’We moeten eens ophouden met goedkope oplossingen’
Waren er maar meer visionaire ideeën voor de Nederlandse ondergrond. Dan wordt het daarboven tenminste weer een beetje leefbaar.
Han Admiraal, directeur van het Centrum voor Ondergronds Bouwen (COB) en lector ondergronds ruimtegebruik aan de Hogeschool Zeeland is blij met de plannen van Strukton. Vooral omdat de aannemer onder het centrum van Amsterdam een compleet stelsel van ruimtes wil maken. Niet alleen parkeerplaatsen, maar ook toevoerwegen en laad- en losstations, winkels, sportscholen en bioscoopzalen. Het klinkt allemaal erg ambitieus en groots, maar volgens Admiraal is het haalbaar en ook noodzakelijk.
„Het idee is mega, inderdaad, maar niet megalomaan. Je kunt ook kiezen voor goedkope oplossingen, maar we moeten ophouden met die kruideniersmentaliteit. Het is beter echt te investeren in zaken die een kwaliteit van leven terugbrengen. Je ziet minder auto’s op straat en pakt tegelijk de geluidsoverlast en de emissieproblemen aan.”
Han Admiraal haalt graag Friso Kramer aan, de industrieel ontwerper die in de jaren negentig al opperde om alle infrastructuur onder de grond te brengen. Zodat er bovengronds weer echt geleefd kan worden.
Het is de week van het ondergronds bouwen. Die vindt elk jaar plaats en Han Admiraal en consorten organiseren elk jaar een symposium om ondergrondse bouwwerken te promoten. Vorig jaar hamerde Admiraal nog op de noodzaak om de technische kennis over ondergrondse bouw op peil te houden. Nu lijkt duurzaam denken de insteek. Admiraal: „Ondergronds bouwen kan het ruimteprobleem oplossen en ons land klimaatrobuust maken.”
Een van de openingsspeeches, maandag in Amsterdam, kwam van duurzaamheidshoogleraar Jan Rotmans van de Erasmus Universiteit. Hij denkt dat Nederland de komende vijftig jaar ingrijpender verandert dan de afgelopen vijfhonderd jaar. We moeten volgens hem niet alleen naar een duurzame energievoorziening en een ander waterbeheer, maar ook anders gaan leven, werken, consumeren, reizen, recreëren en bouwen. Han Admiraal: „Wetenschappers zijn zich al bewust van de problemen die op ons afkomen, maar bij bestuurders mis ik nog de urgentie en het lef om echt verder te denken dan een regeerperiode.”
Bovendien is de politiek te gefragmenteerd, vindt de directeur van het COB: „De wethouder van verkeer praat nauwelijks met die van milieu of ruimtelijke ordening. Sectoraal denken is een van de grootste problemen van Nederland.”
In het buitenland ziet Han Admiraal wat dat betreft meer innovatie. „Het nieuwe ondergrondse verkeer- en vervoersysteem van Londen kost vierenhalf keer de Betuwelijn, maar het gaat toch door. Vooral omdat burgemeester Kenn Livingstone ervan overtuigd is en doorzet.”
Kuala Lumpur heeft zijn ’Smart-tunnel’. „Als overvloedig rivier- of regenwater moeten worden afgevoerd, maken auto’s plaats voor water. Japan realiseert met filters en schoorstenen op zijn tunnels een gigantische reductie van stikstofoxiden en fijn stof.”
Nederland doet ’best aardig mee’, hoort Admiraal deze week op het internationale congres. „Er zijn wel wat wegbereiders. Arnhem heb ik wel eens de ondergrondse hoofdstad genoemd, met zijn ondergrondse afvalsysteem, dansacademie, winkels en station. Ook Zwolle heeft een visie op de ondergrond, al gaat het daar voornamelijk om bodemkwaliteit en parkeren. Dat is het mooie van het Strukton-plan: het is het eerste initiatief dat multifunctioneel is, waar dingen worden gekoppeld.”