Virtueel vrij van angsten
In een virtuele wereld van je vliegangst of hoogtevrees afkomen: het werkt, blijkt uit experimenten. Onderzoekers willen nu op deze manier ook psychoses en verslavingen de kop indrukken.
Als het vliegtuig opstijgt, verkrampt mijn lijf. Ik grijp de leuning vast. De stoel vibreert. Net echt. "Nu worden de wielen ingeklapt", zegt Guntur Sandino van het Delftse bedrijf CleVR. Sandino heeft mij een virtual reality-bril gegeven die volledig over mijn ogen gaat. Daardoor zie je alleen nog de virtuele wereld om je heen. Je kunt 360 graden draaien en het beeld draait mee. Ik zit midden in een vliegtuig, bij het raampje met uitzicht op de vleugel. Om mij heen zitten andere, denkbeeldige, passagiers.
Ik voel een extra tik via de stoel. Het landingsgestel klapt in, legt Sandino rustig uit. Net, tijdens het taxiën, praatte ik nog honderduit met hem. Nu ben ik stil. Tijdens de virtuele trip zeg ik geen woord. Niet als we in een onweersbui terechtkomen en ook niet als we daarna veilig landen.
Pas na het afzetten van het masker praat ik weer. Ik heb vliegangst. Na jarenlang niet gevlogen te hebben, stapte ik een paar jaar geleden weer in een vliegtuig. Ik vind het nog altijd doodeng, maar vlieg sindsdien af en toe, binnen Europa. Het gaat absoluut niet van harte.
In totaal ben ik zo'n twintig minuten virtueel in de lucht geweest, veel te weinig om genezen te worden van mijn vliegangst. Een standaardtraining beslaat vier sessies van een uur. Toch was het een opmerkelijke ervaring. Ik had de hele vlucht door dat het nep was, maar ik reageerde zoals in een echt vliegtuig.
"Dat is precies wat virtual reality zo sterk maakt", benadrukt Wim Veling, psychiater in het Universitair Centrum Psychiatrie van het UMC Groningen. Veling werkt met virtual reality in de psychiatrie. "Het hoeft niet superrealistisch te zijn, want dan vallen de paar details op die niet kloppen en dat verstoort de beleving juist."
De wereld waarin ik even zat werd gecreëerd door CleVR, waarvan Sandino de directeur en oprichter is. Daar trainen en ontwikkelen ze, in samenwerking met universiteiten, oefeningen voor mensen met hoogtevrees en andere fobieën. "In de virtuele wereld brengen we mensen met bijvoorbeeld vliegangst en hoogtevrees van hun angst af", zegt Sandino.
En dat lukt. Onderzoekers van onder meer de Universiteit van Amsterdam toonden al aan dat behandeling met virtual reality bij hoogtevrees werkt. "Het grote voordeel is dat mensen weten dat ze in een veilige setting zitten. Je weet echt wel dat je in Delft bent. Tegelijkertijd reageert het lichaam wel op de denkbeeldige omgeving. Deelnemers zweten, zijn bang en huilen soms. Die reacties gebruiken we. We passen zogeheten cognitieve gedragstherapie toe. We stellen mensen voortdurend gerust en geven aan waarom ze niet bang hoeven te zijn", zegt Sandino.
Is iemand bijvoorbeeld bang om van de zesde verdieping uit het raam te vallen, terwijl het niet open kan? "Dan zeggen wij: Loop maar naar het raam en duw er tegenaan." En dan gebeurt er niks, want het venster gaat niet kapot. "Zo leren ze dat ze niet bang hoeven te zijn. Datzelfde geldt voor mensen met vliegangst", weet Sandino. "We vertellen bij elk bewegend flapje van de vleugel waarom dat gebeurt. Bovendien bepalen we zelf de scenario's. Heeft iemand vooral moeite met opstijgen? Dan oefenen we dat vaak."
De aanpak werkt geruststellend. "Eerst zijn mensen met vliegangst nog bang bij elk geluidje, maar na een aantal behandelingen niet meer. Het werkt beter dan in het echt, omdat mensen zich hier laten gaan. In een vliegtuig doen ze zich vaak beter voor dan ze zijn en kroppen ze emoties op. Hier hoeft dat niet."
undefined
Waanideeën
Dat onderschrijft psychiater Veling. Hij is onder de indruk van therapie met virtual reality. "Het is voor patiënten een goede en veilige omgeving om van angsten af te komen." Veling werkt veel met mensen die waanideeën hebben. Ze denken bijvoorbeeld dat anderen hen op straat achtervolgen en kwaad willen doen. "Het is heel lastig ze ervan te overtuigen dat dit waarschijnlijk niet zo is. Wellicht keek iemand gewoon even boos, omdat hij chagrijnig was. Dat weten we niet omdat we er niet bij waren en we het verhaal pas achteraf horen."
Met patiënten de straat opgaan gebeurt wel, maar is duur en arbeidsintensief, benadrukt Veling. Bovendien vinden patiënten het al snel te druk. Zoals een vrouw met schizofrenie die de supermarkt niet in durfde. Zij wilde graag van haar angst af en zelf boodschappen doen. Maar een supermarkt huren voor een week is geen optie.
Bij de eerste behandeling met virtual reality moest er niemand in de winkel zijn, anders zou de vrouw meteen weer weg zijn. De eerste nachten daarna sliep zij heel slecht. Maar de vrouw zette door. Veling: "Daarna hebben we stap voor stap steeds meer mensen toegelaten. Dat doen wij met een druk op de knop. We bepalen honderd procent waaraan we mensen blootstellen en zijn er voortdurend bij."
Na een paar weken liep de vrouw rond in de virtuele winkel met twintig bezoekers om zich heen. Zij werd nieuwsgierig of het ook in het echt zou lukken. "Zij koos alleen een onhandige dag uit: de dag voor Kerst. Het was heel druk en het viel haar tegen", aldus de psychiater. "Maar zij kwam bij ons terug en na een paar extra trainingen doet ze nu zelf boodschappen. Haar leefwereld is vergroot."
Veling schreef een behandelprotocol voor de virtual reality-therapie voor mensen met een psychose. Dat deed hij samen met klinisch psychologen Mark van der Gaag en Roos Pot-Kolder van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze testten al honderd mensen. Het onderzoek is bijna afgerond. De wetenschappers gaan dit najaar de data bestuderen. "We hebben sterk de indruk dat de therapie heel goed werkt."
Daarnaast ontwikkelt Veling een training tegen agressie voor tbs'ers, in samenwerking met CleVR, de TU Delft en de Universiteit van Tilburg. Er bestaan al trainingen waarin wordt getracht hun boosheid te beteugelen. "Vaak zijn dat theoretische opdrachten en rollenspellen, maar het effect daarvan is klein. Wij willen de oefeningen doen met virtual reality. Vaak vertellen ze achteraf waarom ze boos werden en iemand een klap gaven, maar de herinnering vertekent. Wij willen zien hóe en waarom ze boos worden."
Ook een onderzoek naar de behandeling van mensen met autisme staat nog op stapel, zodat ze beter emoties van anderen leren herkennen en ermee om kunnen gaan. Sandino van CleVR laat gezichten zien met achttien verschillende uitdrukkingen, die hij ontwikkelde voor deze onderzoeken. De gezichten kijken niet alleen boos, blij en verdrietig, maar ook een beetje boos of blij en kwaad tegelijk.
"Op die manier hebben behandelaars veel meer mogelijkheden. Ze gaan na hoe patiënten reageren. Is dat alleen wanneer iemand heel boos kijkt, of ook als iemand een beetje boos kijkt of bijvoorbeeld bang? Zo zien behandelaars veel beter welke uitdrukking iets in hen los maakt", zegt Sandino.
undefined
Biertje
Een volgende stap: verslavingen. Sandino is in overleg met instituten en zorgverzekeraars om een behandeling op te zetten om met name alcoholverslaving aan te pakken. Hij laat een virtueel café zien. Aan tafeltjes zitten mensen, die met elkaar praten.
Sandino: "Dit is een goede setting om mensen te leren drankjes te weigeren. Hier kun je oefenen wat je moet doen als iemand maar blijft aandringen dat je gezellig een biertje mee moet drinken. Of gewoon een glas met sterke drank voor je neerzet."
Hoe vaker verslaafden een biertje weigeren, hoe eenvoudiger het wordt. "Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en Radboud Universiteit Nijmegen blijkt dat de hersenen van drankverslaafden eraan wennen om geen alcohol aan te nemen. Als iemand in een echte kroeg komt of op een verjaardagsfeestje, dan wordt het na zo'n training eenvoudiger om fris te drinken", benadrukt Sandino.
Onlangs deden Zuid-Koreaanse wetenschappers een experiment om alcoholverslaving met virtual reality aan te pakken. De proefpersonen werden in een denkbeeldig restaurant geplaatst waar veel mensen alcohol nuttigden. Tevoren was hun brein onderzocht en vastgesteld dat ze meer openstonden voor stimuli, zoals alcohol, dan anderen.
Na de experimenten veranderde dit, rapporteerden de wetenschappers in het Journal of Studies on Alcohol and Drugs. Er deden slechts twaalf mensen mee aan de test. De onderzoekers noemen het daarom een voorzichtig, maar veelbelovend begin.
undefined