Interview

'We doen niet genoeg moeite om Rusland te begrijpen'

Pieter Waterdrinker. Beeld Maartje Geels
Pieter Waterdrinker.Beeld Maartje Geels

In zijn nieuwe, veelomvattende roman 'Tsjaikovskistraat 40' verbindt Pieter Waterdrinker de gebeurtenissen van de Oktoberrevolutie van 1917 met zijn eigen leven. "In een land als Rusland is de geschiedenis gewoon aanwezig."

Nicole Lucas

Pieter Waterdrinker hoeft zijn huis aan de Tsjaikovskistraat (nee, niet genoemd naar de componist, maar naar een communistische revolutionair) in Sint-Petersburg maar uit te stappen, en hij staat midden in de geschiedenis. "De dichter Joseph Brodsky woonde vlak in de buurt, Lenin heeft in mijn straat gewoond, het boek Oblomov van Ivan Gontsjarov is honderd meter van mijn huis geschreven. En het gekke is dat ik me daar ook altijd bewust van ben. Dat is heel anders dan in Nederland, we kijken af en toe naar de geschiedenis, we herdenken soms wat, verder moeten we vooral vooruitzien. Maar in een land als Rusland is de geschiedenis gewoon aanwezig."

Je zou kunnen zeggen dat zijn nieuwe, vorige week verschenen roman een boek was waiting to happen. In 'Tsjaikovskistraat 40. Een autobiografische vertelling uit Rusland' verweeft Waterdrinker op ingenieuze wijze de Oktoberrevolutie van 100 jaar geleden met zijn eigen leven.

Zijn huis, gelegen in de buurt die in 1917 het middelpunt was van de Russische revolutie, vormt het vertrekpunt voor een bijzondere terugblik op de ontwikkelingen die zo'n grote invloed zouden hebben op de Europese geschiedenis van de 20ste eeuw. En op zijn eigen geschiedenis - van zijn jeugd in Zandvoort tot zijn leven nu - dat zich inmiddels al ruim een kwart eeuw voornamelijk in Rusland afspeelt.

Was dat onvermijdelijk? Je zou het bijna denken. In zijn boek beschrijft de romancier, zoals Waterdrinker zich graag noemt, hoe hij, op zoek naar vorige bewoners van zijn appartement, stuit op de naam van Eugène-Melchior de Vogue, een Franse diplomaat die in 1878 in Sint-Petersburg werd gestationeerd. Onze huiskamer, schrijft Waterdrinker, diende als kabinet van de burggraaf. "Vanuit dit vertrek begon hij het Frankrijk van die tijd te bestoken met boeken, geschriften en artikelen over Rusland. Hij maakte zijn landgenoten bekend met de werken van Dostojevski, Tolstoj en andere klassieke auteurs. Daar de wereld in die dagen grotendeels georiënteerd was op Frankrijk, is het niet boud te beweren dat de Europese opmars van de Russische literatuur, die zou resulteren in de Nederlandse vertalingen die ik als tiener las, waardoor ik geïnfecteerd raakte en uiteindelijk in Rusland was beland, hier tussen deze hoge muren van vier meter tien zijn oorsprong heeft."

Maar zo'n rechte lijn is er natuurlijk niet.

Hoe kwam u in Rusland terecht?

"Ik heb Russisch en rechten gedaan. Als eerstejaars was ik een keer in Leningrad en Moskou geweest, in 1981, dat was nog onder Breznjev. Na mijn afstuderen heb ik bijna twee jaar in Spanje gewerkt, ik wilde altijd weg uit Nederland, vooral naar het zuiden. Toen ik terugkwam vond ik het hier zo bedompt. Ik wilde geen advocaat of iets dergelijks worden, maar schrijver. Met de komst van Gorbatsjov ben ik naar de Sovjet-Unie teruggegaan.

"Als tiener had ik de boeken van Christopher Isherwood gelezen, 'Goodbye to Berlin' en 'Mr Norris changes trains', boeken die spelen in het heel roerige Duitsland van de jaren dertig. Wat er in de Sovjet-Unie gebeurde was net zo krankzinnig. Het was de tijd van het einde van het communisme, er was niets, de winkels waren leeg. Je zag aan de ene kant enorme armoede en aan de andere kant de protserige rijkdom van de maffia die toen ontstond. We spreken over de gebeurtenissen in 1917 als een revolutie, maar de ontwikkelingen van 1991, dat was ook een revolutie.

"Ik heb er destijds gewerkt als reisleider en zakenman. Maar ik ben natuurlijk helemaal geen zakenman. Dan moet je geslepen zijn en erg geïnteresseerd in geld. Ik ben beide niet. Maar wat ik toen meemaakte zag ik wel als een soort literair decor. Ik hoopte dat ik het later nog een keer zou kunnen gaan gebruiken. Het heeft even geduurd, maar ik heb het nu gedaan."

U zegt dat u eigenlijk naar het zuiden wilde. U kwam uit in het oosten. Had dat ook het westen kunnen zijn, de VS?

"Nee, daar heb ik helemaal niets mee. In mijn boekenkast staan alleen maar Duitse, Franse en Russische schrijvers. Een enkele Amerikaan, Philip Roth en nog wat anderen. Ik ben totaal niet Angelsaksisch gericht.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

null Beeld Maartje Geels
Beeld Maartje Geels

"Ik wilde inderdaad naar het zuiden en dat wil ik eigenlijk nog steeds. Wat mij heeft gered in Rusland is dat het eigenlijk een heel mediterraan land is. Culinair is er natuurlijk een groot verschil, maar verder vergelijk ik Russen vaak met Italianen. Het zijn hele warme mensen. Bezoekers vinden vaak dat iedereen in Rusland zo streng kijkt. Maar als je eenmaal bij Russen thuiskomt, dan is het anders. Daarom hou ik het ook al zolang uit."

Halverwege de jaren negentig bent u in Rusland gaan wonen. U werkt als correspondent voor de Telegraaf en VN. Daarnaast heeft u een flink aantal romans geschreven, merendeels met Rusland als decor. Wilt u ook via die romans Rusland uitleggen?

"Ik heb in mijn romans helemaal niet de behoefte iets uit te leggen. Dat is niet de taak van een schrijver. Je wordt bovendien al gauw in de hoek gezet als Poetinversteher. En dat ben ik helemaal niet. Maar het is wel dieptreurig dat hoogopgeleide, intelligente, bereisde lieden steevast hun ogen uitkijken als ze voor het eerst naar Rusland komen. Dan is er iets verkeerd met de perceptie. En dat Russen daar af en toe helemaal ziek van worden, dat begrijp ik wel.

"Natuurlijk, er zijn grote problemen met Rusland: de oorlog in Oekraïne, het feit dat het geen democratie is zoals wij die kennen, het gegeven dat journalisten er vaak niet veilig zijn. Dat bestaat allemaal. Maar tegelijkertijd zijn er ook gewoon mensen die hun kinderen naar zwemles brengen, naar vioolles gaan, hun leven leven.

"Wij roepen: annexatie van de Krim, boycotten dat land! Maar Poetin plaag je er niet mee, met zijn gouden buitenpaleizen. Maar wel mijn Russische zwager die gewoon een klein zaakje had, dat nu helemaal in duigen is gevallen. En hij is er een uit talloos veel miljoenen, daar denken we vaak niet aan. Voor hem, en andere mensen in mijn omgeving, heb ik in mijn boek een klein monumentje opgericht. Literatuur gaat over de mens, de kleine mens vaak, dat vind ik vele malen interessanter."

Doen wij genoeg moeite om Rusland te begrijpen?

"Nee, wij zijn totaal Angelsaksisch geörienteerd. Ons beeld van Rusland wordt bepaald door een aantal Ruslanddeskundigen in New York. Hun artikelen komen in de New York Times of de Washington Post of The New Yorker, en die worden dan weer gelezen door Ruslanddeskundigen bij ons. We hebben zulke rare ideeën over Rusland. Dat het zo ver weg is. Nou, Alicante is net zo ver. En dat het er altijd koud is. Als je zomers komt is het bloedheet. We zijn verplicht om met elkaar kennis te maken. En het is nog altijd zo dat de Russen veel meer van ons weten dan andersom."

U zegt; we zijn verplicht om met elkaar kennis te maken. Dat gaat beter via de literatuur dan via de journalistiek?

"Ja, vind ik wel. Waarom? Om het heel messiaans te zeggen: als er iets is dat de wereld zou kunnen redden is dat het begrip van de ene mens voor de andere. Journalistiek heeft een functie, voor de duiding op korte termijn, voor het nieuws. Maar empathie, compassie, dat is het domein van de literatuur."

Omdat het daar gaat om die kleine mens?

"De kleine mens, maar ook de grote. Poetin is opgegroeid in mijn buurtje in Petersburg. Hij woonde vlakbij, in een kommunalka, waar de ratten in het portiek liepen, echt enorm armoedig. Ik loop er vaak langs. En nu is hij de machtigste man op aarde, volgens sommigen zelfs de rijkste. En dan kijk ik ook klein naar hem. Eigenlijk denk ik dat je Poetin alleen maar kan verklaren, begrijpen via de literatuur en niet via de journalistiek. Want dan blijf je uiteindelijk toch aan de buitenkant."

U hint diverse keren in uw boek dat dit uw laatste roman is over Rusland. Misschien is het zelfs wel tijd om dat land helemaal te verlaten.

"Je moet het ook niet allemaal letterlijk nemen. Ik weet het niet. Ik zal natuurlijk nooit helemaal los komen van Rusland, mijn vrouw komt er vandaan. Wat ik graag zou doen is mijn vader achterna. Die voer in de jaren vijftig, uit pure armoede, als koksmaatje op een vrachtschip naar Zuid-Amerika. Een half jaar, een jaar, ja. Die reis zou ik willen maken."

Wie is Pieter Waterdrinker?

Pieter Waterdrinker werd in 1961 geboren in Haarlem en groeide op in Zandvoort, waar zijn ouders een hotel hadden. Hij studeerde Russisch en rechten aan de Universiteit van Amsterdam.

Na zijn studie woonde en werkte hij twee jaar in Spanje, waarna hij onder meer reisleider werd in wat toen nog de Sovjet-Unie was.

In 1996 vestigde hij zich permanent in Rusland. Hij is correspondent voor De Telegraaf en schrijft essays voor Vrij Nederland.

Het vorige week verschenen Tsjaikovskistraat 40. Een autobiografische vertelling uit Rusland. (Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, €24,99) is zijn elfde boek.

Eerder verschenen ondermeer Poubelle (2014), Lenins balsem (2013), De dood van Mila Burger (2010), Een Hollandse romance (2003) en Danslessen (1998).

Lees ook:
- Poetin maakt Rusland weer groot
- In Rusland wordt het politieke klimaat steeds grimmiger
- Russische Paris Hilton blijft Poetin dankbaar

null Beeld rv
Beeld rv

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden