Wie krijgt het huis en hoeveel kost het?
Het Hof in Arnhem* besliste onlangs dat ook mensen getrouwd onder huwelijkse voorwaarden zonder finaal rekenbeding bij een scheiding een beroep kunnen doen op de zogeheten samenwonersvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Dit is belangrijk nieuws voor gehuwden die een eigen woning bezitten en willen scheiden.
Ruim 70 procent van de Nederlanders heeft een eigen woning. En een op de drie huwelijken loopt op de klippen; huwelijken die bovendien steeds vaker onder huwelijkse voorwaarden zijn gesloten. Per jaar scheiden dus tienduizenden mensen die gezamenlijk eigenaar zijn van een koopwoning. Pas tijdens een scheiding -en dan is het in principe te laat- realiseert men zich dat het voor het grootste bezit, de woning, veel uitmaakt of men getrouwd is in gemeenschap van goederen of buiten gemeenschap van goederen (huwelijkse voorwaarden).
In gemeenschap van goederen hebben partners ieder recht op 50 procent van de woning, ook al heeft de ene partner gedurende vele jaren alle hypotheeklasten betaald en de ander niets. Verkrijgt de partner op deze wijze de helft van de woning, dan hoeft door in gemeenschap van goederen gehuwden (en samenwoners in het kader van de zogenoemde samenwonersvrijstelling) over dit deel geen overdrachtsbelasting te worden betaald.
Voor wie buiten gemeenschap van goederen is getrouwd , liggen de zaken anders. Het loont de moeite om in dat geval een zogenaamd finaal rekenbeding in de huwelijkse voorwaarden op te laten nemen waarin bij scheiden of overlijden wordt afgerekend alsof men in gemeenschap van goederen was getrouwd. In dat geval hoeft er ook bij deze vorm van huwen geen overdrachtsbelasting te worden betaald als het op een scheiding aankomt.
Wie dit finaal rekenbeding niet heeft opgenomen en bij een scheiding de gehele woning krijgt toebedeeld, is in beginsel over dit gedeelte wel overdrachtsbelasting verschuldigd. 'In beginsel', want zoals gezegd heeft het Hof in Arnhem recent beslist dat ook mensen getrouwd onder huwelijkse voorwaarden zonder finaal rekenbeding een beroep kunnen doen op de samenwonersvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Let op: deze vrijstelling is niet automatisch van toepassing. Binnen één maand na verkrijging moet er een beroep op worden gedaan, bijvoorbeeld in de notariële overdrachtsakte van de woning.
Om het onderwerp nog wat ingewikkelder te maken, vroegen we ons het volgende af: 'Wat gebeurt er eigenlijk met de woning bij scheiding als deze door de ene gehuwde (onder huwelijkse voorwaarden getrouwd) voor een groter deel is afgelost dan door de andere?' Deze prangende vraag stelden we aan mr. Maarten Meijer, notaris te Amsterdam: ,,Om deze vraag te beantwoorden, is het allereerst belangrijk om te weten dat de bank anders tegen een hypotheek aankijkt dan de gezamenlijke partners. Voor een bank zijn beide partners hoofdelijk aansprakelijk voor de totale hypotheekschuld. De wijze waarop je gehuwd bent (al of niet in gemeenschap van goederen) heeft daar weinig mee te maken. Stel, er is een hypotheekschuld van 300.000 euro. De hypotheeklasten binnen de huishouding worden gedeeld: de vrouw is 'verantwoordelijk' voor haar 150.000 euro en de man voor zijn 150.000 euro. De bank stelt echter: ieder is hoofdelijk aansprakelijk voor 300.000 euro. Als er 10 procent per jaar mag worden afgelost en de vrouw besluit haar deel (zegge 15.000 euro jaarlijks) af te lossen, zijn in geval van echtscheiding de bankafschriften voldoende juridisch bewijsmateriaal. Daar hoeft geen notariële akte voor te worden opgesteld.'' Wel kan er een handgeschreven schuldbekentenis door partners worden opgesteld waaruit blijkt dat de ene partner meer heeft afgelost dan de andere. Tezamen met de bankafschriften kan deze bekentenis bij een eventuele scheiding dienen als 'bewijsmateriaal'.