Aardbevingen
Weer een aardbeving. ‘Mensen in Turkije en Syrië hebben geen ruimte om te rouwen’
De meest recente aardbevingen in Turkije en Syrië zorgen ook voor een nieuwe mentale klap voor de mensen in het gebied. ‘Traumaverwerking kan pas beginnen als iemand een veilige plek heeft om te wonen.’
Twee weken lang al zijn Turken, Syriërs en een leger aan internationale hulpverleners bezig puin te ruimen, doden te begraven en onderdak te zoeken voor de vele mensen die dakloos zijn geworden na de aardbeving van ruim twee weken geleden. De stress en zorgen die daarmee gepaard gaan, beginnen hun tol te eisen. Vooral nadat maandagavond opnieuw twee zware bevingen het rampgebied troffen.
Volgens Jasper Kuipers is de psychische schade in het gebied gigantisch. De directeur van Dokters van de Wereld, een hulporganisatie met ongeveer 250 medische hulpverleners, werkt in het rampgebied. “Iedereen heeft twee weken op adrenaline geleefd, maar nu begint de vermoeidheid echt toe te slaan.”
Waar merkt u dat aan?
“Naschokken zijn er constant, maar de nieuwe bevingen op maandag leidden echt tot acute paniek onder mensen. Mensen waren zo bang dat hun gebouw in zou storten, dat ze zelf van balkons en uit ramen sprongen. Dat is een paniekreactie. Die mensen melden zich nu gewond in onze klinieken.
“Dat de hulp in Syrië zo langzaam op gang kwam, heeft veel losgemaakt. Wat ik van collega’s hoor is dat mensen hen daar soms aanklampen, heel dwingend. Ze willen hulp, bijvoorbeeld omdat ze zich soms inbeelden dat ze stemmen horen onder het puin. Dat alleen al horen is traumatiserend. In Syrië heerst ook stress omdat mensen bang zijn dat de aandacht voor de problematiek verslapt, dat ze opnieuw vergeten zullen worden.”
Hoe gaan de hulpverleners daarmee om?
“Wij werkten al met beveiligers, en daar zijn we nu ook blij mee. Maar we kunnen we ons goed verplaatsen in de angstgevoelens van mensen en de agressie die dat op kan roepen. Als jij het gevoel hebt dat jouw familie onder het puin ligt en je niet begrijpt waarom er meer hulp is in Turkije, dan kun je je wanhopig voelen.
“Al die mensen, maar ook mijn collega’s, kunnen allemaal maar slecht verwerken wat er is gebeurd. Mensen staan in de overlevingsstand. Daardoor zie je dat bij sommigen de apathie toe kan nemen, een teken dat het niet goed gaat. Mensen hebben geen ruimte om te beginnen met rouwen over verloren familie, vrienden en collega’s.”
Waardoor komt dat?
“Deels komt dat omdat er nog steeds aardbevingen zijn. Het is ook winterkoud daar, wat tegenvalt. De grootte van de ramp en de traagheid waarmee hulp op sommige plekken op gang komt, spelen daar ook in mee. Het is een opeenstapeling.
“Daarnaast zijn veel van de patiënten die wij in Noord-Syrië zien ook vluchteling, vanwege de burgeroorlog. Zij waren al aan het overleven. En wat we weten van goede traumaverwerking, is dat dat pas kan beginnen als iemand een veilige plek heeft om te wonen, om te landen. Het kan zelfs contraproductief of schadelijk zijn om iemand een traumabehandeling te geven als deze persoon zich nog in die schadelijke situatie bevindt.”
Wat zou voor nu wel kunnen helpen?
“We gaan nu zelf psychische zorg en nazorg bieden aan onze eigen medewerkers, omdat we willen voorkomen dat zij uitvallen. Daarnaast willen we er vooral voor zorgen dat mensen in het rampgebied blijven praten over de situatie. Op die manier verwerken ze het al een beetje en voorkomen ze dat al die gevoelens zich opstapelen. Wij hebben ook goede ervaring met groepsgesprekken, zodat mensen onderling steun bij elkaar kunnen vinden.
“In ernstige gevallen kunnen we mensen doorverwijzen voor een traumabehandeling in een ziekenhuis. En we schrijven zelf slaapmedicatie en kalmeringsmiddelen voor, zodat mensen rustig blijven en een beetje kunnen uitrusten. Goed slapen is nu erg belangrijk. De bevoorrading van die medicijnen is wel lastig, vooral in Syrië. Over een paar maanden gaan de grenzen van Syrië misschien weer dicht, juist als mensen de klappen die nu vallen beginnen te verwerken.”
Lees ook:
Inwoners rouwen om Antakya: ‘Nu er niks meer over is van de stad, voel ik me wees’
De eeuwenoude stad Antakya, voorheen Antiochië, is vrijwel volledig verwoest. Voor de inwoners gaat het niet alleen om het verlies van hun naasten, maar ook van hun cultuur en identiteit.