Voor het lezen van 'De T.' hoeft niemand zich meer te generen

Prominente socialisten aarzelen tegenwoordig geen moment als De Telegraaf hen vraagt een bijdrage te schrijven. Dat was 25 jaar geleden ondenkbaar. Socialisten moesten 'die rotkrant' niet, 'De T.' moest 'die rooien' niet. Maar de krant, die op nieuwsjaarsdag begon aan de viering van het eeuwfeest, is haar giftanden kwijt. Aan de Amsterdamse Basisweg wordt anno 1993 een nette burgermanskrant gemaakt. Helaas.

BERT VAN PANHUIS

Vrijwel geheel dwars Nederland is de afgelopen jaren geemancipeerd. De vrouwen, de homo's, de reli's, de communisten, noem maar op. En dan is nu ook Neerlands grootste krant geaccepteerd door brede lagen van de bevolking. Ofschoon er bij de Gezond Verstand-krant nog altijd een stukje 'hun-en-wij'-vijanddenken zit, getuige de kopregel: Vriend en vijand over de 'Krant van de Eeuw' en het zinnetje 'Onder de lezers hebben wij vrienden voor het leven, maar ook vijanden'. Het soort underdog, dat nog moet thuisraken op een breed maatschappelijk dek.

Zo'n kwart eeuw geleden lagen de kaarten wel even anders, om over nog twintig jaar eerder nog maar even te zwijgen. Het was de tijd dat je op de net begonnen Utrechtse journalistenopleiding maar beter niet kon getuigen van je sympathie voor 'Onze bladen' (De Telegraaf heeft nog een wat bleek ogend broertje, de Courant Nieuws van de Dag). Een enkeling deed dat met een studentikoos-ballerige air wel. PietHein viel ook na de afsluiting van de studie in 1969 niet van zijn geloof, want zijn naam dook na enige tijd in de kolommen van het dagblad op.

Maar op 'de School' was het bon ton om anti-De Telegraaf te zijn. Het was de tijd van het 'projectonderwijs' en een van die projecten was een kritische doorlichting van 's lands schandaligste krant, met name op de teneur van de commentaren. Van 17 november tot 16 december 1969 werden die onderzocht op onder meer antiparlementarisme, algemeen belang, chauvinisme, 'antilinks' en anti-communisme. De conclusie: 'de T.' schiet in zijn opvoedende taak tekort. 'Net zoals het onderwijs al jaren heeft gedaan en nog doet bewerkt de krant autoritair denken door het aanleren van het Westerse denkpatroon, zonder hierop kritiek te dulden.' Niet echt om van je stoel te vallen.

In die tweede helft van de jaren zestig staat De Telegraaf op zijn scherpst, net zoals zijn tegenstanders, vijanden om met de krant te spreken. Het is de tijd van 'Het Huwelijk', van de opkomst van Provo en de ondermijning van de gezagsstructuren. In de zomer van 1966 zijn er de 'Telegraaf-rellen', een uitvloeisel van woede onder stakende bouwvakkers over de melding in het dagblad dat een hunner bij een confrontatie met de politie niet een gewelddadige maar een natuurlijke dood was gestorven. Het resultaat: 'Een ongekende straatterreur', zoals een krant het noemt. Niet De Telegraaf, maar overbuurman Trouw. Het hoofdgebouw van De Telegraaf aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal wordt belegerd en binnengedrongen, Telegraafauto's worden in brand gestoken en pogingen worden ondernomen om de gevelspreuk met de kreet '500 000 abonnees' af te bikken.

Dat getal stuit de vijanden van De Telegraaf misschien nog wel het meest tegen de borst. Want twintig jaar eerder heeft de krant nog een verschijningsverbod gekregen vanwege de pro-Duitse houding in de Tweede Wereldoorlog. De perszuiveraars zitten niet op een lijn. Eerst wordt De Telegraaf voor dertig jaar verboden - zeer tot tevredenheid van de huidige Perscombinatiepartners die de installaties van De Telegraaf gebruikten -, daarna wordt in beroep dat verbod ongedaan gemaakt.

Met de veroordeling, in 1950, van 'Hakkie' Holdert tot tien jaar gevangenisstraf wegens dienstbaarheid aan de bezetter, komt er een einde aan een halve eeuw 'dynastie'. De krant werd in 1893 weliswaar opgericht door jonker Henry Tindal, het waren de Holderts die er een goedlopend, populistisch bedrijf van maakten.

Op 12 september 1949 verschijnt De Telegraaf weer. Onder het motto: 'Een oude roep weerklinkt: De Telegraaf!' Triomfantelijk wordt op de voorpagina een tekening gepresenteerd van de bejaarde medewerker Louis Ramaekers, warop een in Gouden Eeuwse kledij gestoken man een vaandel voert met daarop de naam De Telegraaf en met de tekst 'Voor Volk en Vrijheid' - 'Voor Land en Vorst'.

