'Vrijetijdsverkeer drastisch beteugelen'

TILBURG - Het woon-werk-verkeer krijgt deze maanden even lucht. Maar is het daardoor rustiger geworden op de weg? Nauwelijks, weet de Tilburgse vrijetijdswetenschapper prof. dr. Theo Beckers. Het vrijetijdsverkeer gaat gewoon door. En dat is nog altijd goed voor zestig procent van alle verplaatsingen, vakantieverkeer niet meegerekend.

DICK RINGLEVER

Dat alle file-discussies zich toespitsen op het indammen van het forenzen-verkeer en het recreatieve verkeer daarbij buiten schot blijft, verbaast hem nog steeds. Beckers heeft het niet alleen over pretpark-verkeer, maar over alle verkeer buiten de werksfeer. Boodschappen doen hoort daarbij, maar ook de ritjes naar sportveld, schouwburg of familie.

“Het heeft zich sluipenderwijs ontwikkeld. Ik vrees dat het probleem nog steeds wordt onderschat. Al jaren geleden heeft het ministerie van verkeer en waterstaat de nota vrijetijdsverkeer opgesteld. Die is bestudeerd en vervolgens in een bureaula verdwenen. Ik zou voor een nieuwe nota willen pleiten. Ook voor een politiek debat. Hoewel we niet teveel illusies moeten koesteren, zullen we toch moeten proberen de ongebreidelde groei tot staan te brengen, desnoods met ongebruikelijke maatregelen,” zegt Beckers.

De hoogleraar vrijetijdskunde aan de Katholieke Universiteit Brabant heeft al vaker gepleit voor een radicale aanpak, omdat naar zijn mening het probleem onbeheersbaar dreigt te worden. Een probleem overigens, dat door het ruimtelijk beleid in het verleden door de regering zelf is bevorderd, wil hij vaststellen. “Tot in de jaren zestig is de stad afgeschilderd als een ongezonde plek. Recreatieve voorzieningen werden daarom ver buiten de stad aangelegd. In die tijd gold nog de regel dat je pas echt kon genieten als je tenminste vijftien kilometer van huis was.”

Beckers ziet die trend trouwens nòg. “Het beeld van de compacte stad duikt weer op. Zoveel mogelijk bedrijven en woningen binnen de stad. Dat gaat vaak ten koste van het groen. Parken en sportvelden worden naar de stadsranden verdrongen. Met als gevolg weer meer vrijetijdsverkeer.”

Als het beleid ongewijzigd blijft vreest Beckers een verdere groei van de mobiliteit: “De vrije tijd zal in de toekomst nog toenemen, terwijl de welvaart gemiddeld niet afneemt. Ook het streven naar een 24 uurs economie zal tot meer verplaatsingen leiden. En de auto zal daarbij een steeds belangrijker rol spelen. Hij staat model voor de vrijetijdsmens van vandaag.”

In de visie van Beckers moet het spoor een veel groter deel van het vrijetijdsverkeer naar zich toe trekken. “Het gebruik van de ov-kaart door studenten heeft ertoe geleid dat in die groep het autobezit en -gebruik aanzienlijk gedaald is. Dat gegeven zou je verder kunnen uitwerken door bijvoorbeeld een bredere groep jongeren kennis te laten maken met de kaart door deze met korting aan te bieden.”

Beckers ziet, in combinatie daarmee, ook wel wat in verhoging van de leeftijd waarop rijexamen kan worden gedaan. De filosofie daarachter: jong geleerd is oud gedaan. Jongeren zijn op het moment van beïnvloeding nog geen verstokte automobilisten. “Maar dan moet daar wel een goed openbaar-vervoersysteem tegenover staan”, tekent hij aan. En daar mankeert het naar zijn mening nog aan.

Sporen

Hij vindt het spoor te star. “Buiten de spits neemt de dienstverlening af. Onrendabele lijnen dreigen te worden opgeheven, terwijl dat recreatief juist de leukste lijntjes zijn. De fiets in de trein is wel in ere hersteld, maar ideaal is het nog lang niet. In ons rapport 'Sporen naar de toekomst' dat we in opdracht van NS bij haar 150-jarig jubileum hebben gemaakt, hebben we al gepleit voor differentiatie. Het spoor zal zich meer moeten aanpassen aan wensen van het inidividu.”

Ook de grote recreatieve trekpleisters zullen naar zijn mening beter bereikbaar moeten worden gemaakt per openbaar vervoer. “Waarom geen rechtstreekse rail van Den Bosch naar de Efteling en andere parken in Midden-Brabant?” Recreatieve voorzieningen zullen ook dichter bij de bevolkingscentra moeten worden aangelegd. De Gelderse Poort bij Arnhem en de Grensmaas in Limburg noemt hij goede voorbeelden. Maar vooral ook in de Randstad zal er meer moeten worden gedaan. Wat hem betreft mogen de plannen voor locaties in zee tussen Hoek van Holland en Den Haag weer op tafel komen. “En waarom geen plassen langs rijkswegen?”

Beckers blijkt nog een stokpaardje te berijden: de buitenlandse vliegvakantie. Die mag van hem best duurder. In ieder geval zal er in Europees verband BTW op de kerosine moeten worden geheven, om de prijs meer op een lijn met de maatschappelijke kosten te brengen. Wat de consument thuis aan energie kleinschalig bespaart, gooit hij op vakantie weer grootschalig weg, vindt Beckers.

Bij derde-wereldtoerisme zet hij ook zo zijn vraagtekens. “Je kunt het natuurlijk niet verbieden, maar is het nodig er elk jaar naar toe te gaan? Je zou serieus kunnen denken over een vorm van quotering. Hoe? Nou, een knipkaart-systeem bijvoorbeeld.”

Beckers ziet reisorganisaties liever alternatieven in eigen land ontwikkelen. “Want dat Nederland te vol is, bestrijd ik. We hebben alleen een tekort aan recreatievoorzieningen.” Hij erkent dat het “misschien niet allemaal even realistisch is gedacht” en trekt meteen zelf het boetekleed aan. Over enkele weken vertrekt hij naar Indonesië. Voor een werkvakantie. Dat kost hem zijn eerste knip.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden