Wetenschappers moeten vechten om een beurs, maar er is hoop
Het is de grote frustratie van academisch Nederland: subsidie aanvragen. Veel werk, en vaak tevergeefs. Maar de grootste onderzoeksfinancier komt nu met maatregelen.
Wie het gebouw van Nederlands grootste wetenschapsfinancier betreedt, loopt direct aan tegen een standbeeld. Roemrucht denker Baruch Spinoza staat bescheiden onder een enorme tropische kamerplant in het gebouw van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in Den Haag. Vele wetenschappers van vandaag denken bij die naam echter niet aan de vermaarde filosoof, maar aan de premie van anderhalf miljoen euro die aan zijn naam gekoppeld is. Daar staat NWO toch vooral om bekend: het verdelen van premies en subsidies voor onderzoekend Nederland. Kleine en grote.
Niet minder dan 800 miljoen euro heeft ze jaarlijks te verdelen. En daar is nu zoveel animo voor dat het hele subsidiesysteem onder druk staat. Tegenwoordig dienen zo veel onderzoekers een aanvraag in dat slechts 15 procent zijn onderzoeksplan kan gaan uitvoeren met zo'n beurs. Het schrijven ervan kost zo een paar maanden, en meer dan vier op de vijf aanvragers doen dat dus voor niets.
Mindering
Deze week kwam de financier na lang overleg met universiteiten en zusterinstellingen in het buitenland met maatregelen om wat druk van de ketel te halen. Colleges van bestuur van de universiteiten konden hun ei kwijt, droegen oplossingen aan. Kort gezegd moeten er minder aanvragen binnenkomen. De universiteiten zeggen aan die mindering te willen bijdragen.
Maar hoe kon die druk op die beurzen zo uit de klauwen lopen? In zijn grote en opgeruimde kantoor met uitzicht over Den Haag legt voorzitter van NWO Stan Gielen uit dat dit tien jaar geleden is begonnen met een oproep van de overheid. "Die zei tegen de universiteiten: ga de markt op. Als jullie meer onderzoek willen doen, moeten jullie geld ophalen bij maatschappelijke partners en private instellingen. Dat hebben ze fantastisch gedaan", aldus Gielen.
De derde geldstroom, zoals die financiering heet, is enorm gegroeid. Daar kon alleen geen vaste staf op worden aangesteld, omdat deze middelen altijd tijdelijk zijn. Zo stelden universiteiten voornamelijk promovendi aan, tijdelijke krachten. "Jonge, ambitieuze mensen, die een subsidieaanvraag doen om hun carrière op gang te helpen." Vooral de kleinere zogeheten Veni-beurzen van 250.000 euro zijn bij hen in trek. Met het aantal belangstellenden steeg het aantal aanvragen natuurlijk.
Wat het systeem daarnaast parten speelt, is het idee dat een beurs voor jonge onderzoekers noodzakelijk is voor een vaste aanstelling. Geen wonder dat het dan dringen is. Gielen: "Universiteiten nemen mensen met zo'n beurs aan omdat ze kennelijk heel goed zijn. Ze zijn immers door NWO uitgekozen. Ik vind dat íets te makkelijk. Sommige onderzoekers met een excellente beoordeling eindigen bij ons net onder de streep omdat het budget gewoon beperkt is. Dan moet dat voor universiteiten reden kunnen zijn om te zeggen: je hebt een heel hoge waardering gekregen voor je aanvraag, je krijgt van ons een positie, laat maar zien wat je waard bent." Zodra duidelijk is dat er ook zonder beurs baanperspectief is, daalt het aantal aanvragen mogelijk.
Competitie
Rector magnificus Bert van der Zwaan van de Universiteit Utrecht wil wel iets afdingen op dat idee van noodzakelijkheid van een subsidie. "Ik hoor dit vaker om me heen, maar we nemen ook mensen aan zonder beurs op zak. Zeker in vakgebieden waarvoor je minder snel subsidie kunt krijgen. Voor sommige onderdelen van geesteswetenschappen of sociale wetenschappen is nu eenmaal minder geld beschikbaar. Maar ook elders is het voor ons geen vereiste: we willen gewoon heel goede mensen, met of zonder beurs."
Overigens zou je denken dat financier NWO wel gebaat is bij de competitie tussen onderzoekers. Iedereen doet zijn best een goed onderzoeksvoorstel te schrijven, en alleen de allerbeste blijven over. "Klopt", zegt Gielen. "Maar daar voeg ik aan toe: NWO is er om het Nederlandse onderzoek te bevorderen. En dat doe ik níet door tegen heel Nederland te zeggen: schrijven maar. Er moet ook onderzoek gedaan worden op de universiteiten. Als je denkt dat je volgend jaar meer kans maakt, ga dit jaar dan niet je tijd verdoen met het schrijven van grote aanvragen."
Universiteiten weten ongeveer hoeveel subsidieaanvragen NWO kan honoreren, zegt Gielen. Dus ook hoeveel van die beurzen ze ongeveer kunnen binnenslepen. "Als je als instelling ongeveer vijf projecten denkt te kunnen binnenhalen, dan moet je niet honderd voorstellen insturen. Je weet namelijk wie het meest kansrijk zijn, op basis van iemands reputatie en kwaliteit, maar ook op basis van diens netwerk. Als je ook de rest vraagt een aanvraag te schrijven, houd je die mensen in feite van hun werk af."
Voorselectie
Vandaar een voorselectie. Volgens Gielen, zelf decaan geweest van de faculteit natuurwetenschappen, wiskunde en informatica van de Radboud Universiteit in Nijmegen, hoeft dat niet veel tijd te kosten. Een decaan roept gewoon de directeuren van de onderzoeksinstituten bij elkaar, en vraagt naar hun beste mensen. "De directeuren weten verdraaid goed wie dat zijn. Díe laat je schrijven. En dan ongeveer twee of drie keer zoveel als het aantal beurzen dat je denkt binnen te halen." Universiteiten hoeven volgens Gielen geen 'NWO'tje' te spelen door iedereen een soort vooraanvraag te laten schrijven.
Volgens de Utrechtse rector magnificus Van der Zwaan is de realiteit weerbarstiger. "Natuurlijk weten universiteiten op basis van reputatie wie veel kans maakt", zegt hij. "Maar zeker bij een grote universiteit als die van Utrecht is dat nou ook weer niet heel overzichtelijk. Bovendien wil je iederéén een kans geven, juist ook mensen met onverwachte, frisse ideeën."
Ondertussen lijken de nieuwe maatregelen goed te vallen, zegt Gielen. Hij kreeg deze week naar eigen zeggen 'redelijk wat positieve reacties' van wetenschappers. Anderen vinden het probleem niet opgelost. Er is immers nog steeds niet meer geld te verdelen, zeggen die dan. "En daar hebben ze natuurlijk gelijk in", bekent Gielen. "Dit probleem is ontstaan omdat de middelen beperkt zijn. Dat kan ik helaas niet voor ze oplossen."
Natuurlijk onderschrijft rector Van der Zwaan dit. "Het Nederlandse wetenschapsklimaat verslechtert, onder meer door het langzaam verdwijnen van de aardgasbaten." Van der Zwaan verwijst naar de opbrengsten uit de gaswinning die deels werden geïnvesteerd in wetenschappelijk onderzoek, tot de regering daar zes jaar geleden een eind aan maakte. Dat kostte de Nederlandse wetenschap zo'n 800 miljoen per jaar, eenzelfde som als het hele NWO-budget. Van der Zwaan: "De gevolgen ziet iedere onderzoeker om zich heen. Alle lof voor de nieuwe lijst maatregelen van NWO. De aanvraagdruk is een grote frustratie voor mensen die hun tijd en talenten voor onderwijs en onderzoek willen inzetten. Dat moeten we samen aanpakken. Maar ik blijf zeggen: simpele oplossingen bestaan niet, behalve meer geld."
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
Enkele van de maatregelen om wat druk van de ketel te halen
Straks mogen de honoreringspercentages van onderzoeksaanvragen niet onder de 25 procent komen. Dreigt dat wel te gebeuren, dan zal NWO de mogelijkheid tot aanvragen pas opengooien als er genoeg middelen beschikbaar zijn. Voorlopig geldt dit nog niet voor de beurzen uit de Vernieuwingsimpuls, de Veni-, Vidi- en Vici-beurzen.
Er komt meer afstemming op Europese beurzen. De zogenoemde Starting Grants die onderzoekers in Brussel kunnen aanvragen komen min of meer overeen met de Vidi-beurzen van NWO. De Nederlandse organisatie stimuleert onderzoekers daarom zich eerst aan te melden voor die Europese variant. Worden ze daar als excellent beoordeeld maar schieten ze alsnog net mis, dan springt NWO bij.
NWO zal universiteiten terugkoppelen welke aanvragers veel kans maakten en welke niet. Zo kunnen de kennisinstellingen beter zien waar de kansen liggen.
Er komen experimenten waarbij de beste elementen van verschillende consortia van onderzoekers worden samengebracht, het zogeheten sand-pit model.
Tot slot gaat NWO nader onderzoek doen naar een experiment waarin wetenschappers het geld zélf mogen verdelen, daarmee het hele aanvraagcircus overbodig makend.
Lees ook:
- Jonge wetenschapper heeft nauwelijks nog kans op beurs.
- Deze wetenschappers kregen de Spinozapremie voor hun onderzoek.