Wetenschappers 'ontdekken' verslaving aan Google Glass
Dat sommige mensen begeleiding nodig hebben bij het gebruiken van de Google Glass, dat was al langer duidelijk. Eerder dit jaar lanceerde Google, onder het motto 'Don't be a Glasshole', een set etiquetteregels, bedoeld voor gebruikers van de internetbril die zelf niet doorhadden dat ze af en toe wat asociaal overkwamen tegenover hun brilloze medemensen.
Maar dat zelfregulering door gebruikers soms zo op haar grenzen stuit, blijkt wel uit het klinische geval dat onlangs beschreven werd in het wetenschappelijke tijdschrift Addictive Behaviors.
De onderzoekers claimen dat ze het eerste geval van 'internetverslaving' hebben beschreven waarbij het compulsieve gebruik van Google Glass de doorslaggevende rol speelt.
Ze beschrijven het ziektebeeld van een 31-jarige man, die een verleden heeft van depressies en verslavingen. Tijdens een behandeling voor alcoholverslaving, merkten de doktoren dat de patiënt gedrag vertoonde dat veroorzaakt werd door het feit dat hij in de klliniek zijn Googlebril niet mocht gebruiken. Hij bleef maar compulsief met zijn rechterhand in de buurt van zijn slaap tikken, alsof hij het apparaat nog op had.
Googledromen
De man meldde dat hij gewoon was om zo'n 18 uur per dag een Google Glass te dragen: alleen tijdens het slapen en het douchen zette hij hem af. In situaties waar hij de bril niet kon gebruiken, werd hij geïrriteerd en zocht hij vaak ruzie. Ook zijn dromen beleefde hij op een gegeven moment vaak alsof hij ze door een Googlebril zag.
Na 35 dagen gedwongen abstinentie verminderden de symptomen, zo melden de onderzoekers, al bleef de man last houden van 'googledromen'.
Hoe serieus hun bevindingen in de wetenschappelijke wereld genomen zullen worden, valt nog af te wachten. Het is binnen de psychiatrie omstreden of er wel zoiets bestaat als 'internetverslaving'.
Fantoomvibraties
In de meest recente versie van DSM, het handboek dat alle psychiatrische stoornissen beschrijft, verschoof er in 2013 wel voor het eerst iets.
Tot dan toe waren alle 'officiële' verslavingen gerelateerd aan verslavende stoffen, en werd de rest op de grote hoop van de 'gedragsproblemen' gegooid. In de nieuwste editie wordt voor het eerst het bestaan van gokverslaving erkend, en wordt er bovendien een aanbeveling gedaan om nader onderzoek te doen naar het bestaan van 'gameverslaving'.
Veel onderzoekers hebben zo'n aansporing overigens niet nodig; al enige tijd verschijnen er aan de lopende band meer of minder serieus te nemen onderzoeken naar allerlei vormen van internetverslaving. Zo beschreven onderzoekers op de Universiteit van Worcester in 2012 het gedrag van obsessieve obsessieve smartphonegebruikers: die zouden in sommige gevallen zelfs 'fantoomvibraties' voelen.
In datzelfde jaar lieten Chinese onderzoekers zien dat de hersenen van jongeren die heel veel tijd doorbrachten met internetten - met name gamen - eenzelfde soort schade ondervonden als de hersenen van jongeren die verslaafd waren aan alcohol of cocaine.
undefined