Pas in 1988 wordt, na verschijning van Rene Vos' proefschrift 'Niet voor publicatie' erkend dat De Telegraaf zich niet slechter had gedragen in de bezettingsjaren dan andere, kleinere en daarom minder in het oog springende kranten. Al die jaren was het stigma 'foute krant' gebleven, niet in de laatste plaats vanwege het perfide commentaar van 17 mei 1942 over de jodenster.

Tegen het einde van de jaren vijftig heeft de krant zijn plaats hervonden in de Nederlandse samenleving, meer en meer als spreekbuis van de gewone, veranderingsschuwe burgerman en -vrouw. De oplage zit weer rond de 200 000. De periode van de wederopbouw loopt teneinde, de afkeer van de sociaal-democratie manifesteert zich opnieuw in de kolommen - vooral via de bijdragen van chroniqueur Jacques Gans - en het lukt De Telegraaf zelfs een belangrijke bijdrage te leveren aan de val van PvdAstaatssecretaris Kranenburg.

De aanpak van nieuws en slachtoffers wordt harder, brutaler, sensationeler. Het omroepbestel wordt onder vuur genomen; het is per slot van rekening de tijd van het zendschip Veronica en het commerciele Rem-eiland, de voorloper van de Tros, die ook nu nog De Telegraaf zo na aan het hart en de beurs ligt. Met het kabinetCals kan de krant zich warm lopen voor de bestrijding, tien jaar later, van de regering van Den Uyl. Show-business, society en roddel worden aan de lezer gebracht middels de gevreten rubrieken van 'Stan Huygens' en Henk van der Meyden. Ze helpen er aan mee dat De Telegraaf in de loop van 1967 de 500 000ste abonnee kan inschrijven.

Ook in de jaren zeventig met zijn eerste kabinet van roodroomse snit en zijn voortdurende gewroet aan maatschappelijke structuren kunnen de houwdegens zich uitleven. Parlementair coryfee Jacques Fahrenfort schopt waar het kan naar de Den Uyls en ook een minister als Jan Pronk met zijn linkse spilzucht in de vorm van ontwikkelingshulp is regelmatig kop van jut.

'De T.' staat ook regelmatig voor de rechter, met als 'hoogtepunt' de affaire rond evenementen-organisator Ben Essing, die in negen publikaties wordt beschuldigd van malversaties en andere bedenkelijke financiele praktijken. Essing wint een aantal kort gedingen en de Amsterdamse rechtbank dwingt 'Onze Bladen' tot een ongehoorde rectificatie op de plaats waar op de voorpagina normaliter het belangrijkste nieuwsartikel staat. Het Essing-dossier mag tot de hoogtepunten uit de carriere van schandaal-verslaggever Henk de Mari worden gerekend.

De algemene maatschappelijke vermoeidheid, zeg de tijdgeest, gaat ook aan De Telegraaf niet voorbij. Het keffen komt bijna uitsluitend voor rekening van Leo Derksen, die in zijn columns de gevoelens van de gewone lezer meent te verwoorden. De sneren worden echter veel eerder als vermakelijk opgevat dan als beledigend. Alleen ombudsman Frits Bom vindt het nog nodig naar de rechter te stappen om genoegdoening te eisen voor de vergelijking met Adolf Hitler. Het is een van de laatste malen dat het blad tot rectificatie moet worden gedwongen.

Anno 1993 hoeft niemand er zich voor te generen De Telegraaf te lezen. Het is een gewone burgerkrant geworden, met een neiging tot truttigheid. In de commentaarrubriek wordt niet meer reactionair gegeseld, het woord rood voor links wordt niet of nauwelijks meer aangetroffen. De belangrijkste parlementaire journalist, Kees Lunshof, geldt als een respectabele 'senior' in Den Haag. Hem treft hooguit het verwijt dat hij zich te veel vereenzelvigt met de CDA-fractie.

Een paar jaar geleden probeerde de krant het ongenoegen van de gewone lezer nog wel op te wekken met verontwaardigde verhalen over misbruik van de vluchtelingenstatus, met name door Tamils. Sindsdien heeft staatssecretaris Kosto de rol van gebeten hond overgenomen, hoort niemand meer wat van horden Srilankanen en zit Jos van Noord, de starreporter van De Telegraaf die de rel had veroorzaakt, in Cairo waar hij de Golfoorlog versloeg en nu het Somalische leed verwoordt.

Een weeffout heeft De Telegraaf bij het eeuwfeest niet hoeven wegwerken: die van de niet synchroon lopende jaargangnummering. Bij het herverschijnen in 1949 wordt de jaargang keurig de 52ste genoemd. In de krant van afgelopen zaterdag wordt gesproken van 101ste jaargang. Over vijftig jaar zal een ijverige archivaris zich wezenloos zoeken naar vijf verdwenen jaargangen van de krant. Zou de voorbereiding, destijds, van het 75-jarig bestaan van De Telegraaf hem op een idee kunnen brengen?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden