Voetbal minder leuk met video langs de lijn
De door de scheidsrechter gemiste handsbal van de Fransman Thierry Henry zal de gemoederen in sportland nog wel enige tijd bezighouden. Daardoor eindigde de voetbalwedstrijd Frankrijk-Ierland in een gelijkspel en werd de Ieren de toegang versperd tot het wereldkampioenschap van volgend jaar.
Alle pijlen richten zich op de arme scheidsrechter en op Henry. Maar wie hier vals speelt, zijn de Ieren die vooraf beloofd hebben zich bij de beslissing van de scheidsrechter neer te leggen, en nu beginnen te mekkeren. Begrijpelijk maar niet rechtvaardig. Zoals de Ierse spits Keane heel terecht opmerkte: bij een vorige gelegenheid waar Ierland zwijnde, heeft haar bond geen protest ingediend.
Inmiddels heeft een Iers parlementslid het Europees Parlement opgeroepen de FIFA te dwingen tot de inzet van elektronische hulpmiddelen. Dit standpunt is sinds Henry’s hands vrijwel algemeen geworden.
Hoe hadden de voorstanders zich dit voorgesteld? Het beste lijkt nog de scheidsrechter te laten beslissen met behulp van de video. Maar zo’n beslissing zou ook onderwerp van kritiek kunnen worden. En een scheidsrechter die voortdurend naar de lijn snelt, verliest snel zijn gezag.
De coaches van de elftallen de kans geven te reclameren? Met een ongebreideld beroep op de video’s langs de lijn is de lol er echter snel af. Het belangrijkste argument is echter dat we elke zondagavond kunnen constateren dat je ook over videobeelden ruzie kunt krijgen, zeker bij schwalbes en dergelijke. Voetbal is geen tennis, het is een contactsport. Dat worden misschien wel vergaderingetjes van het arbitrale trio.
Is het in het licht van dit vooruitzicht de aloude regel die we aan de F’jes meegeven: ’Jongens, we leggen ons altijd neer bij de beslissing van de scheidsrechter, die man doet ook zijn best’, niet veel beter?
Maar nu het principiële punt. Natuurlijk heeft Keane gelijk: je mag ervan uitgaan dat beslissingen in je voor- of nadeel in een hele carrière ongeveer uitmiddelt, ook al is het op dat moment zelf misschien een hard gelag. Voor zover sport een morele kant heeft, is deze deugd van geduld en acceptatie een belangrijke en relatief unieke verworvenheid in zo’n competitieve en commerciële sport.
Iedereen die wel eens heeft gefloten, weet hoe moeilijk het is om instant beslissingen te nemen. Iedereen die wel eens naar Studio Sport kijkt, kan constateren hoe vaak professionele scheidsrechters het goed hebben. Ook bij ons thuis zit vaak de hele bank moord en brand te schreeuwen omdat er weer eens wordt gedacht dat ’die vent’ het fout zag. Maar in plaats van dat deze foute oordelen vanaf de bank tot bescheidenheid en begrip voor de scheidsrechter leiden, wordt het oordelen alleen maar erger de volgende keer. Terwijl die foute beslissingen van je medespelers die je de overwinning kosten niet worden gezien als ’onrechtvaardigheid’?
Het grote probleem met de invoering van elektronische hulpmiddelen is dat de sport er minder leuk en oninteressanter van wordt. Het voetbal draait niet alleen om rechtvaardigheid, maar ook om een vlot verloop, toeval, kunde, verdienste, inzet, moed, en om het vermogen je niet kleinzielig op te stellen. Over dit alles kan bovendien, ter verfijning van ons beoordelingsvermogen, na afloop in de misschien wel wezenlijke derde helft nog nagepraat worden, met de videobeelden erbij. Met de invoering van meer technologie worden veel van de aanleidingen voor zulke gesprekken weggenomen. Een verlies voor de sport en haar maatschappelijke betekenis. Ik wens de FIFA veel vasthoudendheid toe in haar verdediging van de ’conservatieve’ positie.
Jan Vorstenbosch is universitair docent ethiek aan de Universiteit Utrecht en voorzitter van de voetbalvereniging FVK.