'Wee, wee de wrake Gods, wee over de wereld...'

HANS VAN DER PLOEG

Wybe Dijk (red.) met medewerking van Eugen Drewerman: De laatste tijd. Denken over het einde in levensbeschouwing en psychiatrie. Meinema, Zoetermeer; 96 blz. - 24,90.

In de nacht van 10 februari 1535 werden de bewoners van Amsterdam opgeschrikt door twaalf naakte mannen en vrouwen die wild gebarend door de straten renden, schreeuwend: 'Wee, wee de wrake Gods, wee over de wereld en de goddelozen.' Op één vrouw na werden ze door de assistenten van de schout bij nacht gegrepen en ter dood gebracht.

Deze 'apostelen van de naakte waarheid' waren aanhangers van Melchior Hofmann, de in 1495 geboren bontwerker en handelaar uit Schwaben. De man zag zichzelf als de wederopstanding van de profeet Elia. Met zijn preken over de ondergang van de wereld had Hofmann zich in korte tijd een enorme aanhang in de Lage Landen verworven.

Hofman verkondigde dat de apocalyps aanstaande was en er onder een nieuwe hemel en een nieuwe aarde een duizendjarig rijk in het verschiet lag voor wie zich tijdig had laten (her-)dopen. Door deze doop droeg men niet langer het merkteken van de paus, bekend als 'het beest gezeteld in de grote scharlaken hoer Rome'. Moeiteloos herkent men in deze beschrijving een infectueuze vorm van godsdienstwaanzin.

Onze eeuw kent een niet minder dramatisch geval, dat in de nacht van 1 op 2 februari 1944 leidde tot de geruchtmakende moord in Meerkerk. In 'Inductie, religieuze groepsvorming en godsdienstwaanzin' (1945) presenteerde de psychiater F. J. Tolsma een natuurgetrouwe beschrijving van het geloof en de gezinsomstandigheden van de geïsoleerd levende boerenfamilie Verrips. De inductor, de waanzinnig geraakte jongste zoon Abraham, was overigens minder begaafd. Toch wordt onder diens invloed een groot deel van dit uit elf personen bestaande gezin eveneens psychotisch, met individueel een geheel eigen fenomenologie.

Kort vóór de fatale afloop vergelijkt de vader de geschiedenis van zijn gezin nog met die van Jacob en zijn kinderen, waarbij Abraham met Jozef wordt geïdentificeerd. Allen raken in de ban van Abraham, die de centrale figuur blijft. Zijn bevelen worden uitgevoerd, zijn woorden onvoorwaardelijk geloofd. Op het dieptepunt wijst Abraham zijn broer Aart, het zwarte schaap van het gezin, als de duivel aan, waarop deze op gruwelijke wijze wordt vermoord en vervolgens met allerlei boerenwerktuigen in stukjes gehakt.

Een vreemde omissie is dat de zenuwarts Peter de Groot in het onlangs verschenen boek 'De laatste tijd. Denken over het einde in levensbeschouwing en psychiatrie' in zijn stuk over religieuze waanvorming en ondergangsvisioenen met geen woord rept over de prachtige studie van Tolsma. Temeer is dat vreemd omdat De Groot sinds 1989 algemeen directeur en sinds 1997 voorzitter is van de raad van bestuur van Psychiatrisch Ziekenhuis Veldwijk, nota bene de eerste werkkring van Tolsma.

Over het geheel genomen vind ik 'De laatste tijd' aan de magere kant, wat niet wegneemt dat de merendeels in de psychiatrie werkzame geestelijk verzorgers en theologen helder kunnen maken hoe vanuit diverse religieuze stromingen het probleem van het einde der tijden wordt benaderd.

Frappant blijft dat vooral psychotische mensen, gelovig of niet, zich aangetrokken voelen tot 'Openbaringen', zo ongeveer het moeilijkste gedeelte van de Schrift. De Duitse theoloog en psychoanalyticus Eugen Drewermann duidt 'Openbaringen' op basis van de ideeën van Freud en Jung. Zo zou de wrekende God staan voor het superego, de Satan en de dieren het Es (de driften) vertegenwoordigen en de komende Messias gelijk het ware Zelf zijn. Net als dromen zijn de apocalyptische visioenen archetypisch, afkomstig uit het collectieve onbewuste en opgeslagen in de ziel. Onze kennis over het hiernamaals hebben we volgens Drewermann door projectie, geheel ontleend aan deze wereld, en door de negatieve aspecten daaruit te abstraheren.

Zijn criticus en collega Harmut Raguse ziet meer in de opvattingen van Melanie Klein als verklaring van de apocalyps. Net als in sprookjes en mythische verhalen is hier het afweermechanisme splijting actief zoals past bij de door Klein gepostuleerde vroegkinderlijke paranoïd-schizoïde positie. Daarin zie je als regel een radicale splitsing tussen goed en kwaad. Het hemelse Jeruzalem is daarbij op te vatten als een illusionaire narcistische wensvervulling.

De beleving dat de wereld vergaat komt vooral voor bij patiënten met schizofrenie. Terwijl Jung schizofrenie zag als het naar buiten breken van innerlijke complexen, meende Freud dat de ziekte juist duidde op een terugkeer naar het oernarcisme. De Weltuntergangserlebnis nu zou het gevolg zijn van de spanning tussen het Ik en de buitenwereld die zo onverdraaglijk is dat alleen een verdwijning van deze wereld de enige mogelijkheid van overleven lijkt. Net als Paul Daniel Schreber, de rechter uit Dresden, meende, blijk je ineens de enige overlevende te zijn.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden