Weg illusie
Op 19 september 1984, `s morgens om halfnegen, heb ik mijn laatste sigaret gerookt. Volgens de cold turkey-methode, dus zonder hulp van Allen Carr of andere goeroes, zonder pillen of plakken van pleisters. Ik was zeer trots en tevreden dat het mij was gelukt van die verslaving verlost te zijn. Totdat de krant van dinsdag 1 augustus in de bus viel met het artikel `Het is bijna nooit te laat om te stoppen`.
Die kop is veelbelovend, de inhoud is behoorlijk schrikaanjagend. Het is dat ik niet meer taal naar sigaretten, anders had ik er bij wijze van spreken meteen eentje opgestoken. In de tijd dat ik met roken stopte, ongeveer even lang geleden dus als Allen Carr, ging men ervan uit dat longen zich, tenzij je veel te laat was opgehouden, vrij snel herstelden. En ja hoor: ofschoon ik jarenlang twee pakjes per dag rookte, in die tijd vijftig sigaretten, bleek ik al na betrekkelijk korte tijd de tram te kunnen halen zonder vervolgens de hele rit op apegapen te liggen. Ook luidde de theorie dat als je zeven jaar nadat je was gestopt nog steeds geen longkanker had, je opgelucht kon ademhalen. Niet dat je dan nooit longkanker zou kunnen krijgen, maar als dat zou gebeuren, zou dit geen gevolg van je rookgedrag meer zijn. Waren dit destijds dan broodje-aapverhalen?
Uit het artikel begrijp ik dat ik ongeveer drie à vier levensjaren moet inleveren en dat mijn rookgedrag me nog steeds fataal kan worden.
Is het verstandig zo`n artikel te plaatsen en daarmee mensen te ontmoedigen die juist overwogen de sigaret uit hun leven te verbannen? Wijzen op de gevaren van roken, mensen, vooral jongeren aanmoedigen ermee te stoppen of er liever nooit aan te beginnen: allemaal prima, maar met dit artikel is mij en, wie weet, hoeveel andere ex-verslaafden, een illusie ontnomen.