Vijf vragen over de 'financiële genocide' in Cyprus
Op zijn vroegst komende donderdag is het B(ankrun)-day voor Cyprus. Bestormen de Cyprioten de balies, in welke mate, en kan deze 'run' overslaan naar landen als Griekenland, Spanje of Italië?
Volgens de laatste berichten wil de Cypriotische regering de kleine spaarders (onder de 20.000 euro) vrijwaren van de heffingen. Maar dat de geest daarmee terugkeert in de fles, is onwaarschijnlijk.
De voorzitter van de Kamer van Koophandel van de havenstad Limassol had een krachtige term voor de onorthodoxe maatregel waarmee het heilige depositogarantiestelsel wordt geschonden. Financiële genocide.
Wie die vermeende financiële genocide treft? Iedereen die meer dan 20.000 euro op een Cypriotische bank heeft weggezet. Dat zijn niet alleen de eilandbewoners, maar ook veel buitenlanders. Van de 68 miljard euro die in de Cypriotische kassen behoren te liggen, is 40 procent van buitenlandse, vooral Russische herkomst. Cyprus had er voor kunnen kiezen om alleen de grote spaarders aan te pakken, maar wilde niet in de dubbele cijfers komen. Een heffing van tien procent op het spaargeld was te veel, 9,9 procent, dat ging net. Keerzijde is dat daarvoor de spaarders met een rekening tussen de 20.000 en 100.000 euro ook moeten betalen.
Waarom het zo verkeerd ging met 'de Kaaimaneilanden van de Mediterranee'? Omdat het eiland de afgelopen jaren met de enorme bankensector een financieel waterhoofd ontwikkelde, zoals eerder ook in IJsland en Ierland gebeurde. De Cypriotische banken boden buitenlanders via internet de mogelijkheid een rekening te openen. De privacy was gewaarborgd en de belastingen laag.
Al snel wisten vermogende buitenlanders de Cypriotische banken te vinden. Het 'succes' was zo groot dat de bankensector als snel acht maal zo groot werd als de totale Cypriotische economie.
Wat de Cypriotische banken kwetsbaar maakten, was hun grote aandeel Griekse schuldpapieren. Toen deze papieren na de Griekse bailout aan waarde verloren, zagen de banken een enorm kapitaal verdampen.
De banken hebben dringend geld nodig voor herkapitalisatie. Nu heeft Cyprus net als andere landen in de eurozone te kampen met oplopende staatsschulden en een begrotingstekort. Maar zelfs als de Cypriotische economie goed had gedraaid, dan nog was het land níet in staat geweest de banken te redden. Daarvoor was de bankensector in verhouding tot de Cypriotische economie simpelweg te groot.
Waarom de Russen zo graag naar Cyprus gaan? Russen willen hun spaarcenten buiten de politieke onzekerheid en corruptie in hun land houden. Cyprus is redelijk stabiel, kent een aangenaam klimaat en voordelige belastingtarieven. Daarnaast geldt het eiland als een topbestemming voor het witwassen van geld. En dat alles buiten het zicht van de Russische bancaire toezichthouder.
Naar schatting hebben Russen voor bijna 40 miljard euro op buitenlandse rekeningen geparkeerd. Dat is zo'n 2,5 procent van het Russische bruto nationaal product.
Waar dat Russische geld straks naar toe gaat? Waarschijnlijk naar Letland. Dat ligt niet alleen geografisch dichter bij Rusland dan Cyprus, ook de cultuur en mentaliteit zijn vergelijkbaar. Daarnaast spreken veel Letten door het gedeelde Sovjetverleden Russisch.
Letland is vooral een optie als het geld wit is. Dan kunnen de vermogende Russen hun kapitaal doorsluizen naar landen in de EU of naar de Verenigde Staten.
Toch weten de Russen Letland ook te vinden voor zwart geld. Eerder dit jaar waarschuwde de Europese Commissie nog dat de Letse overheid te weinig doet tegen witwaspraktijken en ondoorzichtige financiële transacties.
Besmettingsgevaar? Wel volgens pessimisten. Cyprus met zijn enorme bancaire sector is uniek, dus vergelijkbare maatregelen zullen elders niet volgen, zeiden de Europese ministers van Financiën na bekendmaking van de maatregel. Maar unieke situaties in de eurozone zijn zo uniek niet. De 'vrijwillige' bijdrage van de private sector bij de redding van Griekenland, was die niet ook uniek, zo zullen verontruste Italianen en Spanjaarden wellicht denken. Gevreesd wordt dat zij hun geld wegsluizen naar bijvoorbeeld Duitsland of Nederland.
Banken in Spanje of Italië kunnen dan omvallen. In die landen geldt het depositogarantiestelsel waardoor spaargeld tot 100.000 euro gegarandeerd is. Dat kunnen de zuidelijke eurolanden niet betalen zonder steun van de noordelijke staten. Die zullen diep, zeer diep in de buidel moeten tasten om grote landen als Spanje en Italië overeind te houden.
undefined