Voor de duizenden IS-verdachten in Irak is er elke dag snelrecht
Na de bevrijding van Mosul is Irak begonnen met de berechting van duizenden IS-aanhangers. Een verslag vanuit de rechtbank.
Een voor een stappen de mannen uit de zwarte gevangenenwagen die voor de rechtbank stopt. De meesten zijn jong, ze dragen bruine en gele pakken en een enkeling loopt op blote voeten. Ze voegen zich bij anderen die onder strenge bewaking in de tuin voor de rechtbank zitten, voorovergebogen en geboeid.
Dit is een dagelijks tafereel bij deze speciale onderzoeksrechtbank voor terreurverdachten van de islamitische groep IS. Ze worden in het beste geval verdacht van lidmaatschap, maar ook van moord. De rechtbank is gevestigd in Qaraqosh, op een half uur rijden van Mosul. Deze christelijke plaats is grotendeels verlaten; de inwoners zijn nog nauwelijks naar hun uitgebrande huizen teruggekeerd.
Onschuldig, zegt zijn moeder
Sariah Yahya (50) heeft de gevangenen hoopvol bekeken. Ze zoekt haar 30-jarige zoon Luay. Die is acht maanden geleden in hun dorp Shamsiat door het leger opgepakt, samen met nog zo’n 275 anderen, vertelt ze in de schaduw van de hoge muur buiten de rechtbank. Haar zoon, die na de dood van haar man voor het gezin zorgde, is onschuldig, zegt ze stellig. Ze heeft overal naar hem gezocht en hoopt vandaag te horen of hij hier geregistreerd staat.
Tekst loopt door onder afbeelding
Dat zal hij voor haar nakijken, belooft de president van de rechtbank, Younis al-Jumaidi, vanachter het bureau in zijn koele kantoor. In de gang zitten twee verdachten met hun gezicht naar de muur te wachten op hun voorgeleiding. De tien rechters hier behandelen bij toerbeurt elk 50 tot 75 gevallen per dag, zegt Al-Jumaidi. “We hebben een zware baan.”
De meeste verdachten ontkennen dat ze iets met IS te maken hadden. Soms zijn ze aangegeven door buren, die allerlei motieven kunnen hebben. “Maar er zijn er ook die zeggen dat ze met IS hebben gewerkt.”
De zes aanklagers van de onderzoeksrechtbank leunen zwaar op bewijs dat de verschillende Iraakse -legereenheden aanleveren die de gevangenen hebben opgepakt. De onderzoeker die zich aan Al-Jumaidi’s bureau meldt, draagt het uniform van de NSS, de nationale veiligheidsdienst.
En toch is het een civiele rechtbank, benadrukt de president. Hier wordt de aanklacht opgesteld waarna de verdachten worden overgedragen aan een criminele rechtbank. Tegen het vonnis daar zal altijd nog een beroepszaak dienen, “want het gaat om doodvonnissen en levenslange gevangenisstraf.”
Persoonverwisseling
Families huren advocaten in om de verdachten bij te staan, maar voor de armen wijst de rechtbank ze toe. Van de dertig man in de tuin zijn er wellicht vijf onschuldig, want volgens Al-Jumaidi wordt zo’n 15 procent van alle verdachten vrijgelaten bij gebrek aan bewijs of omdat er sprake was van persoonsverwisseling.
Volgens advocaat Seif Rubaie komt dat laatste veel voor. De Iraakse gewoonte de vaders voornaam als achternaam te hanteren, leidt vaak tot dezelfde naamcombinaties. Dit is bij veel van zijn klanten het geval. Rubaie werkt principieel niet voor IS-leden tegen wie betrouwbaar bewijs bestaat. “Het is persoonlijk. Ik ben door IS mijn huis en mijn zaak verloren.”
Alle legereenheden hebben hun eigen gevangenen, van wie sommigen zich weten vrij te kopen. En wat er met de gevangenen gebeurt van de sjiitische milities die ook meevechten tegen IS, is totaal onduidelijk; de president van de rechtbank noemt de milities niet in zijn opsomming van militaire eenheden waarmee hij werkt.
Over het totale aantal gevangenen bestaat onzekerheid, maar het moeten er duizenden zijn. De regering in Bagdad lijkt zich na lang aandringen van juristen en overheden bewust van het probleem om allen een eerlijk proces te geven. Daarom heeft ze vorige week de Verenigde Naties te hulp geroepen om de zwaardere verdachten te helpen berechten.
Correspondent Judit Neurink bezocht eerder als een van de eerste journalisten een Iraaks tentenkamp waar 170 gezinnen opgesloten zitten omdat vader, broer of zoon actief was bij IS. Lees hier haar reportage.