie bewust leeft en yoga beoefent - willen geen kleding waar kinderarbeid aan te pas is gekomen. Wie die kleding koopt, houdt kinderarbeid in stand. Maar diezelfde mensen zouden wel drugs kopen, waar moord en doodslag aan te pas is gekomen? Dat is hypocriet en immoreel.
Wat is het risico van het frame? Het kan zich als een boemerang tegen je keren. Inderdaad, kun je zeggen, de redenering klopt. Je wilt geen kleding die door kinderen is gemaakt. Je wilt geen drugs waar bloed aan kleeft. Dus moeten we eerst maar eens beginnen met het legaliseren van softdrugs. Wie daar tegen is, houdt moord en doodslag in stand. Dat kun je ook als hypocriet en immoreel framen.
Hans de Bruijn is bestuurskundige en debatspecialist. Wekelijks analyseert hij de sturende taal van politici.