VS voeren aanvallen Libië niet op
Frankrijk hoeft niet te rekenen op de Verenigde Staten voor het opvoeren van de luchtaanvallen op het Libische regime. Dat heeft de Franse minister van Buitenlandse Zaken Alain Juppé donderdag laten weten na overleg met zijn Amerikaanse collega Hillary Clinton.
De Verenigde Staten behoren tot de landen die een maand geleden de aanval openden op het bewind van Muammar Kaddafi. Sinds het bevel bij de NAVO ligt, heeft Washington ongeveer vijftig gevechtsvliegtuigen teruggehaald. 'Ik heb tegen Clinton gezegd dat we Amerika nodig hebben, dat we willen dat ze terugkomen', zei Juppé.
De internationale coalitie slaagt er niet in Kaddafi's strijd tegen de opstandelingen te bedwingen, ondanks een militaire overmacht. Daarom groeit de frustratie. Vooral Frankrijk en Groot-Brittannië willen meer acties tegen Kaddafi, maar krijgen de bondgenoten vooralsnog niet mee.
Ook NAVO-chef Anders Fogh Rasmussen vroeg de leden vandaag meer gevechtsvliegtuigen te leveren. 'Ik heb er vertrouwen in dat andere landen hun verantwoordelijkheid zullen nemen', voegde hij er vriendelijk maar dringend aan toe.
Nederland gaat niet in op de oproepen. 'Wij gaan niet bombarderen', maakte minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) duidelijk na het NAVO-overleg in Berlijn. Ook Spanje en Italië, de voormalige kolonisator van Libië, toonden zich terughoudend.
Overleg in Caïro, de hoofdstad van buurland Egypte, leverde evenmin concrete afspraken op. Topman Amr Moussa van de Arabische Liga, secretaris-generaal Ban Ki-moon van de VN, EU-buitenlandchef Catherine Ashton en de leiders van de Afrikaanse Unie en Organisatie van de Islamitische Conferentie kwamen daar bijeen. De deelnemers bleken het op twee punten met elkaar eens: in Libië moet een wapenstilstand komen en er moeten voorbereidingen worden getroffen om tot een politieke oplossing van het conflict te komen.