Waarom Syriërs Aliaa (20), Rahaf (29) en Ali (29) nog niet kunnen terugkeren

De jaarlijkse herdenking op de Dam in Amsterdam van de start van de Syrische revolutie in 2011. Van links naar rechts: Ahmad Aljasem, Ali Aljasem, Mohammad Kanfash, Akram Alsaud, Aliaa Adi en Rahaf Mousa. Beeld Maartje Geels
De jaarlijkse herdenking op de Dam in Amsterdam van de start van de Syrische revolutie in 2011. Van links naar rechts: Ahmad Aljasem, Ali Aljasem, Mohammad Kanfash, Akram Alsaud, Aliaa Adi en Rahaf Mousa.Beeld Maartje Geels

Een deel van de Tweede Kamer wil al langer dat Syrische vluchtelingen snel huiswaarts keren. Denken ze daar al over na, nu het IS-kalifaat verslagen is en het ergste oorlogsgeweld achter de rug lijkt?

Petra Vissers

Voor hen is het antwoord heel simpel. Nee. Ze kunnen niet terug naar Syrië, naar het land dat ze jaren geleden ontvluchtten en waar schietpartijen, ontvoeringen en aanslagen nog altijd aan de orde van de dag zijn. Ook nu IS definitief verslagen lijkt. “Ik begrijp niet waarom sommige mensen die vraag stellen”, zegt Akram Alsaud (29). De student aan de TU Delft vluchtte in 2016 uit de Syrische stad Aleppo. Niet vanwege IS, maar voor de Russische bommen. In 2014 vluchtte hij al uit Damascus, na zijn vierde arrestatie wegens kritiek op het dictatoriale regime van president Bashar al-Assad.

Een deel van de Tweede Kamer hoopt dat Syriërs snel terugkeren naar het land dat ze verlieten. De VVD hintte er begin dit jaar op, net als de SGP. Geert Wilders van de PVV sommeerde vluchtelingen al eens om ‘hun koffers te pakken’ en ‘weg te wezen’. Zijn partij steunde eind vorig jaar als enige een motie van het Forum voor Democratie om alle Syrische vluchtelingen in Nederland terug te sturen.

Maar de opkomst van IS was niet de enige reden dat mensen vluchtten. Nederlanders lijken vergeten te zijn dat er in de meer dan acht jaar die de oorlog al duurt, vele redenen waren voor Syriërs om huis en haard te verlaten, zegt Alsaud. Aan een tafel in een Amsterdams café bespreekt hij met Aliaa Adi (20), Rahaf Mousa (29) en Ali Aljasem (29) de situatie in hun thuisland. De vier gaan straks naar de Dam, om samen stil te staan bij de start van de revolutie in 2011.

Akram Alsaud op de Dam.  Beeld Maartje Geels
Akram Alsaud op de Dam.Beeld Maartje Geels

De drie oudsten waren erbij, toen in 2011 duizenden Syriërs in verschillende steden vroegen om hervormingen. Even leek de Arabische Lente ook in Syrië begonnen. “Het was een hoopvol jaar”, zegt ICT’er Mousa. “Een jaar dat mijn leven voor altijd veranderde.” Maar de hoop sloeg al snel om toen de regering begon te schieten op demonstranten en de vreedzame protesten escaleerden in een oorlog, waar alle grote wereldmachten en regionale machten op de een of andere manier bij betrokken zijn. Volgens Human Rights Watch zijn er sinds 2011 meer dan 400.000 mensen omgekomen in het conflict.

Mousa vluchtte in 2016 uit Damascus toen ze haar, na de tweede arrestatie, vertelden dat haar derde arrestatie de laatste zou zijn. Aljasem kon vanaf 2013 niet meer naar de door Assad gecontroleerde gebieden, vertelt hij, en werkte in het noorden van het land voor Artsen zonder Grenzen, toen de troepen van het aan Al-Qaida gelieerde Jabhat al-Nusra in 2014 oprukten. “Het was de hel op aarde”, zegt hij over die periode. “Op den duur zaten we helemaal tegen de Turkse grens.” Hij vluchtte in 2015, toen Artsen zonder Grenzen zei zijn veiligheid niet langer te kunnen garanderen. Ook niet in het naburige Turkije.

