Opinie
Vogelgriep gedijt door blinde ambitie van bio-industrie
NIKO KOFFEMAN Niet de smient maar de mens die stallen zo dicht op elkaar bouwt zorgt voor de vogelgriep, waarschuwt Niko Koffeman van de Partij voor de Dieren.
Bij de nieuwe uitbraak van vogelgriep kijken alle betrokkenen naar de lucht als het gaat om de schuldvraag. Henk Bleker, voorman van de veetransporteurs, wees direct de trekvogels aan. Gert-Jan Oplaat, voorman van de pluimveehouders, beschuldigde eveneens de trekvogels, maar ziet tevens een rol weggelegd voor muizen. En viroloog Fouchier vond twee smienten die het virus bij zich droegen.
Er blijven veel vragen, omdat de uitbraken zich voordeden in potdichte stallen waar kippen niet uit en trekvogels niet in kunnen. Is er sprake van insleep van het virus door poep aan de laarzen van de boer of mogelijk uitsleep in omgekeerde richting? Of heeft een muis met besmette uitwerpselen de kippen in de stal besmet?
Deze hypothesen lijken duidelijk bedoeld om de pluimveesector vrij te pleiten. Keer op keer wordt beweerd dat er veel verbeterd zou zijn ten opzichte van de crisis in 2003 toen een derde van alle kippen werd geruimd. Maar er is vooral schaalvergroting in de hele sector: er worden inmiddels jaarlijks 552 miljoen kippen geslacht. Meer dan ooit.
Gespreid bedje
Jacintha van Dijk van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen stelt in haar dissertatie dat trekvogels het virus niet naar ons land brengen, maar vooral hier besmet raken. Een andere vraag is waarom trekvogels niet geveld worden door het virus, terwijl kippen er meteen aan sterven.
Mogelijk door gebrek aan weerstand van ons pluimvee, door overvolle stallen en zeer onnatuurlijke omstandigheden, waarbij kippen op de been worden gehouden met antibiotica voor de zeer korte tijd die hun leven duurt?
Als trekvogels hier arriveren met een milde vorm van H5N8, vindt het virus in de enorme pluimveeconcentraties in Nederland een gespreid bedje. En al jaren is duidelijk dat via kruisbesmettingen met name de veesector een hoofdrol speelt in mutatie van het virus.
De roep om mededogen met de getroffen boeren klinkt luider dan die om mededogen met de getroffen dieren. Voortgaande schaalvergroting in de bio-industrie leidt tot enorme, onoverzichtelijke risico's.
In de Nederlandse bio-industrie zijn kippenschuren en varkensstallen onverantwoord dicht op elkaar gebouwd, zodat mutatie van het vogelgriepvirus via varkens en mensen kansrijk is.
Roekeloos
Het RIVM adviseert daarom om minimaal 1000 tot 2000 meter tussen deze bedrijven aan te houden. Maar 90 procent van de pluimveebedrijven en 69 procent van de varkensbedrijven in Noord-Brabant liggen minder dan een kilometer uit elkaar. Die roekeloze wijze van bouwen vergroot het risico van verspreiding van besmettelijke virussen en kan ook een gevaar vormen op het ontstaan van een grieppandemie onder mensen.
Viroloog Ab Osterhaus noemde dat begin dit jaar 'niet ondenkbaar', gezien de grote aantallen kippen en varkens in een klein, dichtbevolkt gebied. GGD-regiodirecteur Van de Sande zag toen alleen beperking van het aantal kippen en varkens in Peel en Kempen als kansrijke preventie.
Met dergelijke waarschuwingen is niets gedaan. De blinde ambitie van schaalvergroting in de bio-industrie, lijkt ook blind te hebben gemaakt voor de grote gevaren ervan voor volks- en diergezondheid.
Met als 'niet ondenkbaar' risico een pandemie. Het goedkope ei en de kiloknaller worden duur betaald.
Niko Koffeman: lid Eerste Kamer voor de Partij voor de Dieren