Vijftien dagen -4 °C, dan ‘giet it oan’
Het is vandaag 8070 dagen geleden dat Henk Angenent in 1997 de laatste Elfstedentocht won. Tussen 1963 en 1985 duurde het net zoveel dagen tot de Tocht der Tochten weer werd gereden. Zal Angenent zijn record nog fors aanscherpen, of komt er binnenkort toch weer eens een Elfstedentocht?
De kansen zijn klein maar niet nul, zegt Geert Jan van Oldenborgh van het KNMI. “Als de wereld zich houdt aan het akkoord van Parijs en de opwarming beperkt tot 2 graden, dan hebben we gemiddeld eens in de twintig jaar een Elfstedentocht. Zo niet en warmt de aarde verder op, dan zijn er misschien nog twee tochten en kunnen we het na 2050 wel vergeten. En is er met een beetje pech zelfs nooit meer een.”
Het beroemde ‘It giet oan’ van de Friese ijsmeesters klinkt pas als de ijsvloer over het hele traject minimaal 15 centimeter dik is. Om de kansen daarop te berekenen kun je een klimaatmodel uit de kast trekken en dat koppelen aan een model dat de ijsaangroei weergeeft. Tien jaar geleden begrepen twee onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving, Hans Visser en Arthur Petersen, dat deze aanpak zou verdrinken in een brij van onzekerheden. Ze vonden een betere indicator: de kans op een koudegolf.
Als in een winter de gemiddelde etmaaltemperatuur vijftien dagen lang beneden de –4,2 graden Celsius blijft, dan is een Elfstedentocht zeer waarschijnlijk. Van de vijftien tochten die zijn gereden, voldoen er dertien aan dat criterium. Twee keer was het minder koud, en vier keer had er volgens dit criterium geschaatst kunnen worden maar ging de tocht niet door, bijvoorbeeld doordat sneeuw of wind de ijsvorming had geremd.
Vervolgens onderzochten ze de trends in de jaarlijkse koudegolven en leidden daar de kans uit af dat zo’n golf onder de –4 graden kwam. Aan het begin van de vorige eeuw was de kans daarop iets minder dan 20 procent, halverwege lag die rond de 25 procent om daarna te zakken naar 5 procent.
Elke twaalf jaar raak
Van Oldenborgh heeft nu samen met Visser de berekeningen herhaald en het resultaat valt hem mee: 8 procent per jaar. Oftewel, als de aarde niet verder opwarmt, is het gemiddeld elke twaalf jaar raak. Die lichte kansverhoging heeft met de grilligheid te maken waarmee zachte en strenge winters elkaar afwisselen, legt hij uit.
“Daar zijn deze modelberekeningen gevoelig voor. Toen die twee in 2009 hun studie publiceerden, hadden we een aantal zachte winters achter de rug. Die van 2010, 2011 en 2012 waren weer aan de koude kant.”
Voor de toekomst maakten de twee gebruik van de klimaatscenario’s van het KNMI waarin de voorspellingen van het IPCC, het klimaatbureau van de VN, voor Nederland zijn doorgerekend. In varianten waarbij de wereld zich houdt aan Parijs, en waarbij de CO2-uitstoot ongeremd doorgaat. Dat mondde in het gunstigste geval uit in een kans van 5 procent in 2050. Gaat de opwarming gewoon door, dan is de kans halverwege deze eeuw nog geen half procent en in 2100 verwaarloosbaar klein.
Daar zit nog wel een grote onzekerheid omheen, zegt Van Oldenborgh. “We weten niet exact hoe het weer reageert. Is er meer westenwind? Zijn er minder blokkades, waardoor een hogedrukgebied zich lang handhaaft?”
Hij ziet nog een paar lichtpuntjes. Omdat de weersverwachting tegenwoordig betrouwbaarder is, kunnen de ijsmeesters al een paar dagen voordat die 15 centimeter ijsvloer is bereikt, het verlossende woord laten klinken – met de kennis van nu had de tocht in 1984 door kunnen gaan.
Noordoostenwind
Bovendien, voor een Elfstedentocht hebben we straks een stevig hogedrukgebied boven Scandinavië nodig dat een polaire noordoostenwind aanvoert.
“Met een wind uit het noorden gaan we het niet meer redden. Maar die noordoostelijke wind is wel droger, dus dat vermindert de kans op sneeuw. En wat sneeuw kan aanrichten weet elke schaatsliefhebber. Achteraf was 2012 een prima winter voor een tocht. Maar het ging precies op het verkeerde moment sneeuwen. De ijslaag was net dik genoeg om de sneeuw te dragen en veel te dun om erover te lopen zodat de sneeuw kon worden geveegd.”
‘EEN NIEUWE TOCHT KOMT ALS EEN DIEF IN DE NACHT’
Wiebe Wieling wil niet de vierde Elfstedenvoorzitter zijn die nooit een tocht heeft meegemaakt.
Een jubileum waar je liever niet bij stilstaat. Voorzitter Wiebe Wieling (63) van de Elfstedenvereniging: “Het is dubbel. Ik snap dat er aandacht is voor de langste periode zonder Elfstedentocht. Maar liever had je het niet gewild. Vooral omdat we er in 2012 zo dichtbij waren.”
Binnen een dikke week lag er in het noorden van Friesland dat jaar al 25 centimeter ijs. Terwijl er 15 centimeter nodig is voor een Elfstedentocht. “Helaas was de ijsvloer in de zuidwesthoek maar 9 centimeter.”
Wieling is tien jaar voorzitter. Over zeven jaar stopt hij. “Het is geen wens dat ik dan de vierde voorzitter ben die nooit een Elfstedentocht heeft meegemaakt”, zegt hij met Fries gevoel voor understatement. Maar somberen wil hij niet. Het moet zeker veertien dagen achter elkaar stevig vriezen voordat er weer een Elfstedentocht wordt verreden, voorspelt hij. “De winters zijn kort tegenwoordig. We moeten het van de uitschieters hebben. Een nieuwe Elfstedentocht komt als een dief in de nacht.”
Anders dan voorheen kan de monstertocht mogelijk eerder worden uitgeschreven. “Vroeger moest het ijs er eerst liggen. Nu realiseren we ons dat de kans op een Elfstedentocht kleiner wordt. Als de ijsdikte op de route overal 14 centimeter is en de voorspelling twee nachten strenge vorst is, durven we het aan. Mits de veiligheid gewaarborgd is.”
Wat doet het bestuur in al die jaren dat er geen Tocht der Tochten wordt verreden? Een heleboel, zo blijkt. De tien bestuursleden vergaderen maandelijks. In de wintermaanden zelfs twee keer per maand. Draaiboeken worden elk jaar vernieuwd.
“We weten nu bijvoorbeeld exact wat elk bestuurslid doet en waar hij of zij de laatste drie dagen voorafgaand aan een nieuwe tocht is.” Zo zijn er meer nieuwigheden. “We hebben een app die 24 uur real time de ijsdikte meet op de route. En we hebben een simulatie van hoe de rijders zich na de start op de Zwette in Leeuwarden verspreiden.”
Omdat er bij een nieuwe editie een recordaantal van tussen de 24.000 en 28.000 rijders het ijs opstapt, komen er door Sneek twee routes. Rijders moeten verplicht een hesje dragen, om zwartrijden tegen te gaan. De grootste uitdaging? Wieling: “Hoe het publiek zich gedraagt. Dat is een onvoorspelbare factor. Toeschouwers mogen het ijs niet op, maar mensen zijn minder gezagsgetrouw dan vroeger. Alleen al bij Bartlehiem zullen vijftig politiemensen staan. Aan de andere kant: de sfeer zal bijzonder zijn. Ik hoop op zelfregulering onder het publiek.”
TWEE SCHAATSERS DIE HOPEN OP EEN ELFSTEDENTOCHT
Roel Hunting (26)
Reed twaalf keer de alternatieve Elfstedentocht
Roel Hunting kan zich weinig herinneren van de laatste Elfstedentocht. “Ik was net vier. Maar mijn vader heeft de tocht in 1985 uitgereden en daar veel over verteld. Toen ik op mijn achttiende lid kon worden, heb ik me meteen ingeschreven.”
Hij schaatste de afgelopen vier jaar al twaalf keer de alternatieve Elfstedentocht op de Oostenrijkse Weissensee. In 2016 schaatste hij de tocht direct twee keer in één week om geld op te halen voor onderzoek naar kanker. De jaren daarop schaatste hij hem drie keer. “Dit jaar zei mijn vader nog: ‘Je gaat het toch niet weer drie keer doen?’ Maar het ging goed en stiekem wilde ik het gevoel van helemaal stuk zitten nog eens meemaken. Het gevoel als je helemaal kapot zit en toch de finish haalt, is geweldig. Dus schaatste ik hem nog een vierde keer.”
De echte Elfstedentocht zal wel iets zwaarder worden, verwacht hij. “Je moet veel klunen en er is ook wel tijdsdruk. Omdat ik relatief laat lid ben geworden, zit ik in een van de laatste startgroepen, maar je moet wel voor twaalf uur binnen zijn. En er doen nu veel meer mensen mee, omdat er geen loting meer is. Dus er hebben dan al tienduizenden mensen voor mij over het ijs geschaatst.” Hij weet niet of hij de echte tocht ooit nog schaatsen zal. “Zeg nooit nooit. Het hoeft maar twee weken goed te vriezen. Ik hoop het wel ieder jaar. Ik zou al mijn alternatieve tochten meteen verruilen voor één echt kruisje.”
Rinze Anne van der Sluis (39)
Reed één keer de alternatieve Elfstedentocht
Rinze Anne van der Sluis zou nu niets liever doen dan een Elfstedentocht schaatsen. Maar in 1997, toen hij in theorie mee kon doen, bleef hij toeschouwer. “Ik heb nog bij het keerpunt in Dokkum gestaan. Ik was achttien, maar ik was geen lid.” Heeft hij daar nu geen ontzettende spijt van? “Ja joh, wrijf het er nog even lekker in. Ik was op dat moment helemaal nog niet zo bezig met schaatsen. Dat kwam pas in 2012, toen de tocht heel dichtbij kwam.”
Voor dit jaar is zijn hoop vervlogen, maar hij denkt wel dat hij ooit zijn kans krijgt. “Hoe langer het duurt, hoe groter de kans statistisch gezien wordt dat het weer eens gaat gebeuren”, grapt hij.
Er zal wel wat veranderen. “Je moet een helm op en krijgt een chip om je enkel, zodat je doorkomsttijden geregistreerd worden. Maar het stempelen blijft ook. Ik vind het mooi dat die tradities overeind gehouden worden, maar ik vind het ook leuk dat ze thuis kunnen zien hoe ver ik ben.” De grootste discussie gaat over de hesjes. “Iedereen moet een officieel hesje om, zodat ze zwartrijders eruit kunnen pikken. Er is veel over te doen. Het zijn dunne hesjes, maar sommigen zijn bang voor geklooi en gezweet.” Hij reed de alternatieve Elfstedentocht en weet dat hij de afstand aankan. En als het dan zover komt, moet alles ervoor wijken. “Dat weten ze op mijn werk ook: als-ie er komt, hebben ze pech gehad.”
De Elfstedentocht in cijfers
Er zijn 30.000 schaatsers met een startplek. De Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden weet uit ervaring dat ongeveer 80 procent komt opdagen, dus ze rekenen op tussen de 24.000 en 28.000 deelnemers. In 1997 was er nog een loting en deden er ongeveer 16.000 schaatsers mee.
Lees ook:
Elfstedentocht wordt nog zeldzamer
Een Elfstedentocht kan doorgaan als het ijs overal 15 centimeter dik is. In 1997 was dat nog zo, maar de kans dat het nog eens zo hard zal vriezen wordt steeds kleiner.
Waarom er nooit meer een Elfstedentocht komt
Nu de nachtvorst al een dag of drie de neus aan het venster drukt en er flinterdunne vliesjes ijs op sloten en plassen ontstaan, moet het hoge woord er maar eens uit. Er komt geen Elfstedentocht meer. Nooit meer. Ja, dat is een heel ongezellige mededeling. Maar ik denk het echt, schrijft columnist Marijn de Vries.