Wanneer staak je een sportwedstrijd?
In de rubriek 'Sportief Elftal' buigen twee deskundigen uit een panel van elf zich over een actueel sportief vraagstuk. In deze aflevering: ongelukken. Het gevaar ligt altijd op de loer bij topsport. Maar wat als de dood ermee gepaard gaat? Moet een wedstrijd dan stoppen of doorgaan?
De Tour wacht op niemand, luidt een bekend gezegde in de wielersport. Wanneer stopt een sportevenement? Wat moet er gebeuren voordat een organisatie besluit dat een wedstrijd niet langer door kan gaan?
Twee weken geleden overleed de Belgische wielrenner Michael Goolaerts aan de gevolgen van een hartstilstand tijdens Parijs-Roubaix (de koers ging door), op 11 september 2001 werd er 's avonds 'gewoon' gevoetbald in de Champions League, terwijl veel spelers met hun gedachten bij de slachtoffers van 9/11 waren. Het FA-Cupduel tussen Liverpool en Nottingham Forrest werd in 1989 wel gestaakt nadat fans (uiteindelijk 96) in het gedrang op de tribune omkwamen. Het ongeluk tijdens de 24 uur van Le Mans in 1955, waarbij een brandende auto het publiek in vloog (en 82 toeschouwers stierven), was dan weer geen reden om de race te staken.
De organisatie van Le Mans besloot hiertoe om te voorkomen dat toeschouwers de weg zouden blokkeren voor ambulances. "Of een sportevenement wel of niet moet doorgaan, hangt af van de informatie die je als organisatie op dat moment hebt", stelt sporthistoricus Jurryt van de Vooren. "Als organisatie moet je alleen wel een protocol klaar hebben liggen. En dan nog: je kunt op drieduizend scenario's voorbereid zijn, maar dan gebeurt altijd scenario 3001. Elk geval is weer anders."
Bloedbad
Een journalist is er niet om te beoordelen of een sportwedstrijd wel of niet moet doorgaan, vindt sportjournalist en oud-basketballer Mart Smeets. "Een journalist is er om te registreren wat er gebeurt. De verontwaardiging bij mensen over het doorgaan van een wedstrijd hangt vaak samen met de aanwezigheid van een tv-camera."
Van de Vooren: "Een paar dagen voor het begin van de Olympische Spelen van 1968 in Mexico City kwamen er driehonderd studenten om bij demonstraties. Het was een bloedbad geweest. Avery Brundage, toenmalig president van het IOC, sprak niettemin van een oase van vrede. NOC-NSF heeft destijds doelbewust informatie achtergehouden voor de Nederlandse atleten, omdat ze anders bang waren dat ze uit hun concentratie zouden worden gehaald. Zwemster Ada Kok dacht bijvoorbeeld dat er vuurwerk werd afgestoken. Ze wist niet beter. Pas bij terugkomst in Nederland hoorde ze wat er gebeurd was."
Smeets denkt meteen terug aan de Olympische Spelen van 1972 in München, waar de Palestijnse terreurbeweging Zwarte September elf leden van de Israëlische sportploeg gijzelde en ze uiteindelijk om het leven bracht. "Diezelfde Brundage sprak daar de legendarische woorden: 'The games must go on'. Nederlandse atleten mochten - typisch Nederlands - zelf besluiten of ze bleven of niet. Dat leverde een rare situatie op. De atleten die vertrokken, kregen ervan langs door de rechtse pers en de atleten die bleven, moesten het ontgelden bij de linkse media."
Doden in protocol
Van de Vooren: "De ervaring van een organisatie speelt een grote rol bij de behandeling van dodelijke ongevallen. Vaak zie je dat nieuwe hardloopevenementen verrast worden. Er is altijd een sportmarketeer die roept dat het evenement goed is voor de stad en de economie, maar er is niemand die bedenkt dat er ook weleens iemand dood kan gaan. Terwijl dat statistisch gezien heel normaal is. Tussen 2005 en 2014 vielen er bijvoorbeeld twintig doden bij hardloopevenementen in Nederland. Als organisatie moet je zoiets in je protocol hebben staan."
Smeets: "Het is ook maar net welke betekenis de dood heeft in het land dat het sportevenement organiseert. In katholieke landen gaat men anders met de dood om dan in de noordelijke landen. Verder is er de impact van tv. Om een voorbeeld te geven: in hetzelfde weekend dat Goolaerts overleed na Parijs-Roubaix vonden vijftien Canadese ijshockeyers de dood bij een verkeersongeval. Daar is geen letter aan besteed in Nederlandse kranten."
Van de Vooren: "De aanwezigheid van tv-camera's speelt zeker een rol. Tom Simpson stierf tijdens de beklimming van de Mont Ventoux in 1967. De Tour wacht op niemand, wordt er dan gezegd. Dat is niet zozeer de mores van het wielrennen als wel van de topsport. Het incident heeft wel voor een grote omslag gezorgd in hoe de topsport aankijkt tegen doping. Een dode door het gebruik van doping, dat wilde men niet meer. Bij de Spelen van 1968 waren er de eerste voorzichtige dopingcontroles."
Commercie
Smeets: "De dood is iets raars. Zeker in de sport. Ik herinner me de dood van Fabio Casartelli, die viel tijdens de afdaling van de Col de Portet d'Aspet in de Tour. Ik moest slikken toen ik het nieuws in mijn oortje kreeg via de Tour-organisatie. De commentator naast mij, Adriano Dezan van de Italiaanse RAI, begon onwaarschijnlijk te huilen. Hoe dichter we die dag bij de finish kwamen, hoe meer renners het nieuws tot zich kregen via de ploegleiderswagen of het publiek. Er lag een sluier over die etappe. De Tour-organisatie besloot - met zijn stomme hersens - te doen alsof er niets aan de hand was en liet de speaker van dienst voortbrabbelen. Waarbij ik dacht: mag het een onsje of wat minder? Maar ja, hoe informeer je zevenhonderdduizend toeschouwers bij een Tour-etappe? Ik kan me voorstellen dat men soms ook vreest voor een volksopstand."
Van de Vooren: "Of de toenemende commercialisering van de sport een rol speelt bij de doorgang van evenementen, is moeilijk te zeggen. Het kan twee kanten op werken bij dit soort incidenten. Aan de ene kant zal júíst door de commerciële belangen een evenement eerder doorgang vinden, maar de menslievendheid kan ook een rol spelen. Een evenement moet niet ter discussie komen te staan, zodat er volgend jaar geen basis is om het opnieuw te organiseren. Dat speelt ook zeker mee."
In het Sportief Elftal buigen zich, naar het voorbeeld van de elftallen van onze redactie religie & filosofie, per aflevering twee van elf deskundigen over een actueel sportief vraagstuk. Lees hier meer afleveringen.
Lees bijvoorbeeld: Wanneer stop je als topsporter? 'Je komt sowieso in een identiteitscrisis'
Welke afwegingen maakt een topsporter voordat hij zijn loopbaan beëindigt? Bestaat er zoiets als een handleiding voor een bevredigend afscheid?