Recensie
Wat is er nog oprecht in onze tijd, lijkt Hans Münstermann te willen vragen
Hans Münstermann
Geraakt
De Kring; 256 blz. € 18,99
Oordeel: mooie regels, fijne observaties, maar te tweeslachtig in ideeën
Hans Münstermann (1947) is een enigszins hybride schrijver. Dat bleek al uit zijn met de AKO-literatuurprijs bekroonde roman ‘De bekoring’ uit 2006, het blijkt ook weer uit zijn jongste roman ‘Geraakt’. Hij houdt ervan niet één maar meerdere verhalen door en naast elkaar te vertellen. In ‘De bekoring’ ging het over een vrouw die in de jaren vijftig haar gezin verlaat, maar er liep als tweede lijn in het boek ook een oude architect rond in de door hemzelf ontworpen wijk, die mijmerde over alles wat er achter die deuren gebeurd was. In ‘Geraakt’ gaat het over een schrijver die plotseling geconfronteerd wordt met een familiedrama maar ook over een blueszanger en zijn magische liefdesmoment. Het zou me niet verbazen als Münstermanns neiging om verschillende verhalen met elkaar te vervlechten een erfenis is uit de tijd dat hij nog onder het pseudoniem Jan Tetteroo coöperatieve romans met Jacques Hendrikx schreef.
Schrijver Andreas Klein, hoofdpersoon in al Münstermanns romans, wordt door zijn uitgever geprest om een biografie over Harry Piekema ‘de prototypische bedrijfsleider in de vroegere Albert Heijn-spotjes’ te schrijven maar hij spartelt tegen en wil liever schrijven over de blueszanger Robert Eden, overleden maar met een mooi, tragisch liefdesverhaal.
Hij moet als het ware kiezen tussen populisme, schrijven over een populaire figuur, en diepgang, schrijven over de ware dingen des levens, liefde, dood. In de andere verhaallijn wordt Andreas plotseling geconfronteerd met het ziekenhuisdrama van zijn schoonvader, de oude dominee Tobias, die tijdens een schijnbaar onschuldige operatie een dwarslaesie oploopt en daar overigens opgewekt mee omgaat.
Tijdgeest
Münstermann heeft zich altijd geïnteresseerd voor de tijdgeest, ook in ‘Geraakt’ komt die ruimschoots aan bod. De menselijke drama’s van de te vroeg gestorven blueszanger en de plotseling gehandicapte dominee, spelen zich af tegen het decor van onze tijd, met boze Koerden op het Amsterdamse Museumplein, een hysterische Geert Wilders en een in het Rijksmuseum vernield schilderij, dat bij nader inzien vals blijkt te zijn. Het lijkt of Münstermann met die twee werelden de vraag wil stellen: wat is er nog echt in onze tijd, het opgefokte nieuws of het huiselijke verdriet van individuele mensen?
In een van de leukste passages uit het boek, een groepsgesprek van zes betrokken middelbaren vat een van de deelnemers het alsvolgt samen: “‘De wereld om me heen,’ zei Jan, ‘doet een beetje vreemd. Vroeger was dat niet zo.’” Onze epoche in een notendop.
Tegenover die verontrustende wereld van oplichterij, medische missers en sociale onrust staat het verhaal van blueszanger Robert Eden. Die vertelde Andreas ooit over de hyperromantische liefde die hij tijdens een treinreis door de DDR opvatte voor Louise, een mysterieuze vrouw die bij nader inzien een vroegrijp kind van veertien bleek te zijn. Ook hier weer valse schijn maar nu van de idealistische soort, over een wezen “Met de bereidheid alles in zich op te nemen, (...) om de klerezooi in de wereld op te ruimen, om de modder af te spoelen.”
Het lijkt of Münstermann zijn lezer voor de keuze wil stellen, ga je mee met de wereld van nu met zijn politiek-maatschappelijke dilemma’s of kies je voor het innerlijk, het gevoel, de liefde?
Het zijn vragen die in ‘Geraakt’ niet expliciet gesteld worden maar die als een soort boog boven het boek hangen.
Door die twee werelden van maatschappelijk bewustzijn en idealistische liefde zo apart van elkaar neer te zetten geeft Münstermann ook een statement af waar ik niet helemaal in geloof. Het lijkt mij juist dat je de weg moet vinden in een fusie van beide.
Ik kan me ook niet aan de indruk onttrekken dat Münstermann met deze hybride roman tegelijkertijd twee kanten van zijn schrijverschap uitprobeert, de maatschappelijk geëngageerde, kritische kant en de empathisch-lyrische kant. Hij schrijft als het ware met een januskop. Voor de literatuur maakt dat niet zoveel uit, want beide métiers, het beschrijven van de openbare en van de innerlijke wereld, beheerst hij uitstekend, mooie regels, fijne observaties, maar het gedachtegoed van deze roman is mij een beetje te tweeslachtig.