Waarom rijk Nederland zo sombert

De dalende huizenprijzen maken Nederlanders niet vrolijker Beeld ANP
De dalende huizenprijzen maken Nederlanders niet vrolijkerBeeld ANP

Nederland is bijna Europees koploper welvaart. Dat wil zeggen, alleen Luxemburg verdient jaarlijks meer per hoofd van de bevolking. Dit 'bruto binnenlands product' gold lange tijd als dé indicator voor vooruitgang, zegt het Centraal Bureau voor de Statistiek, maar het schiet tekort. In 'De Nederlandse samenleving 2012' kijkt het CBS naar veel meer factoren, om te zien waarom rijk Nederland sombert.

Lidwien Dobber

Het vermogen van huishoudens is zo'n element. Op 1 januari 2011 bedroeg dat gemiddeld 29.000 euro, wat aardig klinkt, maar in 2008 was het nog zo'n 50.000 euro. Ofwel, de gemiddelde waarde van de bezittingen van Nederlandse huishoudens duikelde in drie jaar tijd met ruim 40 procent.

Nu voelen de meeste mensen dat niet direct in hun portemonnee. De belangrijkste oorzaak dat een aanzienlijk deel van hun vermogen in rook is opgegaan, is de daling van de huizenprijzen - de gemiddelde woz-waarde in 2008 was 256.000 euro, in 2011 lag die op 233.000 euro - en de groeiende hypotheekschuld - 143.000 euro in 2008, in 2011 gestegen tot 160.000 euro.

Vertrouwen is eerste vereiste
Een populaire analyse onder economen en politici is dat het herstel van vertrouwen een eerste vereiste is om de economie uit het slob te trekken. Juist iets als verdampt vermogen draagt daar niet aan bij. Al merkt hij er pas echt wat van als hij zijn huis wil verkopen, het maakt de consument onzeker en minder geneigd zijn geld uit te geven.

Dat de economie in het tweede kwartaal van dit jaar een heel klein beetje groeide doordat de export licht toenam, zal de meeste burgers niet opbeuren. Er staat te veel slecht nieuws, veel dichter bij huis, tegenover. Het CBS somt het rijtje nog maar eens op. "Bedrijven investeren minder (...) Voor het eerst sinds 1996 zijn er meer dan een half miljoen mensen werkloos. (...) De Nederlandse overheidsfinanciën staan onder druk." En voor het tweede jaar op rij kon de stijging van het inkomen - als dat al omhoog ging - de inflatie niet bijbenen. Gemiddeld daalde de koopkracht met 0,4 procent in 2011.

120.000 huizen verkocht in 2011
En dan de woningmarkt. Willen we het nog horen? In 2011 gingen er 120.000 woningen van de hand, het laagste aantal sinds het CBS in 1995 begon te tellen. Die huizen brachten zo'n 14,8 procent minder op dan in topjaar 2008.

Vorig jaar leefden een half miljoen huishoudens onder wat het CBS de lage-inkomensgrens noemt. Dat betekent niet dat het daar per se armoe troef is - de lage-inkomensgrens ligt boven bijstandsniveau - maar de kans op armoede is er wel bovengemiddeld hoog, aldus het CBS. Ter vergelijk: een alleenstaande in de bijstand krijgt 635 euro per maand, terwijl de lage-inkomensgrens doorloopt tot 960 euro. Het CBS voorziet dat er dit jaar nog eens ruim 2000 huishoudens door de lage-inkomensgrens zijn heengezakt.

Gezondheid
Er is ook goed nieuws, maar dat ligt niet zo zeer op economisch vlak. Zo zijn er minder jongeren die zonder diploma van school afgaan stijgt het niveau van hun opleiding - zowel qua middelbare school als de vervolgopleiding daarna.

Op de gezondheidsbeleving heeft de economische neergang nauwelijks invloed. Tachtig procent van de Nederlanders is positief over zijn gezondheid en dat cijfer is al sinds 2001 grosso modo hetzelfde.

Ook op gevoelens van onveiligheid en op slachtofferschap lijkt de neergaande conjuctuur geen invloed te hebben; die groeien niet, constateert het CBS. En het vertrouwen in een ander, dat groeit alleen maar. In 1981 - op het diepst van de crisis die destijds woedde - had nog 44 procent vertrouwen in de medemens. In 1991 gaf 53 procent van de achttien-plussers aan dat 'over het algemeen de meeste mensen wel te vertrouwen zijn'. In 2002 was dat 58 procent, in 2008 64 procent en in 2010 zelfs 67 procent. Alleen in de Scandinavische landen is het beter gesteld met het onderlinge vertrouwen.

undefined

Het wordt wat losser
Minder werknemers met een vast contract, meer flexwerkers (mensen met een tijdelijke baan, al dan niet voor een vast aantal uren) en zelfstandigen zonder personeel (zzp'ers): de trend zal niemand verbazen.

Opvallend is wel dat het inkomen van mensen in vaste dienst (gemiddeld 38.900 euro) dat van zzp'ers (32.800 euro) niet spectaculair overstijgt. Kanttekening: de cijfers zijn van 2010, nog niet het heetst van de crisis. Ook werkten zzp'ers veel meer uren. Flexwerkers verdienen het minst: zij werken minder en zijn vaak jong. Het gemiddelde inkomen van zelfstandigen mét personeel is het hoogst (56,2 duizend euro), hun werkweek het langst (50,4 uur).

Eens iets heel anders
10 procent van de werkenden - 600.000 mensen - veranderden tussen 2010 en 2011 van beroep. Soms gedwongen door ontslag, soms om te kunnen doorgroeien. Jongeren tot 30 jaar zijn twee keer zo mobiel als ouderen. Zij zoeken hun plek nog, werken op tijdelijke contracten, en krijgen meer groeikansen. Eenmaal de 30 voorbij switchen vooral hoogopgeleiden. En zit het economisch tegen, dan is vrijwillig overstappen er minder bij.

Dan maar geen kip
In 2010 had 13 procent van de huishoudens moeite om rond te komen. En dat waren niet alleen huishoudens met een laag inkomen (zie hiernaast), maar ook huishoudens waar meer binnenkomt. Hoe ze het eind van de maand toch elke keer weer halen? Door de thermostaat niet te hoog te zetten, door vlees, vis of kip een paar keer per week van het menu te schrappen, of door versleten meubels maar niet te vervangen. Relatief is Nederland niet slecht af; volgens Europese cijfers is de kans op armoede hier 15 procent, terwijl dat voor heel Europa gemiddeld bijna 25 is.

Op 'n houtje bijten
Een laag inkomen - 960 euro voor een alleenstaande, 1320 voor een paar - komt onder veertigminners het vaakst voor. Wie jong is, verdient minder en werkt vaak korter, om ook voor kinderen te kunnen zorgen. Hun armoe duurt echter zelden meer dan vier jaar. Wordt een vijftigplusser werkloos of treedt die vervroegd uit, dan kan het tot zijn pensioen duren voor hij de armoe uit is.

Geld maakt gelukkig
De meest welvarende Nederlanders, mensen die zowel een hoog inkomen als een groot vermogen hebben, zijn het meest tevreden met het leven, schrijft het CBS. De reden: wie geld heeft kan eigen keuzes maken. Logisch daarom dat de mensen die het minst verdienen en bezitten ook het minst tevreden zijn. Toch, wie weinig verdient, maar wel een potje geld heeft, is al direct gelukkiger. Zoals ook mensen die best aardig verdienen maar geen buffer hebben, al snel tevredener zijn met hun leven.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden