VN-hof: Japan moet stoppen met walvisjacht
Het International Gerechtshof in Den Haag heeft de Japanse walvisjacht in het Zuidpoolgebied verboden. De Japanse regering stelt dat de walviswacht wetenschappelijke doeleinden dient, maar daar gingen de hoogste VN-rechters vandaag niet in mee. Volgens critici eten de Japanners de walvissen gewoon op.
Japan zegt dat het de voortplanting en de voeding van de walvissen en de invloed van de milieuvervuiling op de dieren bestudeert. Daarvoor geeft het jaarlijks vergunningen af om honderden van de zeezoogdieren te doden. Volgens het Internationaal Gerechtshof staat dat niet in verhouding tot de wetenschappelijke resultaten. Ook hekelen de VN-rechters dat Japan onvoldoende heeft onderzocht of het beoogde wetenschappelijke onderzoek ook kan worden gedaan zonder de walvissen te doden.
Verboden herhaaldelijk overtreden
Volgens het Internationaal Gerechtshof heeft Japan de resultaten van eerder onderzoek onvoldoende laten evalueren, voordat het besloot tot het doden van meer walvissen. Die beslissing is volgens de rechters dan ook niet ingegeven door 'zuiver wetenschappelijke doeleinden'. De rechters concluderen dat herhaaldelijk verboden op commerciële walvisvangst zijn overtreden.
Een belangrijke uitspraak, laat staatssecretaris Sharon Dijksma (Economische Zaken) weten.
'Ik vind deze beslissing van grote betekenis voor de walvis en de bescherming van deze kwetsbare soort. Nederland heeft zich al heel lang sterk gemaakt voor een verbod op de walvissenjacht', aldus Dijksma.
Daarnaast verweet de rechter Japan dat het onderzoeksprogramma, dat loopt sinds 2005, maar twee onderzoeken heeft opgeleverd die door andere wetenschappers goed genoeg werden bevonden om gepubliceerd te worden. Sinds 2005 heeft de Japanse vloot 3600 dwergvinvissen gedood.
De president van het Internationaal Gerechtshof, Peter Tomka, herinnerde aan het doel van het internationaal verdrag dat de walvissen beschermt: een waardevol stuk natuur behouden voor toekomstige generaties. Japan moet de bestaande vergunningen voor de walvisjacht intrekken en mag er geen nieuwe meer uitgeven.
De zaak bij het Internationaal Gerechtshof was aangespannen door Australië, dat denkt dat het wetenschappelijk onderzoek een excuus is om de commerciële jacht vol te houden.
Dierenorganisaties
Dierenorganisaties reageerden vandaag enthousiast op de uitspraak van het Gerechtshof. De World Society For The Protection for Animals (WSPA) liet weten: 'Deze uitspraak geeft een duidelijke boodschap af aan de regeringen overal ter wereld: dat de exploitatie van dieren niet langer zal worden getolereerd en dat dieren op het hoogste niveau beschermd moeten worden', aldus Claire Bass van de dierenwelzijnsorganisatie.
Voor actiegroep Sea Shepherd, die jarenlang streed tegen Japanse walvisvaarders, is de uitspraak ook goed nieuws. 'De uitspraak is met twaalf tegen vier genomen en geeft aan dat het Japanse onderzoek totaal niet voldoet aan de daaraan gestelde regels', aldus woordvoerder Geert-Jan Vons vandaag tegen het ANP.
'Het geeft aan dat al onze acties van de afgelopen jaren tegen de walvisvaart zijn bevestigd.' Hij betitelde het totale Japanse onderzoek inclusief verslaglegging en onderbouwing als 'te gênant voor woorden'. Als ze op de universiteit zo'n paper hadden ingeleverd was er een dikke rode streep doorgegaan, aldus de activist.
Vons is er redelijk zeker van dat Japan zich aan de uitspraak zal houden. Ook het verplaatsen van de walvisvangst van het Zuidpoolgebied naar het noorden van de Stille Oceaan ziet hij niet zo snel gebeuren. 'Het onderzoek daar valt namelijk onder dezelfde criteria. Dus het mag ook niet in het noorden van de Pacific.' Sea Shepherd staat wel klaar om weer actie te voeren, mocht Japan de vangst toch hervatten of verplaatsen, verzekert Vons.
Geen definitief einde
Het vonnis van het hof betekent niet het definitieve einde van de Japanse walvisvaart. De Japanners jagen namelijk ook op walvissen in het noorden van de Stille Oceaan.
Het Internationaal Gerechtshof, dat sinds 1946 in het Vredespaleis zetelt, beslecht juridische geschillen tussen staten. De uitspraken zijn bindend. Als een staat zich niet aan een uitspraak houdt, kunnen andere staten de VN-Veiligheidsraad vragen maatregelen te nemen.