VN: stop met terugduwen boten vluchtelingen
Het terugduwen van boten vol vluchtelingen naar de wateren van Zuidoost-Azië moet onmiddellijk stoppen en landen in de regio moeten zich inspannen om levens te redden en vluchtelingen onder humane omstandigheden op te vangen. Die oproep doen diverse internationale organisaties, waaronder de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR en de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten.
Indonesië, Maleisië en Thailand worden specifiek genoemd in de gezamenlijke verklaring. Aanleiding zijn recente berichten over het terugduwen van vluchtelingenboten door die landen. Vooral mensen uit Myanmar en Bangladesh zoeken elders in de regio onderdak, maar ze zijn niet welkom.
De vluchtelingen staan niet alleen bloot aan de grote gevaren die de overtocht zelf met zich meebrengt, maar ook aan geweld van mensensmokkelaars, honger en dorst. Veel van hen zijn moslims die het overwegend boeddhistische Myanmar zijn ontvlucht, waar ze volgens de VN worden gediscrimineerd.
Een boot met zo'n driehonderd mensen aan boord werd afgelopen weekend heen en weer geslingerd tussen landen in de regio. Voor het lot van de opvarenden wordt inmiddels gevreesd, want van de bootvluchtelingen is de afgelopen dagen niets meer vernomen.
'Meer dan genoeg'
Indonesië heeft al meer dan genoeg gedaan om de honderden vluchtelingen te helpen, zei de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken Retno Marsudi vandaag. 'Indonesië heeft meer gegeven dan nodig als niet-lidstaat van de Conventie van Genève', aldus Marsudi. Volgens de minister heeft het land onderdak verleent aan 1.346 migranten uit Birma en Bangladesh die vorige week aanspoelden.