Wie mensenrechten serieus neemt, schaft de curatele af
Het VN-Gehandicapten-verdrag dat sinds 14 juli van dit jaar in Nederland van kracht is, maakt afschaffing van de curatele noodzakelijk. Dit verdrag gaat niet alleen over toegang tot werk, tot gebouwen of tot kieshokjes voor personen met een handicap, maar ook over gelijkheid voor de wet.
De wijze waarop curatele, bewind en mentorschap ten behoeve van meerderjarigen in ons Burgerlijk Wetboek zijn geregeld, lopen niet in de pas met de normen die dit verdrag ons land oplegt. Artikel 12 van het verdrag bepaalt dat maatregelen die de handelingsbekwaamheid van mensen met een handicap betreffen, op maat moeten zijn. Ze mogen de te beschermen persoon niet verder beperken dan nodig is, en daar wringt de schoen.
Curatele maakt namelijk automatisch handelingsonbekwaam. Bewind en mentorschap resulteren in onbevoegdheid die eveneens van rechtswege ontstaat. Van maatwerk is hier geen sprake; de wet komt met een standaardoplossing en scheert alle te beschermen meerderjarigen over één kam. En dat is in strijd met het verdrag. Met toestemming van je curator, bewindvoerder of mentor kun je dan wel weer rechtsgeldig zaken kopen of zorgafspraken maken met een hulpverlener, maar het uitgangspunt deugt niet. Tenminste wanneer we ons laten gezeggen door de mensenrechten die in dit VN-Gehandicaptenverdrag zijn neergelegd.
Curatele, bewind en mentorschap worden vooral uitgesproken voor personen met een verstandelijke beperking, een psychiatrische stoornis of een ernstige vorm van dementie. Deze personen vallen binnen de definitie vhandicapten in het verdrag. Het door het verdrag bepleite maatwerk betekent zoveel mogelijk ruimte laten voor ondersteuning en honoreren van wat iemand - nog - zelf kan, en pas een vertegenwoordiger laten beslissen als het echt niet anders kan. De wettelijke regeling van curatele, bewind en mentorschap kent echter een ander DNA: de te beschermen meerderjarige, dat wil zeggen iemand van achttien jaar of ouder, wordt (groten)deels 'juridisch onschadelijk' gemaakt en de door de rechter benoemde vertegenwoordiger krijgt het voor het zeggen. De wettelijke regelingen zijn in de loop der jaren wel op onderdelen gemoderniseerd en verbeterd, maar op dit punt niet.
De curatele is de meest ingrijpende maatregel. Als een meerderjarige zijn vermogensrechtelijke belangen niet kan behartigen, kan de rechter een bewind instellen over zijn goederen, en voor wie zijn zorgbelangen niet kan behartigen, kan een mentor worden benoemd. Bij curatele gaat het om alle belangen, financieel en niet-financieel, van de meerderjarige persoon. Per jaar gaat het om circa 2000 curatelen, 36.000 beschermingsbewinden en 8000 mentorschappen. Bewind en mentorschap kunnen worden gecombineerd en bieden dan nagenoeg dezelfde bescherming als een curatele. Serieus nemen van de (mensen)rechten van mensen met een handicap betekent dat de rechter bij een bewind of mentorschap iemand alleen onbevoegd zou moeten maken als dat echt nodig is. En bij sommige meerderjarigen moet dat. Maar bijvoorbeeld bij een ernstige verstandelijke handicap of een gevorderde dementie hebben mensen alleen een vertegenwoordiger nodig, meer niet.
Een regeling als de curatele die begint met handelingsonbekwaamheid en niets meer mogen beslissen tenzij, moeten we afschaffen. Andere landen zijn ons voorgegaan. De angst dat er dan grote problemen ontstaan, is niet terecht. Bewind en mentorschap bieden de rechter nog steeds de mogelijkheid om de noodzakelijke bescherming te realiseren, en de combinatie ervan maakt de curatele overbodig.
undefined