Waar blijft onze gift?
„We moeten de gever gaan opvoeden”, zegt goede-doelenexpert Henk van Stokkom. Donateurs moeten kritischer worden en niet domweg geld in een bak storten. Maar dan dient de filantropische sector op zijn beurt de eigen gegevens toegankelijker te presenteren. Een databank op internet biedt binnenkort mogelijk uitkomst.
Donateurs van goede doelen willen graag weten wat er met hun geld gebeurt. Maar de gever die dat eens haarfijn wil uitzoeken, raakt verstrikt in een woud van informatie, rapporten en ontoegankelijke jaarverslagen.
Hou daar mee op, zegt Henk van Stokkom, stop met die almaar dikkere jaarverslagen vol wollige lappen tekst over al die prachtprojecten. „Via blogs, twitter of websites kun je als goed doel het hele jaar door je informatie kwijt over je werk. Dat hoef je niet nog eens over te doen in een jaarverslag, dat bovendien pas een jaar later verschijnt. Nee, je moet als goede doelen juist alle aandacht concentreren op de financiële verantwoording. Maak een financieel verslag dat iedereen kan begrijpen, verras mij met een heldere jaarrekening, die mijn oma ook kan lezen. Zodat we precies kunnen zien waar het geld is gebleven en hoeveel van de inkomsten rechtstreeks naar de doelstelling is gegaan.”
Van Stokkom begeleidt vermogensfondsen en vermogende particulieren in hun giftenbeleid. Dat doet hij al jaren. Het lezen van jaarverslagen en financiële stukken van goede doelen is voor hem dagelijks werk.
Het valt hem op dat de verslaggeving van goede doelen steeds meer begint te lijken op de publicaties van financiële instellingen. Onder invloed van richtlijnen, juristen, regeltjes en accountants worden de brochures almaar dikker en taaier. „Vroeger kon een financiële instelling toe met een prospectus van vijftien pagina’s. Dat was een redelijk transparante situatie. Nu willen bedrijven zich voor alles en tegen iedereen indekken en zijn het boekwerken geworden van 150 bladzijden. Er is niet meer door te komen. In de charitatieve sector zie je hetzelfde gebeuren.”
Van Stokkom was één van de oprichters van de jaarlijkse Transparantprijs voor het beste jaarverslag van goede doelen, maar volgens hem heeft deze prijs minder opgeleverd dan gehoopt. „Kleine, maar ook grote gevers zien door de bomen allang het bos niet meer. Het is te veel. De donateur is vooral op zoek naar makkelijk toegankelijke, vergelijkbare en objectieve informatie.”
Volgens Viola Lindeboom, van de stichting Centraal Informatiepunt Goede Doelen (CIGD), zal aan die vraag worden voldaan als komend najaar bij wijze van proef een databank met de gegevens van enkele honderden goede doelen op het gebied van gezondheidszorg op internet beschikbaar komt. In die databank – te raadplegen via www.trouw.nl/idealen – staan alle gegevens van ruim 5000 goede doelen op allerlei terreinen. De gegevens over de gezondheids-goede doelen zullen veel uitgebreider zijn.
Het CIGD, voortgekomen uit de vroegere Donateursvereniging, werkt nauw samen met het Erasmus Centrum voor Strategische Filantropie in Rotterdam, onderdeel van de Erasmus Universiteit. Afgelopen zomer zijn 550 vragenlijsten verstuurd aan de goede doelen in de gezondheidszorg. Op langere termijn moeten alle goede doelen die op de Nederlandse markt actief zijn in de databank staan. Lindeboom: „We zijn een onafhankelijke stichting, we hebben geen belangen in de goede doelensector. Wij willen gevers een betrouwbaar informatiepunt bieden over goede doelen.”
Iemand die wil geven aan een organisatie die actief is op het gebied van diabetes, kan straks in de databank in enkele muisklikken nagaan wat de verschillen zijn tussen de organisaties die op dit terrein actief zijn. En ook hoe effectief die organisaties zijn.
Anders dan Van Stokkom bepleit, ligt bij de databank de nadruk op de prestaties van goede doelen en niet op het ’financiële plaatje’. Door een uitgekiend stelsel van vragen, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, denken de initiatiefnemers te kunnen voorspellen hoe een goed doel in de praktijk presteert in het bereiken van de doelstelling of missie. Het CIGD en het Erasmus Centrum voor Strategische Filantropie willen op die manier de transparantie in de goede doelensector vergroten.
„Er zijn meer dan 9000 goede doelen in Nederland”, zegt Kellie Liket, die als onderzoekster aan het centrum verbonden is. „De meeste goede doelen doen fantastisch werk. Andere falen. Hoe kies je de beste?” Liket doet aan de universiteit onderzoek naar methoden om de maatschappelijke impact van goede doelen te meten. Ze hoopt dat de databank zorgt voor een omwenteling in de sector. „Het wordt een soort Kieswijzer voor goede doelen.”
Volgens Liket is de databank een belangrijke aanvulling op het keurmerk voor goede doelen dat het Centraal Bureau Fondsenwerving afgeeft. „Dit CBF-keur geeft eigenlijk alleen informatie over de vraag of een goed doel zich houdt aan financiële regels. Wij gaan verder. Wij willen voorspellen of een goed doel effectief aan haar missie voldoet, of het ’goede’ wat haar doel is, ook daadwerkelijk wordt bereikt. Onderzoek laat zien dat de hoogte van inkomsten die direct naar de doelstelling gaan, vaak geen verband houdt met het effectief bereiken van het doel.” Volgens Liket zullen juist ook goede doelen zelf veel kunnen leren van de gegevens die de databank zal aanleveren.
Henk van Stokkom juicht het plan toe. „Het is belangrijk dat we de gever gaan opvoeden. Goede doelen hebben nu de neiging zaken te simplistisch voor te stellen. Ik zag een tijd geleden een poster van de kankerbestrijding met als opschrift: ’Er is een oplossing voor kanker’ en daarachter lag dan een berg bankbiljetten. Kijk, zo werkt het dus niet meer. Het is geen kwestie van domweg maar geld in een bak storten.”