Wat is de koudste plek in de koelkast: boven- of onderin?
Toegegeven, aanvankelijk vonden we dit een vraag beneden onze stand. Lezer H. Marseille uit Haarlem was in een discussie beland waar hij niet meer uitkwam. Warme lucht stijgt op, had het ene kamp betoogd. Onder in de koelkast, in de groentela, is het daarom het koudst. Maar dat zou niet logisch zijn, redeneerde de oppositie. Groenten moeten niet zo koud worden bewaard. Het zou volgens deze mensen bovenin kouder zijn; daar immers, rond het vriesvak, zit het koelelement.
De tweede groep heeft gelijk, dachten wij. Warme lucht stijgt wel op, maar daar maakt de koelkastbouwer juist gebruik van door het koelelement bovenin te plaatsen. Dan komt de luchtcirculatie goed op gang. En dat het bovenin het koelst is, kun je aan oudere koelkasten zien. Tegen de onderkant van het vriesvak groeit het ijs aan, niet in de groentela.
We hebben het voor de zekerheid maar even nagemeten. In onze eigen – driesterren – koelkast is het in het vriesvak 16 graden onder nul, in het groentevak plus 11 graden, terwijl de temperatuur net onder het vriesvak schommelt tussen de 4 en 7 graden (beetje lastig meten daar).
Bevestigd in ons eigen gelijk surfen we nog wat na over het onderwerp. We belanden op de site van Milieu Centraal en stuiten op deze zin: „De koudste plek is direct boven de groentela achterin.” Als de koelkast goed is afgesteld, weet een medewerkster van Milieu Centraal te melden, is het boven de groentela 0 tot 3 graden, boven in de koelkast een graad of 4 en in de deur zo’n 6 graden. Ze kan deze verschillen niet verklaren.
We bellen de expert, Bosch. Een technicus daar bevestigt het verhaal van de groentela. „De warmte gaat naar boven”, zegt hij. „Onderin is het dus kouder. Maar omdat de groentela afgesloten is en niet aan de circulatie meedoet, is het ín de la minder koud en net daarboven het koudst. Onze modellen hebben een pijl die het koudste niveau aanwijst.”
En wij maar denken dat de koelkast een eenvoudig apparaat is. Dat is het in principe ook. Het is een circuit waarin op het ene punt een gas wordt samengeperst tot een vloeistof, terwijl het apparaat op een ander punt de druk plotseling weghaalt waardoor de vloeistof weer verdampt. Omdat die verdamping veel energie vraagt, koelt de omgeving af. Een koelkast is dus een soort warmtepomp: hij verplaatst de warmte in de kast naar de achterkant buiten.
Een koelkast maakt dus geen koelte, zoals sommige mensen denken. In ons archief zit namelijk ook nog de vraag of je er je kamer mee kunt koelen. Nee dus, wie zijn koelkastdeur openzet, zal merken dat de warmte die er aan de voorkant in gaat, er aan de achterkant dubbel en dwars uitkomt.