Weinig Nederlanders lijken zich te plaatsen voor de Winterspelen

Het mocht dan het eerste echte winterse weekend zijn, een wintersportland is Nederland nog lang niet. Die conclusie mag getrokken worden nu de vooruitzichten voor de sporten buiten het schaatsen twee maanden voor de Winterspelen in het Zuid-Koreaanse Pyeongchang niet al te best meer zijn.

In het Russische Sotsji in 2014 ging het nog beter dan ooit met de niet-schaatsers. Toen kwamen er naast het shorttrack en het langebaanschaatsen nóg twaalf atleten uit in andere disciplines. Naast de bobsleeërs, waarbij een vrouwen- en mannenteam meedeed, kwamen er ook nog zes snowboarders in actie.

Dat gaat bij de komende editie in Zuid-Korea niet gebeuren. Al was er lang hoop dat Nederland als wintersportland zich juist op meer disciplines dan ooit zou plaatsen. Zo droomden bijvoorbeeld vier curlingmannen van een historische olympische plaatsing. Op het kwalificatietoernooi in Tsjechië bleek vorige week, na een eerdere EK-stunt tegen topland Zweden, dat de mannen nog weinig te zoeken hebben op de olympische curlingbaan. Het team won maar één wedstrijd en eindigde als laatste in de poule.

Wonder

Zo ver is het voor de Nederlandse bobsleeërs nog niet, al hebben zij ook een wonder nodig om zich te plaatsen voor Pyeongchang. Toen sportkoepel NOC-NSF na Sotsji de geldkraan dicht draaide, was het bobsleeën - sinds 2002 in Salt Lake City een vaste olympische kandidaat voor Nederland - op sterven na dood.

Zonder middelen trok een aantal vrienden de wereld over, gesteund door crowdfundingacties. Het vrouwenteam hield op met bestaan. Toen er dit jaar toch een grote geldschieter kwam voor de mannen, werden kosten noch moeite gespaard om Pyeongchang toch te halen in de twee- en viermansbob.

Maar de rampspoed was nog niet voorbij. De gloednieuwe slee ging kapot en kon pas afgelopen weekeinde tijdens de wereldbekerwedstrijd in Winterberg weer gebruikt worden. Gebrek aan training, de winterse buien, wie zal het zeggen.

Feit is dat de Spelen nog mijlenver weg zijn, terwijl de tijd begint te dringen. De tweemansbob, met piloot Ivo de Bruin en remmer Bror van der Zijde, staat nu op de 23ste plaats in het klassement, ver verwijderd van de top-12 notering die half januari nodig is op de geschoonde lijst.

De viermansbob mocht in Winterberg geen tweede keer starten vanwege een trage eerste run. Dwarsgezeten door de sneeuw, die met bakken uit de lucht kwam in Duitsland, werd de slee slechts 25ste. Het Nederlandse team staat nu 17de op de geschoonde lijst en moet in slechts drie wedstrijden vijf plekken zien te stijgen voor Pyeongchang.

Snowboarders

Het ziet er niet naar uit dat de snowboarders de eer gaan redden. Na Sotsji werd er juist veel geïnvesteerd in talentontwikkeling in de relatief nieuwe olympische disciplines van het freestyle snowboarden. Er is nu een team snowboarders dat fulltime op Papendal traint, afgewisseld met de trainingsstages in de bergen.

Met de indoor skihallen is het op de disciplines als slopestyle, halfpipe en big air ook mogelijk om de sprongen in Nederland te oefenen. Er wordt in die sporten ook steeds meer turnkennis gebruikt en getraind op een trampoline. Wie mooie salto's kan maken, en een beetje op een board kan staan, zou zich zo kunnen melden aan de start van een internationale wedstrijd.

Een oudgediende is er in ieder geval wel bij. Mits ze blessurevrij blijft. Cheryl Maas, die niet zal stoppen zolang haar lichaam het nog kan, liet zich ondanks een nekbreuk niet van de wijs brengen. Zij plaatste zich voor Pyeonchang op de onderdelen big air en slopestyle.

Ondanks meer aandacht voor het freestyle snowboarden ging de Sotsji-generatie met pensioen of zakte weg door blessures. Jong talent is er gelukkig wel. De pas 17-jarige Niek van der Velden voldeed op de big air in Duitsland twee weken geleden aan de eis om twee keer top-12 te halen op een World Cup en mag naar de Spelen als hij eind januari nog steeds bij de 40 beste snowboarders ter wereld hoort.

Michelle Dekker, de beoogde opvolgster van Nicolien Sauerbreij, hoopt zich nog te kwalificeren op de parallelreuzenslalom. En als het even meezit raast er toch nog een Nederlandse door het ijskanaal in Pyeongchang. De skeletonsters Kimberley Bos en Joska Le Conté staan na vier van de zeven wereldbekerwedstrijden 14de en 18de op de wereldranglijst. Een plekje bij de beste 12 is voldoende voor een olympisch ticket.

Lees ook

Intussen, bij de schaatsers, werpt Ted-Jan Bloemen zich nadrukkelijk op als concurrent van Sven Kramer op de 5000 meter: Bloemen rijdt met wereldrecord Kramer uit de boeken.