Vrijzinnige vrees voor kabinet van BB plus R maakt overspannen indruk

Dat Nederland vijftig jaar terug nog maar een halfchristelijk land was, kwam op bijna rekenkundige wijze tot uitdrukking in de zondagswet.

door Hans Goslinga

Eenvoudig gezegd houdt deze nog altijd vigerende wet van de katholiek Beel in dat de ochtend voor de christenen is en de middag, vanaf 13.00 uur, voor de heidenen.

Dezelfde Beel diende in die dagen een wet in om, in afwijking van de christelijke traditie lijken te begraven, crematie toe te staan. De twee voorbeelden laten zien dat zelfs in die, door vrijzinnige geesten vaak als onverlicht beschouwde, periode christelijke politici oog hadden voor de maatschappelijke werkelijkheid en zich inschikkelijk toonden.

Naarmate de totstandkoming van een kabinet van CDA, ChristenUnie en PvdA dichterbij komt, neemt in vrijzinnig Nederland de vrees toe dat dit kabinet in ethische kwesties ‘de klok zal terugdraaien’. Alleen al deze beeldspraak is misleidend, omdat de hoofdstroom van de christelijke partijen juist altijd heeft meegewerkt aan wettelijke regelingen van zaken zoals abortus en euthanasie, of aan het moderniseren van gevoelige delen van het familierecht zoals het echtscheidings- en adoptierecht. Het prijsgeven van terrein gebeurde niet zonder slag of stoot, maar het gebeurde wel.

Al ver voordat halverwege de jaren negentig de seculiere kabinetten-Kok aantraden, had Nederland mede door toedoen van de christen-democraten internationaal de naam van een libertair land waar alles kon. De eerste euthanasieregeling was van de hand van de katholiek Hirsch Ballin, die daarmee vijftien jaar terug de banvloeken van de Osservatore Romano, de krant van het Vaticaan, trotseerde. De wet die in 1981 abortus toestond, was ten dele het werk van de gereformeerde Job de Ruiter. Hij maakte deel uit van een kabinet onder leiding van Dries van Agt, die in progressieve ogen de verpersoonlijking was van christelijke bevoogding en bemoeizucht. Maar zoals zo vaak spreken de feiten een andere taal dan de beeldvorming.

Ze laten zien dat, als het erop aankwam, de christen-democraten soepel meebogen met de tijdgeest of, positiever geduid, oog hadden voor de eisen van de tijd.

Zelfs het kabinet-De Jong, dat op het hoogtepunt van de culturele revolutie in de jaren zestig regeerde en in die tijd als oerconservatief, zo niet reactionair, bekend stond, had een scherp gevoel voor de veranderende verhoudingen. Het maakte echtscheiding gemakkelijker, stond de verkoop van condooms in cafés toe, stelde crematie volledig gelijk aan begraven en kende de P.C. Hooftprijs toe aan de schrijver Gerard Reve, die nog maar enkele jaren eerder terecht had gestaan wegens godslastering. De katholieke minister van cultuur, Marga Klompé, stond zelfs toe dat de auteur haar in het openbaar op de wangen kuste, wat destijds nog totaal ongebruikelijk was.

Welbeschouwd legden de christelijke politici een verdraagzaamheid jegens ontkerstende en vrijzinnige bevolkingsgroepen aan de dag die groter was dan het begrip dat hen in omgekeerde richting ten deel viel. Tijdens het kamerdebat over de wet gelijke behandeling begin jaren negentig staakte PvdA-minister Ien Dales zelfs het gesprek met de orthodox-christelijke partijen vanwege hun afwijzing van de homoseksuele praxis.

Hoewel iedereen het persoonlijke karakter ervan onderkende, was dit voor een minister die het gehele volk hoort te dienen een ongehoorde daad. Nochtans toonde Rouvoets voorganger Gert Schutte er jaren later bij zijn vertrek uit de Tweede Kamer begrip voor.

Met een fijn gevoel voor de verhoudingen stelde hij vast dat Dales zijn partij ‘met de neus op het feit had gedrukt een kleine minderheid te zijn’. Ofschoon hij zich destijds door de paarse wetgeving inzake euthanasie, homohuwelijk en prostitutie ‘vreemdeling in eigen land’ voelde, vond Schutte het al heel wat dat hij op het nationale toneel stem kon geven aan de opvattingen en gevoelens van zijn groep. In landen met een grover kiesstelsel zou dat geluid allang zijn gemarginaliseerd. In het licht hiervan maakt de vrees van vrijzinnige vrouwen als Hedy d’Ancona (PvdA) en Els Borst (D66) voor een kabinet waaraan de ChristenUnie als kleinste partij meedoet, een nogal overspannen indruk.

Afgaande op de open brief die zij en veertien andere vrouwen deze week aan de PvdA schreven, zijn de verworvenheden op het ethische vlak klaarblijkelijk onaantastbaar en is er zelfs geen bereidheid ongunstige effecten of onevenwichtigheden onder ogen te zien, laat staan ter discussie te stellen. Gezien de langdurige en heftige politieke strijd die aan de abortus- en euthanasiewetgeving vooraf is gegaan, is dat nog wel te begrijpen. Maar de politisering die deze strijd heeft meegebracht en de verenging ervan tot de eis van zelfbeschikking, maakt het tegelijk lastig oog te houden voor het tragische dilemma dat het afbreken van (ongeboren) leven oproept en voor de positie van de overheid daarin.

Evenmin is er veel oog voor de veranderde politieke verhoudingen. Vergeleken met 1998, het jaar waarin het tweede kabinet-Kok aantrad, is de ChristenUnie één en het CDA twaalf zetels groter, terwijl de drie partijen die de paarse coalitie vormden (PvdA, VVD en D66) samen veertig zetels kleiner zijn. Dit verlies zou misschien aanleiding kunnen zijn iets minder hoog van de toren te blazen en wat meer acht te slaan op andere aspecten van deze lastige ethische kwesties dan enkel het zelfbeschikkingsrecht van het individu – bij abortus dat van de vrouw.

Dat is niet eenvoudig voor degenen die de emancipatie van het individu in de afgelopen decennia steeds hebben gezien als spiegelbeeld van de afbrokkeling van christelijke machtsuitoefening. De grondige verstoring van dit perspectief dwingt haast als vanzelf tot een heroriëntatie. Een kabinet van Balkenende, Bos en Rouvoet (in de wandeling BB plus R genoemd, naar het hitje van Max Woiski sr) kan ruimte creëren voor een volgende stap. Maar dat lukt niet als de oude loopgraven weer worden opgezocht.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden