Wantrouwen over en weer

Hoe het voelt om immigrant te zijn – om moslim te zijn in het Westen bijvoorbeeld – kom je het beste te weet als je romans leest. Annemarié van Niekerk vergelijkt er drie, alle gesitueerd in de VS. Vrij van clichés zijn ze niet. En de plot wordt soms overwoekerd door al te complexe, multiculturele verhaallijnen. Maar deze romans geven wél te denken.

Annemarié van Niekerk

Mohsin Hamid: De val van een fundamentalist. Uit het Engels vertaald door Frans van der Wiel. Bezige Bij, Amsterdam. ISBN 9789023421894; 205 blz. euro15,90

Lorraine Adams: Thuishaven. Uit het Engels vertaald door Adriaan Krabbendam. Meulenhoff, Amsterdam. ISBN 978909079358; 336 blz. euro21,90

Alaa al Aswani: Chicago. Uit het Engels vertaald door Jan Jaap de Ruiter. Mouria, Amsterdam. ISBN 9789045800271; 396 blz. euro22,50

Ontheemding is vaak een uiterst pijnlijke ervaring; de Nederlands-Pakistaanse schrijfster Naema Tahir noemde het ooit ’een land niet-hebben’. Ze schreef er een roman over – het hier onlangs besproken ’Eenzaam heden’ – want onder het vergrootglas van de fictie wordt de problematiek van de immigrant pas goed zichtbaar. Tahir beschrijft de ervaringen van een Pakistaans migrantengezin in Londen, drie van haar collega-schrijvers, Lorraine Adams, Alaa al Aswani en Moshin Hamid, plaatsen datzelfde thema van migratie tegen een Amerikaanse achtergrond.

Islamitische immigranten hebben het in de Verenigde Staten sinds 9/11 moeilijker dan ooit. Wantrouwen en tegenwerking zijn hun deel, of ze zich nu verschansen in het isolement van hun culturele identiteit of zich zo goed en kwaad als dat gaat aanpassen aan hun nieuwe omgeving. Behalve de professionele inlichtingendienst is ook de gewone burger erop gespitst extremisten op het spoor te komen. De doorsnee moslimimmigrant op zijn beurt heeft de handen vol aan het moeizame proces van integratie. En tussen al die uitersten door bewegen zich wel degelijk aspirant-terroristen.

In zijn recente roman ’De val van een fundamentalist’ beschrijft de Pakistaanse auteur Mohsin Hamid hoe zijn personage Changez het leven in Amerika ondergaat. Nadat hij is toegelaten tot de prestigieuze universiteit van Princeton en een relatie heeft gekregen met een rijke en mooie Amerikaanse, gaan alle deuren voor hem open. Hoewel Changez zich thuis voelt in New York, sijpelt het verlangen naar het verleden geleidelijk zijn bestaan binnen. Nog altijd voelt hij zich verbonden met zijn land van herkomst, en wanneer het hem goed gaat en hij succesvol integreert, voelt hij zich schuldig om zijn verlies aan loyaliteit.

De aanslag op de Twin Towers ervaart Changez als een vreemd soort van genoegdoening: het zelfingenomen Amerika wordt op de knieën gedwongen. De aanzwellende stroom van berichten over geweld jegens moslims voegt daar nog de nodige weerzin over het Westen aan toe.

Deze emotionele omslag komt niet alleen voort uit Changez zelf, maar ook uit de manier waarop autochtone Amerikanen tegen hem aankijken. In uiterst korte tijd ziet men hem niet meer als succesvol immigrant, maar als een mogelijke terrorist. Waar Changez aanvankelijk nog kritisch kon denken, dreigt hij nu in de armen van het destructieve fundamentalisme te worden gedreven.

In ’Thuishaven’ van Lorraine Adams wordt dit troebele overgangsgebied nog verder uitvergroot. Zij richt de aandacht op de westerse islamofobie en op de dikwijls irrationele angst voor een schimmig blijvend terrorisme. Haar 24-jarige held Aziz Arkoun heeft in het door geweld verscheurde Algerije geen behoorlijk werk kunnen bemachtigen en heeft zich op zoek naar een menswaardiger bestaan als verstekeling verstopt aan boord van een olietanker.

Aangekomen in de haven van Boston springt hij overboord en weet na een zwemtocht door het ijskoude water het vasteland te bereiken. Terwijl hij verdwaasd door de stad dwaalt, overdenkt hij welke identiteit hij zal aannemen wanneer iemand hem vraagt wie en wat hij is.

Voortbordurend op dit gegeven speelt Adams een vernuftig spel met de flexibiliteit en inwisselbaarheid van begrippen als persoonlijkheid en authenticiteit. Wantrouwen jegens het onbekende is daarbij een opvallend motief. Adams pendelt tussen de manier waarop anderen Aziz waarnemen en de wijze waarop hij zichzelf ervaart. Zo raakt ze de kern van het migratieprobleem.

Een treffend voorbeeld is te vinden in de episode waarin Aziz probeert te herstellen van de brandwonden die hij aan boord van de tanker heeft opgelopen. Wanneer hij zich voor het eerst na zijn ongeluk in de spiegel bekijkt, beseft hij dat dit vreemde evenbeeld niemand anders is dan hijzelf, maar dat hij moet voorkomen dat hij behalve zijn vertrouwde uiterlijk ook zijn persoonlijkheid kwijt raakt. De operatie om het beschadigde vlees te verwijderen, is echter onvermijdelijk. In deze passage raakt Adams onnadrukkelijk aan het eeuwige thema van vagevuur, loutering en wedergeboorte.

Uiteindelijk wordt Aziz opgevangen door een zekere Rafik, geboren in hetzelfde Algerijnse dorp als hij. Al snel beseft hij dat gedeelde herkomst nog geen geestelijke verwantschap garandeert.

Vooral Rafiks banden met de gewelddadige Kamal irriteren hem, maar omdat hij moet zien te overleven, kiest hij toch voor hun gezelschap en dat van hun overwegend Arabische huisgenoten. Zij bieden hem de ’thuishaven’ die hij zo hard nodig heeft, maar ze isoleren hem ook van de Amerikaanse samenleving die daarmee ontoegankelijk én ondoorgrondelijk blijft. Omgekeerd wordt deze thuishaven, een koude en vochtige woning die zich gedeeltelijk onder de grond bevindt, het mikpunt van Amerikaanse vooroordelen.

Tenslotte lijkt het alsof Aziz en zijn medebewoners verzeild raken in een terroristisch complot. Door juist op dit punt in het vage te blijven, suggereert Adams hoe wantrouwen vanzelf leven blaast in allerlei verdenkingen. Of hebben die toch een grond? Weegt de schade van xenofobie dan op tegen de mogelijke schade van het terrorisme? Deze en andere prangende vragen verwerkt Adams in haar roman, maar die lijdt onbedoeld wel onder de vaagheid waarin zij haar personages hult.

Probeert Adams misschien te geforceerd haar journalistieke stijl af te schudden ten gunste van een meer literaire? Want ondanks haar fijne observatievermogen en een beeldende taal, belemmeren de al te verwikkelde verhaallijnen en de complexiteit van de Algerijnse politieke situatie een soepele afwikkeling van de plot.

De verstrengeling van al te veel karakters en verhaallijnen is ook tekenend voor Alaa al Aswani’s roman ’Chicago’, al zou men ten gunste van deze Egyptische auteur kunnen aanvoeren dat hij gevormd werd door de – op ’1001 nacht’ teruggaande – traditie van de episodische en mozaïekachtige vertelvorm, die je ook aantreft bij Nederlands-Arabische schrijvers als Hafid Bouazza en Rodaan al Galidi.

Gaat het bij Adams om een gemengde groep van zowel laag- als hoogopgeleide personages, Al Aswani introduceert ons bij de medische faculteit van de Universiteit van Illinois en de daar werkzame Egyptische academici. Sommigen zijn nog maar net in Amerika, anderen wonen er al lang.

Ook in andere opzichten is de groep divers van samenstelling. De politieke en religieuze controverses die zo kenmerkend zijn voor het hedendaagse Egypte laten zich in de Nieuwe Wereld onverminderd gelden. Bovendien is er de tegenstelling tussen hen die Amerikaanser willen zijn dan de Amerikanen en degenen die fanatiek vasthouden aan hun Egyptische wortels.

In zijn kijk op de identiteitsproblematiek schiet Al Aswani niet zelden door naar de karikatuur. De stereotype manier waarop de meeste Arabieren aankijken tegen de Verenigde Staten als een ontaard land van – onder meer - drugs- en seksverslaving wordt daarmee kritiekloos bevestigd.

Professor Salah bijvoorbeeld raakt zo verstrikt in zijn heimwee naar Egypte dat hij er impotent van wordt en zijn Amerikaanse vrouw naar de vibrator laat grijpen, terwijl hij zichzelf, heel symbolisch, terugtrekt in het souterrain. Dan is er de jonge Shaimaa die, streng religieus opgevoed en honderd procent maagd, als bursaal in Chicago arriveert en binnen de kortst mogelijke keren zwanger raakt van haar landgenoot en medestudent Tarik, die niet wil trouwen en haar dus noopt tot een abortus.

Hoewel Al Aswani weinig psychologische diepgang te bieden heeft, is ’Chicago’ toch een belangrijk boek omdat het, gezien vanuit het de context van de Arabische cultuur waarin deze schrijver een hoofdrol speelt, moedig weet in te gaan tegen allerlei hardnekkige taboes op het gebied van politiek, religie en seks. Daarmee levert het, net als de romans van Mohsin Hamid en Lorraine Adams, een belangrijke bijdrage aan het debat over islam en migratie.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden