'We hebben de tijd mee'

DEVENTER - “Wie ben je? Heb je jezelf deze vraag eenmaal gesteld, dan begint de zoektocht”, leidde Lenny Kuhr zaterdag een van haar liedjes in. Toepasselijker kon het haast niet, op het jubileumfeest van Ankh-Hermes.

COKKY VAN LIMPT

Velen die de weg zoeken naar hun innerlijk, naar de 'graal', de 'bron' van leven of hoe je het einddoel van die zoektocht ook zou willen noemen, stuiten immers vroeg of laat onvermijdelijk op het fonds van uitgeverij Ankh-Hermes, die al 75 jaar boeken uitgeeft met een spirituele boodschap en op dit terrein tevens de Nederlandse markt aanvoert. Als was het een onverwacht verjaarscadeautje, kreeg Ankh-Hermes onlangs te horen dat zij is genomineerd om uitgeverij van het jaar te worden.

Ondanks het mooie weer vonden afgelopen zaterdag een kleine tweeduizend belangstellenden de weg naar de Lebuïnus- en Oude Mariakerk in het historische hart van Deventer, de thuishaven van de uitgeverij. Bijna alle Nederlandstalige schrijvers uit het Ankh-Hermesfonds bemanden de rijen fleurige kramen in de Lebuïnuskerk, waar bezoekers hun boeken konden kopen, laten signeren en een gesprek met de auteurs van hun voorkeur konden aanknopen. In een afgeschot gedeelte van de gigantische middeleeuwse kerk, in de crypte en in de Oude Mariakerk gaven zij de hele dag door lezingen en workshops. Het werd een zeer sfeervol feest, een soort 'kerkendag' van de nieuwe tijd of spiritualiteit.

Bij een jubileum hoort ook een jubileumboek. Klokke twaalf werd het gepresenteerd: 'Wijsheid te boek, 75 jaar inspirerende boeken van N. Kluwer tot Ankh-Hermes'. Samensteller Ronald Hermsen heeft er een zeer leesbaar, levendig boek van gemaakt. Hij beschrijft de geschiedenis van de uitgeverij anecdotisch en plaatst haar in de context van de maatschappelijke veranderingen die zich de afgelopen driekwart eeuw in Nederland hebben voltrokken. Dat geeft de bundel een boeiende meerwaarde en maakt haar interessant voor een breed publiek. De tweede helft van het boek bevat bijdragen van auteurs en andere betrokkenen, die hun eigen visie geven op het verander(en)de tijdsbeeld.

De geschiedenis van Ankh-Hermes begint bij Nico Kluwer (1897-1975), zoon van AEbele Everts Kluwer, die in 1889 een uitgeverij had opgericht. Nico Kluwer was een idealist en een pionier, die zo zijn eigen ideëen had over het type boeken dat Kluwer, toen gespecialiseerd in schoolboeken, zou moeten uitgeven. Tijdens zijn rechtenstudie maakte Nico kennis met ingenieur J. A. Blok, die hem in contact bracht met de theosofie. Deze kennismaking met oosterse spiritualiteit, esoterie en occultisme heeft hem de rest van zijn leven niet meer losgelaten. Het contact met Blok blijft en het eerste boek dat Nico Kluwer in 1923 uitgeeft, 'Staats-idee en religie' is van Bloks hand. Dit boek betekent het begin van wat vijftig jaar later uitgroeit tot Ankh-Hermes. Het bevat lezingen, die Blok gaf aan de Internationale School voor Wijsbegeerte in Amersfoort en die allemaal als onderwerp hadden de 'oud-Chineesche begrippen over staat en samenleving'.

De verkoop van het boekje gaat slecht, maar de inhoud gaat dan ook wel erg in tegen de materialistische handelsgeest die de Hollanders volgens Blok typeert. Veel lijkt er overigens in de afgelopen 75 jaar niet te zijn veranderd, getuige het volgende citaat van Blok dat met instemming kan worden herhaald in het huidige tijdsgewricht: 'Iedere groep wil privileges en de gerechtigheid waarom gekreten wordt, is ondanks enkele idealisten een gerechtigheid van sleep-maar-binnen, maar niet van werkelijke gerechtigheid, die ook van offering weet en rekening houdt met de groote eenheid. Zoo zij dit deed, ware zij religieus, maar naar religie, naar besef van een alles bindende eenheid is ver te zoeken in deze chaotische worsteling om macht en lust'.

Het tweede boek is weer van Blok. In 'De Grond der Dingen' opent Blok de aanval op de wetenschap: 'Zij kent de kern der dingen niet, den sluier slechts van de eeuwigbarende moeder'. Gezien de tijd waarin deze boeken verschijnen is het, aldus Hermsen, niet vreemd dat ze geen groot gehoor vinden. In de jaren twintig is immers de oosterse spiritualiteit nog nauwelijks doorgedrongen in Nederland. Esoterische stromingen als de theosofie, het soefisme en, iets later, de antroposofie zijn in die tijd slechts bekend bij een kleine vooruitstrevende elite.

Nico Kluwer voelt zich meer nog dan tot de theosofie aangetrokken tot het soefisme, dat in 1910 door de Indiase mysticus en musicus Hazrat Inayat Khan naar het Westen is gebracht. In 1924 bezoekt hij de zomerschool van Inayat Khan in het Franse Suresnes. Daar leert hij ook zijn vrouw kennen, Bé Rahusen. Vader AEbele is niet gecharmeerd van de oosterse escapades van zijn zoon en vraagt hem dan ook te stoppen met het 'importeren van Oostersche Cultuur. Die past niet Europa, allerminst in ons land en in het geheel niet bij zakenmenschen die een helder hoofd moeten houden. Overgave aan de Oostersche droomerijen brengt je zeker leed.'

Zoon Nico trok zich van vaders vermaningen echter niets aan en langzaam maar zeker ontwikkelt hij een geheel eigen fonds binnen de uitgeverij. Als eerste in Nederland geeft hij werk uit van Inayat Khan. Door een ruzie met het internationaal hoofdkantoor van de soefi-orde stopt hij daarmee echter na de oorlog. Via Servire zijn de Khan-boeken inmiddels ondergebracht bij Panta Rhei.

Ondanks het verbod van de nazi's op 'occulte' boeken heeft Nico Kluwer zijn esoterische schatkamer, op één enkele inbeslagname na, zonder kleerscheuren de oorlog doorgeloodst. In de fase van wederopbouw na de oorlogsjaren is er, anders in de voorafgaande periode van grote crisis, weinig behoefte aan spirituele boeken. De uitgeverij merkt dat duidelijk aan de verkoopcijfers, maar Nico gaat door. In 1947 wil hij 'Magiërs en Zieners' uitgeven, van Maurice Magre. In de ogen van zijn vader en broer Evert is dit boek echter te anti-katholiek en overschrijdt het de grens van het toelaatbare. Nico geeft het boek toch uit en, hoewel de verhoudingen goed blijven, scheidt hij zich af en richt in 1949 de uitgeverij N. Kluwer N.V. op. Dan ontstaat ook het Nico Kluwer-logo met het ankh-kruis. Dit Egyptische symbool staat voor (eeuwig) leven en bevat bovendien de klank 'NK'.

De definitieve afscheiding van het moederbedrijf vindt uiteindelijk plaats in 1972. Vanaf dat moment heet Nico Kluwers geesteskind Ankh-Hermes. Zoon Paul, die al sinds 1954 in zijn vaders bedrijf werkzaam is, neemt in 1963 het roer over. Was voor zijn vader vooral de overbrugging van de kloof tussen oosters en westers gedachtegoed de grote drijfveer, bij Paul wordt het kernwoord 'bewustwording', zowel op spiritueel en psychologisch vlak als op het gebied van gezondheid. Bovendien heeft Paul, anders dan zijn vader, ook oog voor het christendom en dan met name de esoterische, gnostische kant daarvan.

Alle belangrijke titels die het fonds in de loop van 75 jaar heeft uitgebracht noemt Hermsen en vele vat hij samen op essentie. De grote klassiekers, kleine klassiekers, Ankertjes, de Oriëntreeks, de serie (R)evolutionaire Wetenschap, de Hermesreeks, Mystieke verhalen, de tijdschriften Mens en Kosmos en het latere Prana en nog veel meer passeert de revue. Zo ook de bestsellers. De eerste, tevens de grootste klapper die de uitgeverij ooit heeft gemaakt was Erich von Dünikens boek 'Waren de goden kosmonauten?' uit 1969. Het verscheen in de zomer waarin Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan zette. Misschien een verklaring voor het immense succes van het boek?

De laatste bestseller van Ankh-Hermes is 'Dialoog met de natuur' van (prinses) Irene van Lippe. Er zijn inmiddels 77 000 exemplaren van verkocht en het is vertaald in het Engels, Duits en Spaans. Of het succes door haar naam komt? Dat het boek is geschreven door een prinses speelt zeker een rol, maar dat kan toch niet de enige reden zijn, meent Nicole de Haas, de huidige uitgever/directeur, die Paul Kluwer in 1993 is opgevolgd. “Het boek heeft een heel breed publiek bereikt en veel mensen zijn na het lezen ervan geïnteresseerd geraakt in andere boeken uit ons fonds.” Hoewel tegenwoordig elke zichzelf respecterende uitgeverij wel enkele spirituele titels in haar fonds heeft, ziet De Haas de toekomst rooskleurig in. “We hebben de tijd mee en we verwachten niet dat de grote uitgeverijen ons in de toekomst het brood uit de mond zullen stoten. Door het fingerspitzengefuhl dat we in de loop der jaren ontwikkeld hebben, is er een constante stroom van nieuw, authentiek materiaal.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden