interview
Voetballen, ook als er een bom ontploft is
Sport gaat altijd door na een terreurdaad. Dat gebeurde na de aanslag op de bus van Borussia Dortmund dinsdag, maar ook na 9/11 en de Olympische Spelen van 1972. ‘The games must go on’. Drie sporters vertellen hoe dat is.
Meteen na het spelen van de uitgestelde wedstrijd van Borussia Dortmund, precies een dag nadat de bus van de Duitse club was getroffen door drie bommen, kwamen woensdagavond bij de spelers en staf de emoties los.
Trainer Thomas Tuchel was zeer kritisch op de Europese voetbalbond Uefa. Had zijn team niet wat langer kunnen krijgen om de aanslag te verwerken? “Aan ons werd niets gevraagd. We werden behandeld alsof er slechts een blik bier tegen de bus was gegooid.” De internationale vakbond voor voetballers FifPro was ook boos. De belangenorganisatie vond dat Borussia woensdag nooit had mogen spelen.
'Wij zijn ook mensen'
Invaller Nuri Sahin, de adrenaline nog in zijn lijf, verwoordde het tegenover de Duitse televisie misschien het best. Hij was er met zijn hoofd niet bij, tijdens de wedstrijd. “Wij zijn ook mensen. Pas toen ik thuis mijn vrouw en zoon zag, realiseerde ik me hoeveel geluk we hebben gehad. Ik snap dat het om veel geld gaat, maar er is zoveel meer dan voetbal.”
De voetballers van Dortmund kregen van Tuchel de keus of ze wilden spelen of niet. Ze hadden kunnen afzeggen, maar niemand deed dat. Arnold Bruggink (39), oud-speler van PSV, heeft daar wel een verklaring voor. Op 11 september 2001 speelde hij met PSV om 20.45 uur een wedstrijd in en tegen Nantes voor de Champions League. Zes uur eerder vlogen twee vliegtuigen het World Trade Center in New York binnen. “Wij kregen ook de keuze of we wel of niet wilden spelen. Als jochie van 23 dacht ik als sporter, niet als mens. Dus natuurlijk voetbalde je. We hadden zelfs spelers die er lacherig over deden.”
Niet bezig met scoren
Dat de spelers van Borussia gisteravond aan andere dingen dachten, herkent Bruggink ook. “In de derde minuut liep ik toen alleen op de keeper af. Ik was niet bezig met scoren, maar bedacht me dat ik niet zou juichen. Dus natuurlijk miste ik die kans. De beelden uit New York raakten me ook tijdens de wedstrijd. Krankzinnig.
“We hadden natuurlijk een statement moeten maken door weg te blijven. Maar de Uefa oefende druk uit op PSV om toch te voetballen. Anders zouden we uit de competitie worden gehaald. Ik heb van weinig dingen spijt, maar die wedstrijd hadden we nooit moeten spelen.”
Wielrenner Hennie Kuiper had geen spijt toen hij als 23-jarige renner naar olympisch goud reed in 1972 in München, drie dagen nadat Palestijnse terroristen elf Israëliërs hadden gegijzeld en hadden gedood. Het is nog steeds het bekendste voorbeeld van terreur tegen sporters. “Ik leefde in een tunnel, al zag ik wel dat in het olympisch dorp tanks op elke hoek stonden.
'Voelde me niet schuldig'
“Van de ploeg mochten we naar huis, maar ik was een jonge Nederlander met een droom. Het was toen het begin van mijn carrière. Ik voelde me niet schuldig. Ook nu niet, al veranderen mensen wel. En op dit moment, als wereldburger, zou ik misschien wel een andere beslissing hebben genomen.”
Slechts heel soms staat sport omwille van de veiligheid op het tweede plan. De oefenwedstrijd van het Nederlands elftal tegen Duitsland op 17 november 2015, vier dagen na de aanslagen in Parijs, werd vanwege terreurdreiging afgelast.
Danny Blind, destijds bondscoach, heeft er nu nog alle begrip voor. Zelf voelde hij zich veilig, maar hij merkte wel dat er bij zijn spelers angstgevoelens waren. “Je moet nooit toegeven aan terreur. Natuurlijk had ik willen voetballen. Maar als de veiligheid op korte termijn niet meer kan worden gegarandeerd voor zowel sporters als supporters, dan is een afgelasting niet meer dan logisch.”
Weinig andere mogelijkheden
De spelers langer de tijd geven om bij te komen bleek praktisch niet mogelijk. De speelkalender bood weinig ruimte voor een wedstrijd op een later moment, gaf Borussia-voorzitter Hans-Joachim Watzke gisteren als reden. In tegenstelling tot wat Tuchel beweerde liet een woordvoerder van de Uefa gisteren weten dat er wel degelijk met beide clubs overleg is geweest over het spelen van de inhaalwedstrijd.
De Europese voetbalbond praat op 20 april in Amsterdam verder over de veiligheid in het stadion en daarbuiten. Onder leiding van Michael van Praag, die binnen de Uefa aan het hoofd staat van de afdeling Stadions en Veiligheid.