Wereldraad vraagt Indonesië geweldplegers aan te pakken
AMSTERDAM - Vertegenwoordigers van de Wereldraad van kerken en van de Christelijke conferentie van Azië hebben na een gezamenlijk bezoek aan Indonesië de regering dringend gevraagd de daders van de aanslagen op kerken, christenen en de Chinese minderheid op te sporen en te vervolgen. Zij hebben president Habibie gezegd het moeilijk te begrijpen waarom tot dusver is verzuimd op te treden tegen degenen die zich hebben vergrepen aan mensen en eigendommen.
Indonesië had altijd een goede staat van dienst wat betreft religieuze verdraagzaamheid, maar inmiddels zijn ruim vijfhonderd kerken in vlammen opgegaan; ook enkele moskeeën moesten het ontgelden. Het bezoek van de kerken arriveerde toevallig enkele dagen voordat nieuw geweld losbarstte, ditmaal op Ambon.
In gesprekken met de Wereldraad en de CCA hebben Habibie en de zijnen harde woorden gesproken aan het adres van de verantwoordelijken voor de gewelddaden en de godsdiensttwisten. Maar Habibie gaf toe zich in een Mission Impossible te voelen.
Volgens het bezoekende team verkeert Indonesië in een opperste staat van religieuze en etnische verwarring. Een glimpje hoop bood hun het feit dat moslimfamilies christelijke buren bij zich hadden laten onderduiken en dat moslimjongeren leeftijdgenoten van het brandstichten van een kerk wisten af te houden.
In India heeft premier J. B. Patnaik van de deelstaat Orissa zijn ontslag aangeboden in verband met het geweld tegen christenen in die staat. Patnaik kwam tot zijn beslissing na twee ontmoetingen met Sonia Gandhi, de voorzitter van de Congrespartij. Deze partij vormt de regering van Orissa. Eind januari werden de Australische baptistenzendeling Graham Staines en zijn twee zonen levend verbrand door extremistische hindoes. Afgelopen weekeinde zijn in deze deelstaat twee christenen door onbekenden gedood.
