'Weer wat wijzer geworden' Vrouwenorganisaties op zoek naar vijftigers
Traditionele vrouwenorganisaties kampen met teruglopende ledentallen. Om te overleven steken ze zichzelf in een nieuw jasje. Een nieuwe naam, en een beperktere doelgroep: vrouwen vanaf een jaar of vijftig.
Gevraagd naar het belang van een vrouwenorganisatie in de 21-eeuw, verwijst Inge van der Mast verrassend genoeg naar haar moeder. Geboren in 1908, en een voorbeeld van haar tijd: een opleiding was voor haar niet weggelegd, huisvrouw en moederschap, daar draaide ook dit vrouwenleven om. Haar moeder heeft daar haar hele leven last van gehad, zegt de dochter. "En mij doet het bijna pijn hoeveel kansen zij heeft gemist."
Inge van der Mast hoeft alleen maar naar haar eigen leven te kijken om te weten hoeveel er sindsdien is veranderd. Zelf is ze 61 en ook een voorbeeld van haar generatie. Begonnen als verpleegkundige, daarna getrouwd, kinderen, man gevolgd naar de plekken waar zijn werk was. Op latere leeftijd theologie gestudeerd, nu geestelijk verzorger in een ziekenhuis en voorzitter van de christelijk-maatschappelijke vrouwenbeweging Passage. En, om de vrouwelijke familieschets af te maken: Van der Masts dochters staan model voor de jonge vrouw anno 2012. Na de middelbare school naar de universiteit, in de verwachting daarna te gaan werken.
Maar ondanks die grote vooruitgang in de maatschappelijke positie en kansen van vrouwen, wijst Inge van der Mast dus eerder naar haar moeder dan naar dochter om de betekenis van Passage te duiden. "Ik weet niet of alle vrouwen de kansen die ze hebben, voldoende weten te benutten", zegt de Passage-voorzitter. "Ze leven niet sociaal-geïsoleerd, maar ze zoeken toch een verband om hun leven te delen met andere vrouwen. Moederschap, mantelzorg, daar kan je in je kleine clubje over praten, met je familie, of in je kerkgemeenschap. Maar hoeveel mooier is het om ervaringen uit te wisselen met vrouwen die net een wat andere insteek kiezen, of uit een andere traditie komen. Vrouwen leren van elkaar, en Passage geeft daar ruimte voor."
Tien jaar geleden voelden nog 47.000 vrouwen zich aangetrokken tot de protestantse vrouwenvereniging, voorheen de Nederlandse Christen Vrouwenbond, opgericht in 1919. Nu zijn dat er nog maar een kleine 22.000 en een eenvoudig rekensommetje leert de voorzitter dat het 'zomaar afgelopen' kan zijn met de bond. De vergrijzing slaat ongenadig toe, op sommige plaatsen is de gemiddelde leeftijd van de vrouwen 75; afdelingen worden gesloten wegens te weinig nieuwe aanwas, of omdat het volstrekt onmogelijk is nog vrouwen te vinden voor het afdelingsbestuur.
"En toch is het geen verloren zaak", zegt Van der Mast beslist. "Je kunt ook anders tegen dat getal aankijken. Er zijn 22.000 betrokken vrouwen, die de waarde zien van onze missie." Maar ze erkent ook ruiterlijk dat haar eigen doel is: het stoppen van de daling, en liefst een beetje groei.
De protestantse club bevindt zich in die zin in goed gezelschap, dat ook andere traditionele vrouwenorganisaties het moeilijk hebben. De vereniging van katholieke vrouwen, het katholiek vrouwengilde, hield in 2005 landelijk op te bestaan, na maar liefst 93 jaar. Ze is plaatselijk verdergegaan. In Limburg zijn nu nog 17 lokale afdelingen met zo'n 3000 leden - in totaal, en daarmee is het nog maar een glimp van de trotse club die het ooit was.
Verzuild als het was en is, had de traditionele vrouwenbeweging ook een algemene tak: de Nederlandse vereniging van huisvrouwen en de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, waar trouwens ook de christelijke en katholieke plattelandsvrouwen een eigen organisatie hadden. De Plattelandsvrouwen (opgericht in 1930) heeft net als Passage een nieuwe naam: Vrouwen van Nu. Eerst was daar nog het vertrouwde NBvP aan vastgeplakt, maar vanaf januari is de associatie alleen nog in de statuten zichtbaar. "Het is heel dubbel", zegt voorzitter Tineke Luijendijk-Bergwerf. "Als je bond van plattelandsvrouwen zegt, zeggen mensen: o ja, daar was mijn moeder ook lid van! Maar wij vinden daar nu een sfeer van oubolligheid omheen hangen. Dat willen we niet zijn en dat willen we niet uitstralen. We willen laten zien dat we een vrouw van nu zijn."
Tineke Luijendijk is even oud als haar collega van Passage. Ze had naast haar studie een aantal politieke en maatschappelijke functies en was laatstelijk gemeentesecretaris in het Zeeuws-Vlaamse Axel. Ze heeft nu een eigen bedrijf in hypnotherapie en persoonlijke coaching. Ze is vijftien jaar geleden lid geworden van de bond omdat ze onder de indruk was van de maatschappelijke betrokkenheid - van de directe omgeving tot wereldwijd. Luijendijks Vrouwen van Nu is met bijna 46.000 leden momenteel de grootste vrouwenorganisatie van Nederland. Het ledental is nu stabiel, maar tien jaar geleden lag het nog 15.000 vrouwen hoger. Ook deze bond heeft de gouden tijd van 70.000, 80.000 leden achter zich moeten laten.
Feministisch zijn de traditionele vrouwenorganisaties nooit geweest. Ze waren evenmin de veredelde bloemschikcursussen waarvoor feministes ze wel hielden. De vrouwenclubs waren en zijn gezelligheidsverenigingen, maar ze hebben, zeker na de oorlog, een rol gespeeld in de emancipatie van katholieke, protestantse en niet-confessionele vrouwen. Een vrouw was ook in de visie van de protestantse en katholieke clubs meer dan huisvrouw en moeder: zij had een taak in de wereld. Creativiteit werd ontwikkeld, lezen bevorderd, maar doel was daarnaast vrouwen te stimuleren zich naast hun gezin maatschappelijk te ontplooien. Door zelf, zonder mannen, een organisatie te besturen, leerden ze vergaderen, te spreken in het openbaar, notulen te maken, media te benaderen, etcetera etcetera. "Zonder de bond had ik me zo niet kunnen ontwikkelen", die samenvatting horen de voorzitters vaak.
Maar nu, in 2012, heeft het gemiddelde meisje net zoveel kans op een goede opleiding als jongens, heeft ze vaak een kleinere baan en soms een grote, en een partner die thuis ook wel eens wat doet. Misschien weet zo'n vrouw nog wat Passage is, of Vrouwen van Nu. Maar ze heeft geen vrouwenbond nodig voor haar ontwikkeling. En tijd of zin er lid van te worden heeft ze ook al niet.
Toch? Zeker, beamen Van der Mast en Luijendijk. Veel vrouwen hebben hun leven prima op orde, die redden het wel zonder een eigen club. Maar het is maar het halve verhaal. Ze zijn ervan overtuigd dat er voor hun organisatie toekomst is: bij vijftigers. Vrouwen van Nu heeft een afdelinkje van jonge twintigers, maar voorzitter Luijendijk denkt niet dat dat het begin is van een nieuwe beweging. "Iedereen die jong is, stimuleren we. We zijn heel actief op de sociale media. Maar er is ook realiteitszin. Vrouwen van dertig, veertig, zijn druk met werk en gezin. We richten ons op vrouwen die stoppen met werken en die weer op zoek zijn naar contact met andere vrouwen. Verdiepen, inspireren, plezier hebben, iets samen maken of samen uitstapjes maken."
Luijendijk heeft er lang over nagedacht of daarvoor een aparte vrouwenclub nodig is. En is tot de conclusie gekomen dat dat alleszins gerechtvaardigd is: "Vrouwen en mannen hebben een andere kijk op dingen, ze benaderen zaken net wat anders. En wat is er mis mee, als vrouwen het onderling gezellig hebben en elkaar inspireren? We zijn geen mannenhaters, maar we hebben het recht om met vrouwen leuke dingen te doen, en ons maatschappelijk in te zetten, bij voorbeeld met onze inbreng in het Plattelands Parlement. Trouwens, aan een serviceclub met mannen vraagt ook nooit iemand waarom ze het zo leuk vinden om met elkaar te zijn."
Passage zoekt haar nieuwe leden in dezelfde leeftijdsgroep, ook vanuit de gedachte dat de aanwas nooit gezocht moet worden in leeftijdsgroepen die te ver afstaan van het gemiddelde. Meer dan een jaar of vijftien verschil is volgens organisatieadviseurs niet goed. Anders lopen de levensfases zover uiteen dat er nauwelijks een gemeenschappelijke noemer te vinden is.
"Vrouwen van 50, 55 zijn bij uitstek geïnteresseerd in spiritualiteit, zeker als dat met kunst gepaard gaat", zegt Passagevoorzitter Van der Mast. "Cursussen mindfulness, de Happinez, het gaat als zoete broodjes over de toonbank." Passage trekt nu door het land met een kunstkaravaan, een voorstelling waarin religie en kunst met elkaar worden verbonden. "Geloven is niet meer zoals vroeger, we gaan op zoek naar onze eigen bronnen. Vrouwen zijn losgekomen, zo willen we het zelf."
Van der Mast zegt er eerlijk bij, dat het wel de bedoeling is dat de bond weer gaat groeien door dit soort nieuwe verbintenissen met religiositeit. "We moeten de komende vier jaar kijken of het lukt, of we een reëel plan hebben. De opdracht is duidelijk: er moet wel wat gebeuren."
Van der Mast weigert in te gaan op de vraag of er een moment zal komen dat het licht uit moet. "Dat is een lastige vraag, daar wil ik geen antwoord op geven." Luijendijk van Vrouwen van Nu heeft ook geen zin in somberen. "Als je je steeds afvraagt of je nog zinvol bezig bent, dan kom je in een negatieve spiraal en dan straal je dat ook weer uit. Wij geloven erin. We willen naar buiten, en ervoor zorgen dat mensen zeggen: wauw, dat is geweldig!"
Meiden van Nu: Zoiets als mijn moeder had, wilde ik ook
Vrouwen van Nu heeft in Zeeland wel een heel jonge loot: Meiden van Nu, vorig jaar begonnen en gericht op jonge vrouwen tussen de 18 en 25. Voorlopig gaat het om een proef, na dit jaar kijken ze of zo'n groep bestaansrecht heeft. Op het programma staan dit jaar drie activiteiten: een kanotocht, een workshop visagie en in het voorjaar een wijnproeverij.
"Dit is nog heel pril", zegt Katinka Kristelijn, een 21-jarige studente aan de Universiteit Wageningen, maar in de weekeinden terug in het ouderlijk huis in Wolphaartsdijk. Daar zag ze dat haar moeder met andere vrouwen van Vrouwen van Nu gezellige avonden had, en ook nog eens naar de Tweede Maasvlakte ging, en naar Wit-Rusland. Zoiets wilde zij ook, zegt Katinka, en al snel bleek er voldoende interesse bij leeftijdgenoten. "Blijkbaar is er behoefte aan om als vrouwen samen leuke dingen te doen", zegt ze.
Of ze zich later bij een afdeling van Vrouwen van Nu aansluit, dat weet ze nog niet. "Ik denk wel dat je doorgroeit. Als ik 40 ben en ze bestaan nog, dan ben ik vast lid."
Ze vonden zichzelf altijd te jong en ze hadden het te druk. Maar dit jaar zijn Ria van der Fliert en Els Jochemsen vijftig geworden. Dat was voor hen een uitgelezen moment om zich te melden bij de afdeling Renswoude van Passage.
"We zijn hier om onze sociale contacten uit te breiden, en om leuke dingen te doen", verwoordt Van der Fliert in de pauze van de maandelijkse Passage-avond hun motivatie om lid te worden van de protestantse vrouwenclub. "Ik kom voor de gezelligheid. En ik heb alleen maar zonen, hier hoor ik eens wat anders."
Precies, knikt Jochemsen, net als haar buurvrouw getrouwd met een boer. Bij cursussen zal ze ook van de partij zijn. Bloemschikken, andere creatieve activiteiten, fietstochten maken.
Ze horen bij de jonge kant van de afdeling, maar ze voelen zich al lekker thuis bij de andere vrouwen, vanavond zo'n zeventig. Rehoboth, de kerkzaal waar ze samenkomen, is sober ingericht. Er is een buffet, voor koffie, thee en een enkel wijntje, een podium, een vaas met tulpen die er zondag vast beter voorstonden dan deze woensdagavond. De piano staat achter slot en grendel, het orgel is te oud, en daarom is het vice-voorzitter Ita Wolswinkel zelf die bij de samenzang psalm 33 inzet.
De afdeling Renswoude groeit, recent zijn er vijf vrouwen bijgekomen, de teller staat nu op 127. Het bestuur is daar 'ontzettend trots op'. Het geheim? Met een breed programma (jaarlijks een medisch thema, iets over de natuur, een bijeenkomst rond Kerst, een creatief evenement en een uitje) proberen ze aan te sluiten bij de interesses van de dames.
Renswoude geldt als wat losser in sfeer en leer dan de omringende dorpen in de buurt van Veenendaal. En er is weinig concurrentie. De twee nieuwe leden hadden ook op het zangkoor gekund, zeggen ze, "maar dan heb je het hier wel gehad."
Vice-voorzitter Wolswinkel houdt een meditatie over de barmhartige Samaritaan. "Openstaan voor de ander, daadwerkelijk medemens zijn", dat is de bedoeling van Passage, zegt ze. Vanuit die gedachte zamelt de afdeling geld in voor een goed doel. De afgelopen drie jaar ging er elk jaar 3500 euro naar 's Heeren Loo, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Twee medewerkers laten deze avond zien hoeveel ze met dat geld hebben gedaan, hoe de vrouwen hebben gezorgd dat er eens wat meer kon dan normaliter met het karige budget waarmee de cliënten moeten rondkomen. Er zijn ook hartelijke contacten ontstaan, in die drie jaar hebben heel wat Passage-vrouwen een kijkje genomen bij 's Heeren Loo. En nu stelt een nieuw goed doel zich voor: kinderhospice De Glind, een huis voor ongeneeslijk zieke kinderen.
De vrouwen zetten zich in voor de buitenwereld, en ze zorgen een beetje voor elkaar. Voor attenties aan de eigen leden is er een lief-en-leed-potje. Daarvan krijgt een 'stille mantelzorgster' in hun midden aan het eind van de avond een bloemetje. Die is blij verrast door de geste. Om een uur of tien is het programma afgelopen. Een paar dames blijven nog even napraten, de meesten gaan meteen naar huis. "We zijn weer wat wijzer geworden", zegt Ria van der Fliert. Over een maand zien ze elkaar weer. Of misschien morgen al, bij de plaatselijke supermarkt. Dan hebben ze, zeggen ze, weer genoeg om over na te praten.
undefined