Voorproefje van het paradijs

Willem Oosterbeek Beeld RV
Willem OosterbeekBeeld RV

Nootmuskaat leverde als smaakmaker, afrodisiacum en geestverruimende drug goudgeld op.

Paul Van der Steen

We hebben het nog altijd over peperduur, maar de prijs van nootmuskaat en foelie had evengoed spreekwoordelijk kunnen worden. Een pond nootmuskaat kostte in het Engeland van de late Middeleeuwen evenveel als een halve koe. De prijs van een pond foelie stond gelijk aan die van drie schapen. Destijds bereikten de specerijen Europa nog via vele tussenstations.

Halverwege de zeventiende eeuw had Nederland de plek van herkomst, de Banda-eilanden, stevig in handen en de specerijenhandel gemonopoliseerd. De VOC streek jaarlijks een miljoen gulden op. Nootmuskaat gaf winsten tot 1400 procent; foelie, de gedroogde zaadmantel van de muskaatnoot, zelfs tot 6000 procent.

Geen wonder, alleen al nootmuskaat kende vele toepassingen: het kon eten een speciale smaak geven, voedsel beschermen tegen bederf, het gold als afrodisiacum, werd gebruikt als rookwaar, gaf zijn geur aan parfums en kaarsen, diende als rookwaar en als geestverruimende drug.

Rechtvaardiging genoeg voor een boek. Willem Oosterbeek, eerder verantwoordelijk voor ‘Naar Moskou! Naar Moskou! Memoires van een officier uit de Lage Landen in het leger van Napoleon’, zet de historie op een rijtje in ‘Nootmuskaat. De geschiedenis van een wonderbaarlijk nootje’.

Fantasie

Eind negende eeuw drongen nootmuskaat en foelie al door tot in de landen aan de Middellandse Zee dankzij de levendige handel tussen Arabieren en Indiërs. Voordat de handelswaar India had bereikt was er al een hele reeks andere kooplui aan te pas gekomen.

Waar de specerijen precies vandaan kwamen, wist in onze contreien aanvankelijk niemand. Dat prikkelde de fantasie. Volgens sommigen waren de specerijen zelfs een voorproefje van het paradijs. Zulke verhalen droegen alleen maar bij aan de exclusiviteit ervan.

Tekst loopt door onder afbeelding.

Willem Oosterbeek - Nootmuskaat. De geschiedenis van een wonderbaarlijk nootje.  Beeld RV
Willem Oosterbeek - Nootmuskaat. De geschiedenis van een wonderbaarlijk nootje.Beeld RV

Later in de Middeleeuwen maakten ook rijkelui in noordelijker streken kennis met nootmuskaat en foelie. De specerijen werden soms in zilver gevat cadeau gegeven. Het Louvre bezit een aantal van deze nootmuskaathouders, die duidelijk maken dat het spul als een schat werd beschouwd.

In dezelfde periode werd stilaan duidelijk waar de nootmuskaat en foelie groeiden. In 1512 zetten de Portugezen er als eerste voet aan wal. Een eeuw later won de Vereenigde Oostindische Compagnie de strijd om de Banda-eilanden en verzekerde zich zo van het alleenrecht op de specerijenhandel.

In eerste instantie probeerden de Nederlanders nog relatief goedschiks tot afspraken met de Bandanezen te komen, maar nadat gedane beloften bij herhaling werden gebroken en de oorspronkelijke bewoners toch handel bleken te drijven met Portugezen, Engelsen en anderen, raakte het Hollandse geduld op. Op bevel van Jan Pieterszoon Coen werden de eilandbewoners met duizenden tegelijk afgeslacht. Nieuwe arbeidskrachten konden wel van elders in de archipel worden gehaald.

Trieste lot

Een paar eeuwen stonden de Banda-eilanden vervolgens volledig ten dienste van de Nederlanders. In de negentiende eeuw verloor het gebied langzaam maar zeker zijn belang. Een vloedgolf, een serie aardbevingen en een grote brand in een paar jaar tijd nekten de eilanden, net als de verspreiding van de muskaatboom naar andere streken. Banda wachtte het trieste lot dat zo veel gebieden met een monocultuur trof na de hoogtijdagen. Vandaag de dag zijn de eilanden een vergeten achterafdeel van Indonesië.

Auteur Willem Oosterbeek is niet de eerste die de eeuwenlange geschiedenis van een goedje en de invloed van de productie en de handel op de (wereld-)geschiedenis samenbrengt. Anders dan bekende voorgangers als Mark Kurlansky (over zout en papier) en Sven Beckert (auteur van het onlangs hier verschenen ‘Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie’) kiest de Nederlander niet voor een dikke pil. ‘Nootmuskaat’ is qua omvang een wat bescheidener boek.

De belangrijkste honken doet Oosterbeek aan. Hij is bovendien een verteller die de aandacht weet vast te houden. Maar hij legt zo veel nadruk op de verovering van de Banda-eilanden door de Nederlanders dat de jaren van het handelsmonopolie en de eeuwen daarna er een beetje bekaaid vanaf komen. Met wat andere accenten en meer levendige details had hij een nog sprekender geschiedenis kunnen afleveren.

Willem Oosterbeek - Nootmuskaat. De geschiedenis van een wonderbaarlijk nootje. Athenaeum - Polak & van Gennep; 166 blz. €15,00.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden