Waarschuwing sjoemelsoftware al in 2010
milieu | De Europese Commissie kreeg al jaren geleden meldingen dat de uitstootwaarden van auto's niet klopten. Maar die waarschuwingen werden terzijde geschoven, blijkt nu.
Had de Europese Commissie het dieselschandaal bij Volkswagen eerder aan het licht kunnen brengen? Het korte antwoord luidt: ja. Naar nu blijkt, werd de commissie al in 2010, vijf jaar vóór 'dieselgate', ingelicht door eigen experts dat een autofabrikant sjoemelde met uitstootwaarden om emissietests te doorstaan. In de daarop volgende jaren zijn vermoedens van fraude stelselmatig door de commissie onder het tapijt geveegd. Met name door de hoogste functionarissen van het directoraat-generaal (DG) industrie - zeg maar het Europees ministerie van industrie.
Het Joint Research Centre (JRC), het onderzoeksinstituut van de commissie, deelt de vermoedens van gesjoemel met uitstootwaarden voor het eerst eind 2010 in Brussel met ambtenaren va industrie en milieu. Dat blijkt uit documenten die het Nederlandse milieutijdschrift Down to Earth heeft bemachtigd met de Wet openbaarheid van bestuur.
Het onderzoeksinstituut meet al sinds 2007 de uitstoot van dieselauto's, weet Down to Earth. Verschillende modellen stoten op de weg veel meer stikstofoxiden (NOx) uit - vier à vijf keer de toegestane limiet - dan tijdens officiële tests is toegestaan.
Een JRC-onderzoeker merkt bij één model een wel heel vreemde motorstrategie op, die bedoeld is om een emissietest te manipuleren. Het is niet duidelijk om welke autofabrikant het gaat. Maar die gebruikte illegale software die het systeem om uitstoot te beperken uitschakelt, als de buitentemperatuur onder de 17 graden zakt. Het JRC zegt later tegen de onderzoekscommissie van het Europees Parlement dat het nooit een mandaat heeft gekregen dit verder te onderzoeken.
Begin 2013 botsen de Europese DG's milieu en industrie opnieuw. Eurocommissaris Janez Poto¿nik (milieu) schrijft eurocommissaris Antonio Tajani (industrie): 'Je hebt vast de brief gezien die aan ons beiden is geadresseerd afkomstig van de Deense milieuminister'. Het gaat over 'significante verschillen' tussen de prestaties van auto's op de weg en de resultaten van laboratoriumtests. Deze verschillen zouden de belangrijkste oorzaak zijn dat landen de EU-normen voor luchtkwaliteit niet haalden.
Poto¿nik laat zijn collega weten dat lidstaten dit probleem steeds vaker aankaarten en dat hij geregeld het gebrek aan actie moet verdedigen. 'Een oncomfortabele situatie.' Hij dringt er bij Tajani op aan de autoindustrie harder aan te pakken. Tajani en de commissie doen niets.
19 november 2014: Karl Falkenberg, directeur-generaal milieu (de hoogste ambtenaar van dat DG) stuurt een brief aan Daniel Calleja Crespo, zijn collega van industrie. Hij verwijst naar een studie die aantoont dat verschillende dieselauto's de recente limieten voor stikstofoxiden zeven keer overschrijden. 'Sommige auto's overschrijden de NOx-norm maar liefst twintig keer.'
De recente studie die Falkenberg bedoelt, is van de International Council on Clean Transportation (ICCT), de organisatie die later de Amerikaanse milieuautoriteit EPA tipt over de fraude bij Volkswagen. Tevergeefs blijft Falkenberg bij Calleja aandringen om onderzoek te doen naar fabrikanten die technologieën gebruiken om controlesystemen uit te schakelen bij lage temperaturen, of als de auto meer vermogen nodig heeft. Dat zijn de zogenoemde defeat devices, die in september 2015 bij Volkswagen worden ontdekt. Sinds 2007 is dergelijke software al verboden in Europa.
'Tot dusver is het verzoek tot onderzoek en actie onbeantwoord gebleven', schrijft Falkenberg. Een maand later stuurt Calleja toch een brief terug, maar hij heeft het niet over mogelijke emissiefraude. Alleen over 'onvolkomenheden in testprocedures.'
Calleja, die in september van baan wisselde en aantrad als de hoogste ambtenaar van het DG milieu, verscheen april dit jaar voor de onderzoekscommissie naar dieselgate. Hij zei te weten dat er verschillen waren tussen de uitstoot op de weg en tijdens tests, maar dat gebruik van fraudesoftware hem onbekend was.
Deze documenten bewijzen dat de commissie wel op de hoogte was van fraudesoftware, zegt Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks), die ook in de dieselgate-commissie zit. "Terwijl de commissie dat altijd ontkende. Het lijkt erop dat Calleja en Tajani bewust hebben weggekeken."
undefined