'We praten elkaar angst aan om te lenen'
Jet Bussemaker, minister van onderwijs, stuurde gisteren een brief naar de Kamer waarmee ze de discussie opent over een sociaal leenstelsel.
De basisbeurs in de bachelorfase wordt een lening. Waarom?
"Ik vind het redelijk om van studenten te vragen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. De overheid investeert veel in studenten. Ook als dit voorstel wet is, betaalt de overheid nog 6000 euro per jaar per student. Wie in het hoger onderwijs studeert, verdient later minstens anderhalf keer zoveel als iemand die een mbo-opleiding heeft gevolgd."
Wat is er sociaal aan?
"De ex-studenten moeten de lening alleen aflossen als ze genoeg verdienen, pas twee jaar na het afstuderen. Wie minder verdient, betaalt ook minder. De aanvullende beurs blijft bestaan voor studenten van wie de ouders een laag inkomen hebben. Zo garanderen we de toegankelijkheid van het onderwijs."
Zullen niet juist studenten die ouders zonder draagkracht hebben, bang zijn om in plaats van de huidige 34.000, bijna 50.000 euro voor hun studie te lenen?
"Die zogenaamde 'leenangst', die creëren wij met zijn allen. Als wij steeds maar zeggen dat die leningen een blok aan je been zijn, dan ontstaat de angst ervoor vanzelf."
De vrees bestaat dat potentiële studenten zullen afhaken.
"Het CPB heeft voor ons berekend dat er door de invoering van het leenstelsel maximaal 7500 scholieren niet aan beginnen. In andere landen, waar ze ook een leenstelsel kennen, blijkt van leenangst weinig sprake. Zeker niet als het collegegeld laag is, zoals in Nederland."
Gaat u proberen die 7500 scholieren over te halen toch te gaan studeren?
"Het ligt eraan wie dat zijn. Zijn het mensen die na goed nadenken besluiten - ze hebben bijvoorbeeld al een mbo-opleiding achter de rug en besluiten toch beter van niet, dan vind ik dat prima. Daar is niks mis mee. Maar bij andere redenen vind ik het wel een bezwaar. We zullen daarom in de gaten houden of er geen ongewenste effecten zijn."
Om in de Eerste Kamer een meerderheid te krijgen, heeft u de steun van andere partijen nodig. Hoeveel ruimte is er voor aanpassingen?
"Dit voorstel is een uitgestoken hand naar de Kamer. Niet voor niets schets ik hoofdlijnen. Ik wil met de Kamer praten over de manier waarop we de opbrengsten investeren in onderzoek en onderwijs, wat onze prioriteiten zijn. Verschillende partijen waren in hun verkiezingsprogramma's ook voor een leenstelsel."
Dat waren GroenLinks en D66. Die zeiden al op voorhand dat ze niet stonden te juichen bij de manier waarop dit kabinet het invult. GroenLinks wil bijvoorbeeld de ov-jaarkaart terug. Is dat een optie?
"De ov-jaarkaart wordt vanaf 2016 een kortingskaart. Dat is twee jaar later. Ik ga niet met u, maar met de Kamer bespreken hoe we nader tot elkaar kunnen komen. Maar daar zeg ik nadrukkelijk bij dat ik alleen met die partijen in gesprek ga die mee willen denken over invoering van het sociaal leenstelsel."
Wat houdt het sociaal leenstelsel in?
De basisbeurs verdwijnt vanaf studiejaar 2014-2015 voor nieuwe studenten. Nu krijgen uitwonende studenten nog 272 euro per maand en thuiswonende 98 euro.
Studenten die in of na 2014 aan een masteropleiding beginnen, krijgen geen basisbeurs meer, zij vallen dan onder de nieuwe regels.
De aanvullende beurs blijft (maximaal 250 euro per maand, bij minimum-inkomen ouders).
Studenten van wie de ouders onvindbaar zijn of die met hun ouders hebben gebroken, kunnen geen aanspraak meer maken op de aanvullende beurs.
De afbetalingstermijn voor studieschulden blijft vijftien jaar. Net als nu moeten afgestudeerden beginnen met aflossen wanneer ze meer dan 19.000 euro bruto per jaar verdienen.