Weinig technische studies, dan krijg je dat: een meidenoverschot
introductie | Het nieuwe studiejaar begint. Utrecht telt veel vrouwelijke studenten. Dat met name vrouwen naar de grote stad trekken voor hun studie is slim, zeggen statistici.
Vandaag beginnen in Utrecht de jaarlijkse introductiedagen voor studenten. De stad heeft vooral aantrekkingskracht op vrouwelijke studenten en dat blijkt een slimme keuze van deze vrouwen.
In de tweehonderdjarige geschiedenis van de sociëteit van het Utrechtsch Studenten Corps (USC) is ooit één stemming geweest over het toelaten van vrouwen. Dat was in 1972 en het merendeel stemde toen tegen een fusie met de vrouwelijke tegenhanger van deze studentenclub. In het statige pand in het centrum van de stad zijn lidmaatschap en de borrels nog altijd voorbehouden aan mannen. Het is een van de weinige plekken in de stad waar men geen vrouwen tegenkomt.
En dat terwijl vrouwen in de leeftijd 20-25 jaar hier wel oververtegenwoordigd zijn. Op elke 100 jongens zijn er 137 meiden. In geen stad is dit aandeel zo hoog.
Vraag een willekeurige mannelijke student hoe dat nou is en het antwoord is een grote glimlach en de tegenvraag: "Wat denk je zelf?" Al merkt de toekomstige rector van het USC en student rechten en economie, Reinier van Doorn (23), weinig van dit overschot. "Utrecht telt zoveel studenten dat het niet opvalt."
Hij denkt dat een deel van de leden van het USC heel bewust voor een mannenclub kiest. Niet omdat ze niet van vrouwen houden (de discotheek van het USC is wel gemengd) maar "vanwege de lol en de vriendschappen. Mannen onder elkaar gaan toch anders met elkaar om dan vrouwen of als er vrouwen bij zijn". Het meidenoverschot in de stad is deels te verklaren uit de weinige technische studies.
Dat met name vrouwen naar de grote stad trekken voor hun studie, blijkt een slimme keuze, zo stellen Jan Latten en Marjolein Das, beiden verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zij brachten onlangs de levensloop in kaart van bijna 300.000 vrouwen die in de jaren zeventig werden geboren in kleinere steden en dorpen, en keken daarbij naar studie, arbeidscarrière en relatievorming.
Wat blijkt: de trek van vrouwen naar de stad heeft tal van voordelen. Zo heeft de helft van de 40-45-jarigen die buiten de grote steden is geboren en als midden- of eindtwintiger in de Randstad woonde een hbo-opleiding of universitaire opleiding, tegenover 10 procent van de vrouwen die op die leeftijd niet in de grote stad woonde. En ze verdienen meer als ze in de Randstad blijven. Het gaat om 640 euro maandelijks.
Deze hoogopgeleide vrouwen verzamelen ook nog eens het beste 'relatiekapitaal'. Hiermee ontkrachten de onderzoekers de mythe dat het vrouwenoverschot ook tot een single-vrouwenoverschot zou leiden. Hoogopgeleide vrouwen wonen in de Randstad net zo vaak samen met een partner als in kleine steden en dorpen. Judith Tielen is zo'n hoogopgeleide veertiger. Zij vertrok uit de Achterhoek om in Utrecht geneeskunde te studeren, vond een universitair geschoolde partner en wil nu nooit meer weg. Ze herinnert zich dat de collegebanken ook toen al ruim bezet werden door vrouwen. "Ik ben daarom ook bij een gemengde studentenvereniging gegaan."
Latten en Das schrijven dat vrouwen een partner met hoge sociale status, ambitie en goede financiële vooruitzichten belangrijk vinden voor henzelf en voor hun nakomelingen. "Niet alleen vormen zij zo een nieuwe stedelijke elite, ze vormen ook de gezinnen met de meeste kans op maatschappelijk succesvolle kinderen." Voor Tielen biedt de stad vooral veel voorzieningen en voor haar kinderen dat ze opgroeien in een diverse samenleving. Dat je er voor meer geld minder huis hebt, neemt zij voor lief. "Utrecht heeft mijn hart gestolen."
undefined
Vrouwenoverschot in de randstad
De Universiteit Utrecht telt 30.000 studenten en de Hogeschool Utrecht bijna 40.000. Op de hogeschool is de verhouding man-vrouw 44-56 procent. Op de universiteit is deze verhouding ongeveer 40-60.
Ook in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag bestaat een 'jonge-vrouwenoverschot'. Dit komt deels doordat vrouwen uit heel Nederland naar deze steden trekken om te studeren en te werken. Inmiddels heeft 49 procent van de vrouwen tussen de 25 en 35 jaar een hbo-diploma of academische kwalificatie, tegenover 40 procent van de mannen.
undefined