Muren hebben oren

Adi, met haar twintig jaar te jong om in 2011 op een van de Syrische pleinen verandering te eisen, woonde met haar ouders in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). De familie, die een lange geschiedenis heeft van kritiek op de familie Assad, reisde geregeld naar Syrië. Tot haar moeder in 2014 te kennen werd gegeven dat ze gearresteerd zou worden of zou verdwijnen als ze de grens over zou steken. Toen Adi achttien werd, mocht ze niet in de VAE blijven, vreesde ze in Syrië voor haar veiligheid en kwam ze op een studentenvisum naar Nederland. Toen haar ouders haar opleiding wegens omstandigheden niet meer konden betalen, zag ze geen andere optie dan asiel aanvragen.

Wie zegt dat alle Syriërs terug moeten om hun land te helpen opbouwen, snapt het niet, zeggen de vier. Aliaa: “Wat heeft dat voor zin als alle bouwers meteen worden gearresteerd?” Ze kent, zegt ze, verhalen van mensen die teruggingen omdat Assad had beloofd dat ze veilig zouden zijn. “Ze zijn vastgezet, of verdwenen. Mensen worden er ingeluisd.”

Het is niet uit te leggen wat het betekent onder een dictatuur te leven, zeggen de vier. Op elk moment kunnen je beste vrienden je verraden, de muren hebben oren, langzaam maar zeker buigt of breekt iedereen. Alle mannen moeten het leger in. Alsaud: “Mijn broer heeft twee jaar ondergedoken gezeten omdat hij niet wilde vechten voor Assad. Nu zit hij toch in het leger. Hij besloot dat deze manier van leven geen leven was.” Waar zijn broer nu is en tegen wie hij de wapens opneemt? Alsaud weet het niet.

Vluchtelingen die recht hebben op asiel krijgen tijdelijke verblijfsvergunningen, die vijf jaar geldig zijn. Na die vijf jaar kunnen die worden omgezet in permanente. Gebeurt dat niet, dan moet de asielzoeker terug naar zijn thuisland omdat het daar weer veilig wordt geacht. Omdat de meeste Syriërs in 2014 en 2015 naar Nederland kwamen, heeft de beslissing of Syrië al dan niet veilig(er) wordt geacht voor veel mensen grote gevolgen. Dit jaar zullen ruim tienduizend tijdelijke verblijfsvergunningen aflopen. In 2020 zullen bijna 28.000 Syriërs horen of ze permanent kunnen blijven of terug moeten.

Op dit moment gaat Nederland er nog vanuit dat Syrië te gevaarlijk is om mensen naar terug te sturen, wat betekent dat iedereen die een permanente verblijfsvergunning aanvraagt die zal krijgen. Ook wie nu vlucht, heeft in principe recht op asiel. Maar de Syriërs aan tafel zijn bang dat dit oordeel binnenkort zal veranderen. Alsaud, die in een training van de Nederlandse mensenrechtenorganisatie Kompass heeft leren lobbyen, vreest dat het met Syrië dezelfde kant opgaat als met Irak en Afghanistan.

Nu nog te gevaarlijk

Die twee landen behoren volgens de Global Peace Index, een ranglijst van de invloedrijke denktank Institute for Economics and Peace, tot de vijf gevaarlijkste landen ter wereld, maar zijn volgens Nederland in principe veilig genoeg. Dat betekent niet dat Afghanen en Irakezen geen enkele kans maken om in Nederland te blijven, wel dat voor elk asielverzoek individueel wordt beoordeeld of iemand mogelijk gevaar loopt. Bijvoorbeeld omdat ze homoseksueel zijn, lid van de oppositie of onderdeel van een religieuze minderheid.

