Analyse
Wat betekent het 'historische' bezoek van Obama voor de gewone Cubaan?
Vandaag schudden Barack Obama en Raúl Castro elkaar de hand in Havana. Het is voor het eerst in 88 jaar dat een Amerikaanse president Cuba bezoekt. Is dit de doorbraak waar alle Cubanen op wachten?
Toen president Barack Obama in december 2014 aankondigde dat hij de koude oorlog met Cuba wilde beëindigen was dat een grote verrassing. Altijd had Fidel Castro het Amerikaanse embargo als excuus gebruikt voor het falen van zijn communistische experiment.
Internationale samenwerking
Zouden de Cubanen eindelijk vrijheid krijgen? Inmiddels zijn we 15 maanden verder en wil de Republikeinse meerderheid in het Congres nog van geen wijken weten: zij handhaaft het 54 jaar oude embargo.
Daarom omzeilde Obama vorige week zijn tegenstanders door voor de vijfde keer met maatregelen te komen die handel met en reizen naar het eiland makkelijker moeten maken.
Voor het eerst mogen nu ook individuele Amerikanen naar Cuba en mogen Cubanen in de VS een salaris ontvangen. Dat betekent bijvoorbeeld dat honkbalsterren niet meer naar de VS hoeven te vluchten maar op een gewoon contract kunnen komen. Ook scheepvaart tussen de twee landen wordt simpeler.
Aan Cubaanse zijde gaat het evenmin vlotjes. Er is wel een telecomdeal op komst tussen de Amerikaanse reus AT&T en het Cubaanse staatsbedrijf Etesca. Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen hervatten deze zomer rechtstreekse vluchten op Cuba. Deze twee akkoorden komen direct de regering ten goede, diverse andere Amerikaanse bedrijven die plannen hebben wachten nog op toestemming. Hotelketen Starwood gaat hotels in Havana exploiteren, Marriott wil er hotels gaan bouwen, een bedrijf uit Alabama zou een tractorfabriek willen beginnen, weer een ander een groothandel voor bouwmateriaal.
Gewone Cubanen
Al dit nieuws maakt echter voor de gewone Cubanen nog steeds geen verschil. Wel profiteren zij indirect van de toename van het aantal Amerikaanse bezoekers met 77 procent in 2015, naar ruim 160.000. De bijna twee miljoen Cubanen in Amerika kunnen dankzij Obama sinds vorig jaar onbeperkt geld sturen. Dat heeft geleid tot een boom in het opstarten van kleine bedrijfjes, woningrenovaties en de onroerendgoedmarkt. Inmiddels werkt een half miljoen Cubanen ofwel 10 procent van de arbeidskrachten in de privésector.
Het is de hoop van Washington dat deze veranderingen en de groei van de middenklasse op Cuba uiteindelijk ook tot meer politieke openheid zullen leiden. Maar daarop zitten de Castro-broers en de partij-elite niet te wachten. Het was dan ook veelzeggend dat eerder deze maand het bezoek van minister van buitenlandse zaken John Kerry aan Havana niet doorging. Kerry bleef thuis omdat hij niet mocht bepalen met welke dissidenten hij wilde spreken.
Obama gaat zijn reis niet afzeggen, omdat het voor hem een veel te mooi PR-moment is dat hoort bij zijn laatste jaar waarin hij als president wil oogsten. Vanavond zal hij samen met hij met Michelle en zijn dochters door Oud-Havana toeren, morgen spreekt hij uitgebreid met zijn collega in het Paleis van de Revolutie. Ook gaat Obama langs bij kardinaal Jaime Ortega die een sleutelrol speelde bij het aanknopen van de relatie tussen de twee leiders.
Toespraak
Morgen wordt het spannend wanneer Obama het Cubaanse volk toespreekt in het Gran Teatro. Zal de staatsomroep dit uitzenden op radio en tv? Daarna ontvangt hij een selectie dissidenten én kameraad Raúl op de Amerikaanse ambassade. Achter de schermen wordt ongetwijfeld nog gesteggeld over de deelnemerslijst. Berta Soler van actiegroep de Witte Dames zou er in ieder geval bij zijn.
Critici zeggen dat Obama veel te weinig voor elkaar heeft gekregen voor de Cubanen, noch bij Raúl noch bij het Congres. Obama weet echter dat hij in zijn eentje niet harder kan. Zijn streven is om de toenadering in ieder geval onomkeerbaar te maken, bijvoorbeeld door het groeiend aantal Amerikaanse investeringen op het eiland. De verwachting is dat zelfs een Republikeinse opvolger dat beleid zal voortzetten.
De langverwachte doorbraak is Obama's bezoek dus niet. Wie leeft van een maandsalaris van ruim 20 euro, zonder financiële steun van familie in het buitenland, zal nog lang moeten doormodderen. Zoals de gepensioneerde verplaagster Anaida Gonzalez het verwoordde tegen Reuters: "Niemand praat rond dit bezoek over democratie, mensenrechten of de oppositie. Mensen hebben teveel problemen in hun dagelijkse leven. Wat ze willen is dat hun leven verbetert en dat is in hun ogen afhankelijk van het embargo."