Werk van jonge makers valt in het niet bij epos van Fabre
dans
Julidans 2015 **/****
Julidans deed de afgelopen weken waar het in de 25 jaar van zijn bestaan steeds beter in is geworden: het presenteren van de stand van zaken in de internationale, hedendaagse dansscene. De editie 2015 blikte daarnaast ook terug op die kwarteeuw dans, met werk van de underground van toen - gevestigde dansmakers inmiddels - en hun werk van nu.
Prachtig was 'Partita 2' (2013) van Anne Teresa De Keersmaeker, representant van de Vlaamse golf, die in de jaren tachtig afrekende met de verheven esthetiek van de dans. Al dertig jaar zoekt De Keersmaeker de verdieping op, gedreven door een steeds obsessiever wordende fascinatie voor muziek. Aanvankelijk inspireerde die haar tot mathematische precisie, maar nu laat ze zich steeds verder inspireren door, noem het, de filosofische drijfveren achter de dans.
Fascinerend dat deze wereldwijd gerenommeerde choreografe steeds persoonlijker werkt, zelf ook (weer) het podium opzoekt en desnoods gigantisch op haar bek durft te gaan. In Partita leidde dat tot een ontmoeting in een duet met het enfant terrible van de dans van nú, Boris Charmatz, waarin beider kunstenaarschap werd opengepeld, uitgedaagd en ontwapend.
Authentiek, reflecterend én actueel; Partita was een veel betere opening geweest dan wat de festivalleiding had geselecteerd: 'May B' van Maguy Marin. Dit Becketiaans 'dansdrama' uit 1981 (!) mag weliswaar tot de hedendaagse dansklassiekers worden gerekend, het is geen prikkelende opening van een festival dat zijn bestaansrecht ontleent aan de actualiteit.
Wat beweegt de hedendaagse dansmaker, wat maakt hij/zij zoal en hoe? Populair gezegd, wat is 'in'? Eerlijk gezegd vielen alle goede intenties van vooral de jonge makers dit jaar in het niet bij hét event van deze editie: 'Mount Olympus' van Jan Fabre (die Vlaamse golf van weleer!), een 24-urig danstheaterepos rond de Griekse tragedies. Een zinderend pamflet en theaterritueel ineen over de dilemma's van de beschaving, geschreven met bloed, sperma en ingewanden. Een voorstelling die waarschijnlijk zal gelden als mijlpaal in de theatergeschiedenis.
Tja, en bied daar dan maar eens tegenop als jonge dansmaker. Die richt zich steeds meer op multidisciplinair theater en installaties, zo zagen we, waar dans een onderdeel van vormt of 'slechts' vehikel is om verhalen te vertellen. Inventief, goed uitgedacht, maar toch in veel gevallen te mager.
De Italiaan Alessandro Sciarroni toonde zich in een eerdere Julidans als een tegendraads brutaaltje door de Tiroler 'hakkendans' conceptueel op de hak te nemen, nu stelde hij teleur met een choreografie met kegels. Het jongleren daarmee, in een grid van geordende lijnen, voorspelbaar en nét niet virtuoos genoeg om het écht spannend te maken, bevatte geen pregnante onderlaag. Datzelfde gold ook voor de Franse Maud Le Pladec, die met haar dansers en percussionisten in 'Democracy' 'iets' wilde zeggen over de mechanismes van het collectief.
Beelden van revolutie en botsing, soms van onderlinge steun. Maar over de relatie tussen de dans en de muziek, de drumstellen die onder stroboscooplicht toch heel erg prominent op platforms heen en weer werden geschoven, had Le Pladec niets bijzonders te melden.
De focus op visuele middelen, 'het plaatje', was prominenter dan ooit. En helaas ging dat vaak ten koste van de inhoud. Het Oostenrijkse Liquid Loft wekte in 'Deep Dish' een schilderij van Arcimboldo tot leven, rond een feestdis annex bacchanaal van vier performers. Met een minicamera werd er aan tafel ingezoomd op het fruit en groente dat als een hoorn des overvloed over de tafel was gedrapeerd, vervolgens groot geprojecteerd op de achterwand.
Wanneer het etentje vervalt in wellustigheden (o, moreel verval!), laten ook de immense paprika's en selderie hun 'rotte kant' zien, totdat er een embryonale soep van troebel plankton overblijft. Goed gemaakt, mooi vooral, maar hier ook een strekking die niet bijzonder beklijft.
Een heel gunstige uitzondering op het gebrek aan urgentie maakte de Zweed Jefta van Dinther met 'As It Empties Out': een door elektro aangejaagde verdwijntrucendoos van rood oplichtende lichamen in het duister. Van Dinthers intelligente installatie-achtige aanpak voelde als een delirium die de perceptie aan het wankelen brengt, en tegelijk het gevoel op scherp zet. Zo'n alertheid was er in deze Julidans nét even te weinig.
undefined