De Syrische Rahaf Mousa. Beeld Maartje Geels
De Syrische Rahaf Mousa.Beeld Maartje Geels

Of het oordeel over Syrië daadwerkelijk gaat veranderen, is nog niet te zeggen. Het oordeel van de IND is mede gebaseerd op zogeheten ambtsberichten van het ministerie van buitenlandse zaken. De volgende komt in juni. Deze week werd wel duidelijk dat Denemarken het beleid aanpast: Damascus en de regio rondom die stad zijn volgens de Denen nu veilig.

Vrijwillig terugkeren doen Syriërs op dit moment amper. Dat is ook moeilijk. De VN-organisatie voor migratie IOM, die vluchtelingen die terug willen naar hun land van herkomst daarbij helpt, bemiddelt niet voor Syrië omdat het land nog te gevaarlijk wordt geacht. Wie toch terug wil, kan dat doen met hulp van de Nederlandse Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V), die dan een vlucht boekt. In 2018 deden rond de vijftig Syriërs dat.

In Syrië is het niet veilig, benadrukken ook Alsaud, Adi, Mousa en Aljasem. Zij hebben dan wel stevige kritiek op het regime van Assad, maar ook de meeste Syriërs met een minder politiek vluchtverhaal kunnen volgens hen nog niet veilig terugkeren. “Ik ken ook mensen uit het oosten van het land. Zij zijn gevlucht voor IS”, zegt Alsaud. “Die zouden nu moeten terugkeren naar gebieden die in handen zijn van de Koerden.”

Vreemde relatie

Ook daar worden mensen onderdrukt en lopen ze gevaar. Volgens Human Rights Watch maken zowel de troepen van Assad (die het westen van het land weer onder controle hebben) als de Koerdische troepen (die in het oosten zitten) zich schuldig aan willekeurige arrestaties, ontvoeringen en martelingen. Adi zegt dat de Koerden een vreemde relatie hebben met het regime van Assad. “Als het ze uitkomt, werken ze gewoon met hem samen.” Aljasem: “Ik kan niet geloven dat er mensen zijn die ons serieus willen terugsturen naar gebieden die onder controle staan van gewapende milities.”

Toch kan de twintigjarige Adi zich best voorstellen dat Nederland de verblijfsvergunning van sommige Syriërs niet verlengt. Mensen die enkel zijn gevlucht vanwege de oorlog en het regime steunen, zouden volgens haar best terug kunnen naar gebieden die weer onder controle zijn van Assad. “Mensen die Assad steunen, van wie je dat gewoon op Facebook ziet, zijn niet in gevaar als ze naar Damascus terugkeren.” By all means, zegt ze: “Je doet maar.”

Op een dag, als het mogelijk is, willen de twintigers hun land opbouwen, hun steentje bijdragen. “We hebben hier veel geleerd, veel kennis opgedaan”, zegt Aljasem. Die kennis willen ze doorgeven, gebruiken: “We want to pay it forward”, zegt hij. “Dat is mijn plicht.” Maar dat kan alleen als het hele Assad-regime weg is, zeggen ze. Anders niet. Mousa: “Maar daar kan ik niet de hele tijd aan denken. Ik moet ook denken aan mijn leven hier. Ik ben nu hier een leven aan het opbouwen.”

Ze missen het Syrië van 2011, toen er hoop was. Ze missen de mogelijkheden die er waren, de saamhorigheid van die eerste weken. De mensen die ze verloren. Het Syrië van nu heeft ze niets te bieden. Hun vrienden zijn er niet meer, de hoop is vervlogen. “Ik voel me bestolen van het recht om ergens thuis te zijn”, zegt de twintigjarige Adi. En voor het eerst vloeien er tranen aan tafel. “Ik voel me bestolen van het recht om ergens bij te horen.”

Lees ook:

Met de val van het kalifaat verliest IS nog niet zijn ideologie
Syrische Koerden vierden dit weekeinde de val van het kalifaat.
Maar ook zonder kalifaat gaat de strijd door.

Wat rest is de verwoesting en het trauma
Vijf jaar IS, het leverde enorme schade, duizenden doden, vermisten en nieuwe problemen op.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden