Welkom in de wereld van de sjoemelsigaret
De roker moet weten wat er in een sigaret zit aan teer, nicotine en koolmonoxide. Tabaksrook wordt geanalyseerd volgens een Europese methode. Maar vooral de fabrikanten bepalen hoe er wordt gemeten: gunstig voor hen. Welkom in de wereld van de sjoemelsigaret.
Het is december 1997. Wetenschapper André de Kok, werkzaam bij de inspectie gezondheidsbescherming van de toenmalige Keuringsdienst van Waren in Alkmaar, stelt een rapport op over de methode waarmee in Nederland het teer- en nicotinegehalte van sigaretten wordt gemeten.
De Kok schrijft: "De industrie kan elk gewenst teergehalte laten meten zonder de sigaret zelf te veranderen." Dat is een betrekkelijk alarmerende conclusie, die ook bij ambtenaren van de VWS-directie gezondheidsbeleid belandt. Maar het blijft stil.
De Kok schrijft: "Indien het doel de bescherming van de roker is, zijn andere maatregelen zoals een totaalverbod op tabaksreclame waarschijnlijk effectiever dan het stellen van teerlimieten."
Dat is beslist ook een prikkelend zinnetje, want de meetmethode is er inderdaad om de roker te beschermen, die moest een 'verantwoorde keuze' kunnen maken. Voor een merk met minder teer bijvoorbeeld.
Rookmachine
Het is maar een dun rapportje, zeven pagina's tekst en wat grafiekjes. André de Kok verspreidt het ruim, alle betrokken overheidsdiensten krijgen een kopie, het rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM), de complete tabaksindustrie, de lobby tegen en voor het roken én de Consumentenbond. Op de verzendlijst staan achttien adressen. Het ministerie van volksgezondheid (VWS) krijgt drie exemplaren toegestuurd. Maar alles blijft zoals het was. Dat is anno 2018, twintig jaar na het rapport van De Kok, in feite nog steeds zo.
De rookmachine waarin tabaksproducten werden getest stond eind jaren negentig nog in een hok bij de keuringsdienst in Alkmaar. Sinds zes jaar staat het apparaat in Bilthoven, bij het RIVM. In het apparaat wordt de hoeveelheid teer, nicotine (en tegenwoordig ook koolmonoxide) in tabaksrook gemeten, geheel volgens de officiële Europese ISO-norm.
ISO staat voor Internationale Organisatie voor Standaardisatie, een onafhankelijke instituut dat op wereldschaal voor zowat alle denkbare goederen en diensten normen en richtlijnen opstelt, waar iedere producent en overheid zich op kan baseren. In Nederland is normalisatie-instituut NEN erbij aangesloten.
De meetmethode ligt vast in de EU-tabaksrichtlijn en is bindend voor de lidstaten. De machine rookt volgens een vast patroon automatisch een sigaret op. Uit het rookcondensaat wordt bepaald hoeveel milligrammen kankerverwekkende en verslavende bestanddelen er in iedere sigaret zitten. Worden de wettelijke limieten overschreden, dan heeft de fabrikant een probleem.
Maar de wettelijke norm wordt vrijwel nooit geschonden, want eigenlijk zit de industrie zelf aan de knoppen. Het flinterdunne rapport van André de Kok uit 1997 illustreert dat feilloos. De Kok schreef het rapport destijds omdat een paar jaar daarvoor de ISO-rookmethode was aangepast. Hij legt erin vast wat het effect is van die aanpassing.
Trend
Jarenlang had niemand geklaagd over de methode, de industrie niet, de overheid niet, de Consumentenbond niet en de roker evenmin. Maar halverwege de jaren tachtig gebeurt er iets dat de tabaksindustrie in staat van paraatheid brengt. Eén van de grote fabrikanten, British American Tobacco (BAT), introduceert een nieuwe sigaret: Barclay. Het is de tijd dat overal light-versies opduiken van sigarettenmerken. De consument wil 'gezondere' producten, minder teer, minder nicotine. De industrie speelt soepel in op die trend.
Light-sigaretten zijn inmiddels allang verboden, want ook misleidend. Door 'lichtere' sigaretten met lagere teer- en nicotinegehalten gaan rokers anders roken (dieper inhaleren en ze nemen meer trekken), waardoor het kankerrisico juist toeneemt.
Maar BAT heeft iets nieuws. Barclay-sigaretten hebben een filter zonder de gebruikelijke, vrijwel onzichtbare ventilatiegaatjes, maar met vier open luchtkanaaltjes in de lengte langs het filter. Het idee is dat de roker op die manier veel 'schone' lucht aanzuigt tijdens het nemen van een trek, waardoor de tabaksrook sterk wordt verdund en spectaculair lage teer- en nicotinewaarden kunnen worden bereikt.
Althans, in de rookmachine.
Droomwaarde
In het echt is er nauwelijks verschil met andere sigaretten, want de roker drukt tijdens het roken die ventilatiekanaaltjes met de lippen dicht, waardoor er in de praktijk vrijwel geen verdunning optreedt.
Maar wat voor BAT op dat moment telt zijn de uitkomsten van het machinaal roken, want die waarden mogen dan nog op de sigarettenpakjes worden gedrukt. Komen de ouderwetse sigaretten van de concurrenten in die tijd nog met teerwaarden van soms wel 14 mg uit de test, Barclay haalt scores van nog geen 1 mg. Uit marketing-oogpunt een droomwaarde.
De concurrenten van BAT, Philip Morris voorop, komen meteen in actie. De industrie begint een campagne om de ISO-rookmethode zo veranderd te krijgen dat Barclay weer in de gemiddelde regionen belandt. Philip Morris zet een groots lobbyplan op, 'Project Bath', waarin ook Boudewijn van Duuren, wetenschapper en vanaf 1986 analist bij Philip Morris in Bergen op Zoom, een rol heeft.
Sinds 2001 zit Van Duuren namens Philip Morris in de Normcommissie Tabak en Tabaksproducten van het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). In 2014, twee jaar na zijn pensionering, wordt hij benoemd tot voorzitter. Het is de commissie waar het RIVM en de voedsel- en warenautoriteit NVWA vandaag uitstappen omdat de invloed van de tabaksindustrie te groot is.
Van Duuren werkt 26 jaar bij Philip Morris en is jarenlang nauw betrokken bij de lobby rond de ISO-rookmethode. Hoe onafhankelijk ben je dan als voorzitter van een NEN-normcommissie die over tabak gaat? In een reactie per mail schrijft hij afgelopen week dat hij als voorzitter onafhankelijk is. "Mijn rol is om processen te bewaken en te zorgen dat de vergadergroep gemotiveerd en doelgericht bezig is, zodat methodes met consensus worden besproken en uiteindelijk gevalideerd."
Oneerlijk laag
Terug naar Barclay: Philip Morris is destijds, jaren tachtig, bang dat het succes van Barclay de marktpositie van de eigen merken aantast en wil met het Project Bath nieuwe internationale testnormen maken, zodat merken als Barclay, 'die nu oneerlijk lage gehalten produceren' (aldus een intern bedrijfsdocument), weer 'normale' waarden geven in de rookmachine.
De lobbycampagne, eind jaren tachtig, van de samenwerkende tabaksfabrikanten om BAT en Barclay weer in het gareel te krijgen, is uiterst succesvol. Het kost wat tijd, er moet over en weer met rechtszaken worden gedreigd, maar in 1991 ís er een nieuwe ISO-norm voor de rookmachine. De tabaksindustrie is geen strobreed in de weg gelegd.
In zijn rapportje uit 1997 analyseert André de Kok van de Alkmaarse keuringsdienst het effect van de aangepaste ISO-rookmethode op de teer- en nicotinegehalten in sigaretten. Wat blijkt? De tabaksindustrie heeft de rookmethode zo weten bij te sturen dat niet alleen Barclay weer netjes binnen de lijntjes zit. Álle sigaretten komen met de nieuwe ISO-norm beter uit de test.
Barclay haalt nu in de rookmachine veel hogere waarden omdat de sigarettenhouders van de rookmachines zo zijn aangepast dat de ventilatiekanalen vrijwel allemaal zijn afgesloten. Maar de industrie heeft ook de afzuigsnelheid van de zijstroomrook tijdens het machinaal roken (dat is rook die tijdens het branden van een sigaret omhoog kringelt en niet wordt geïnhaleerd) flink verhoogd. Daardoor brandt de sigaret aanzienlijk sneller op. De machine kan daardoor minder trekken nemen, voordat de minimale peuklengte wordt bereikt. En dus wordt er minder teer gemeten. Het scheelt bij de machinemeting vijf tot tien procent teer, per merk.
André de Kok stelt zijn lezers een vraag in zijn rapport uit 1997: "Is de roker of de volksgezondheid in het algemeen er door de nieuwe ISO-methode op vooruit gegaan?" Hij geeft zelf het antwoord: "Dit valt zeer te betwijfelen. De condities waaronder de sigaretten worden afgerookt, zijn volledige arbitrair."
De EU-meetmethode is sindsdien niet meer gewijzigd.
Niet aan tafel met tabakslobby
"Wij kunnen ons niet meer vinden in de invloed die de tabaksindustrie heeft op de ISO-rookmethode", zegt Reinskje Talhout, tabaksexpert bij het RIVM. Sinds 2012 zit het RIVM aan tafel met de tabaksindustrie in de Normcommissie Tabak en Tabakprodukten van het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). Vanaf vandaag zitten het RIVM en de voedsel en warenautoriteit NVWA niet meer in de commissie.
Het consumentenprogramma 'Radar' bracht eind vorig jaar in een tv-uitzending naar buiten hoe groot de betrokkenheid van de tabaksindustrie is in de normcommissie. Van de tien leden zijn er acht werkzaam bij de tabaksindustrie. Is de beslissing om uit de commissie te stappen een gevolg van de media-aandacht?
Talhout: "Nee. Maar het speelt wel mee. We zien dat er steeds meer maatschappelijke discussie is over de invloed van de tabaksindustrie op het tabaksbeleid. We praten hier intern al jaren over. Wij vinden dat zo'n rookmethode moet worden opgesteld door een onafhankelijke commissie. Hier is sprake van belangenverstrengeling."
Gevolgen
Het besluit van het RIVM om de commissie te verlaten zal internationaal gevolgen hebben, verwacht Talhout. "Wereldwijd gezien is de dominantie van de tabaksindustrie in dit soort commissies misschien nog wel groter dan in Nederland. Wij zijn er ooit ingestapt vanuit de visie dat het weliswaar geen ideale situatie was, maar als we niet hadden deelgenomen dan zouden we in ieder geval heen invloed hebben gehad. We kunnen dit nu niet langer voor onszelf verantwoorden."
Het NEN geeft in een reactie toe dat de samenstelling van de commissie 'moeilijk evenwichtig kan worden genoemd'. "Het gebrek aan evenwicht wordt gecompenseerd door specifieke afspraken over besluitvorming. Er wordt in principe niet gestemd in een normcommissie."
NEN zegt zich te hebben ingespannen om de commissie evenwichtiger te maken. Volgens een woordvoerster zijn er onlangs nog gesprekken gevoerd met neutrale partijen, zoals onderzoeksinstellingen. Ook is de anti-rooklobby uitgenodigd. "Doordat deze partijen categorisch weigeren met de tabaksindustrie aan tafel te zitten, is er weinig zicht op een verbetering."
Talhout zegt dat het RIVM inmiddels via de Wereldgezondheidsorganisatie is betrokken bij onderzoek naar betere meetmethoden, door onafhankelijke experts opgesteld. Het RIVM is voorstander van de Canadese aanpak, waarbij in de rookmachine alle ventilatiegaatjes in sigaretten worden afgeplakt. Voorlopig wordt de oude rookmethode nog toegepast in Nederland, omdat de Tabakswet maximum teer- en nicotinegehalten voorschrijft. Het RIVM moet de naleving daarvan controleren.
Staatssecretaris van volksgezondheid Paul Blokhuis (ChristenUnie) kreeg afgelopen maand van Eurocommissaris Vytenis Andriukaitis de toezegging dat er snel een onderzoek komt naar een nieuwe, betrouwbare meetmethode.
Verantwoording
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van interne documenten van Philip Morris en andere tabaksbedrijven, die vanaf 1998 openbaar zijn gemaakt door een megaschikking in rechtszaken van overheden tegen de Amerikaanse tabaksindustrie. In een databank van de Universiteit van Californië liggen 14 miljoen documenten van de industrie (industrydocumentslibrary.ucsf.edu).
Daartussen zit ook Nederlands materiaal. Zoals de 'Dutch Tobacco Industry Collection', met daarin vierduizend documenten die door Trouw in de afgelopen twintig jaar via verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur zijn opgevraagd bij Nederlandse overheidsinstanties.
Die documenten zijn in 2013 op initiatief van de Universiteit van Maastricht gedigitaliseerd om ze beschikbaar te maken voor (wetenschappelijk) onderzoek.
Ook het rapport van André de Kok, tabaksexpert bij de toenmalige Keuringsdienst van Waren, dat in dit artikel centraal staat (hij schreef dit rapport overigens samen met E.F.J. Zeegers), is daar te vinden.
Trouw-journalist Joop Bouma schreef in 2001 'Het Rookgordijn' over de invloed van de tabaksindustrie op het tabaksbeleid in Nederland. Hij werkt aan een vervolg op dat boek.
Lees ook: Nederland stapt per direct uit commissie sjoemelsigaret
De methode om ziekmakende en verslavende stoffen in tabak te meten misleidt rokers. Het RIVM doet er niet meer aan mee.